ECLI:NL:OGEAA:2017:885
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf
In deze zaak heeft de appellant, verblijvend in Aruba, beroep ingesteld tegen de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie. De minister had op 18 januari 2017 een verzoek van de appellant om een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewogen, maar dit verzoek werd afgewezen. De appellant maakte op 21 februari 2017 bezwaar tegen deze afwijzing. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft de appellant op 11 juli 2017 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
Het gerecht heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat de minister geen verweer had gevoerd. Hierdoor kon de ongemotiveerde afwijzende beschikking niet in stand blijven. Het gerecht verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de bestreden beschikking. De minister werd opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van de appellant.
Daarnaast werd de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van de rechtskundige bijstand van de appellant, begroot op Afl. 500,-. Ook werd gelast dat het door de appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem werd terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door rechter D.J. Jansen op 6 november 2017, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof.