ECLI:NL:OGEAA:2017:886

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 november 2017
Publicatiedatum
14 november 2017
Zaaknummer
L.A.R. nr. 1135 van 2016/AUA201600378
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing verzoek om verstrekking van speciaal geneesmiddel

In deze zaak heeft appellant, wonend in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beschikkingen van het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering. Appellant had op 8 juni 2015 verzocht om verstrekking van een speciaal geneesmiddel in plaats van een generiek geneesmiddel. De verweerder heeft op 9 juni 2015 deze verzoeken afgewezen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 12 april 2016 ongegrond verklaard. Hierop heeft appellant op 24 mei 2016 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

De behandeling van de zaak vond plaats op 10 april 2017 en op 19 juni 2017, waarbij appellant steeds werd vertegenwoordigd door zijn advocaat. Tijdens de rolzitting op 21 augustus 2017 heeft appellant aangegeven dat de verweerder de bestreden beslissing had ingetrokken, maar opnieuw afwijzend had beslist op het bezwaarschrift. Appellant verzocht het gerecht om teruggave van het griffierecht, maar het gerecht oordeelde dat er geen belang was bij het beoordelen van het beroep tegen de ingetrokken beslissing, omdat appellant geen onevenredig nadeel had gesteld.

Uiteindelijk heeft het gerecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verweerder de bestreden beslissing niet ten voordele van appellant had ingetrokken of gewijzigd. De rechter, mr. M.E.B. de Haseth, heeft deze beslissing op 6 november 2017 uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 6 november 2017
L.A.R. nr. 1135 van 2016/AUA201600378
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigden: de advocaten mrs. E.M.J. Cafarzuza en D.G. Kock,
gericht tegen:
het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. S.E. van Spall, werkzaam in zijn dienst.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft bij bezwaarschrift van 30 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen de onderscheiden afwijzende beschikkingen van verweerder van 9 juni 2015 op zijn verzoeken van 8 juni 2015 om verstrekking van het spécialité in plaats van het generiek geneesmiddel.
Bij beslissing op het bezwaarschrift van 12 april 2016 heeft verweerder het bezwaar van appellant ongegrond verklaard en de beschikkingen van 9 juni 2015 gehandhaafd.
Tegen deze beslissing op het bezwaarschrift (hierna: de bestreden beslissing) heeft appellant op 24 mei 2016 beroep ingesteld bij dit gerecht.
De zaak is behandeld ter zitting op 10 april 2017, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. Cafarzuza voornoemd, is verschenen, en op 19 juni 2017, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. Cafarzuza voornoemd, en verweerder, vertegenwoordigd door voornoemde gemachtigde, zijn verschenen.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Op de rolzitting van 21 augustus 2017, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. Kock voornoemd, is verschenen, heeft appellant te kennen gegeven dat verweerder hangende het beroep de bestreden beslissing heeft ingetrokken en opnieuw afwijzend heeft beslist op het bezwaarschrift van appellant. Appellant heeft het gerecht daarbij verzocht in aanmerking te komen voor teruggave van het door hem betaalde griffierecht. Nu appellant geen onevenredig nadeel als gevolg van de intrekking heeft gesteld, bestaat evenwel geen belang bij het beoordelen van het beroep tegen de hangende dat beroep ingetrokken bestreden beslissing (vergelijk de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 25 januari 2011, ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ0582).
2.2
Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3
Nu verweerder de bestreden beslissing niet ten voordele van appellant heeft ingetrokken dan wel gewijzigd, bestaat geen aanleiding voor teruggave van het griffierecht, zoals door appellant verzocht (artikel 30, tweede lid, van de Lar).

3.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 6 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).