Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift, ingediend op 19 augustus 2016,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 15 november 2016, waaruit blijkt dat is verschenen verzoeker in persoon.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 januari 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het instellen van bewind over een aandeel in een nalatenschap. De verzoeker, [naam A], heeft het verzoek ingediend om het aandeel van de afwezig verklaarde belanghebbende [naam C] in een perceel eigendomsgrond onder bewind te stellen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 19 augustus 2016 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 15 november 2016. De verzoeker is rechtsopvolger van wijlen [naam X] en diens echtgenote, en heeft aangegeven dat de belanghebbende [naam C] niet bereikbaar is en geen legitimatiebewijs heeft, waardoor hij niet in staat is om een volmacht te geven. Het gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat [naam C] afwezig is in de zin van artikel 1:409 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, en dat er noodzaak bestaat om hem te vertegenwoordigen in verband met de verkoop en verdeling van het registergoed. Het gerecht heeft vervolgens [naam A] benoemd tot bewindvoerder over het aandeel van [naam C] in het registergoed, en bepaald dat de opbrengst uit de verkoop onder notaris mr. H.M. Rodriguez-Taekema zal berusten totdat deze aan de rechthebbende(n) wordt uitbetaald. Het verzoek van de andere belanghebbende, [naam B], werd afgewezen omdat er onvoldoende bewijs was van haar afwezigheid.