In deze beschikking van 7 februari 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba geoordeeld over het verzoek van de Voogdijraad om de moeder van het gezag over haar minderjarige kind te ontheffen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 november 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2017 waren de moeder en de voorgestelde voogdes aanwezig, terwijl mevrouw Y. Arends namens de Voogdijraad optrad. De moeder van de minderjarige, die geboren is op [geboortedatum] 2016, heeft het gezag over het kind, maar de Voogdijraad heeft geconstateerd dat zij kampt met psychische instabiliteit en drugsverslaving, waardoor zij niet in staat is om de zorg voor het kind adequaat te vervullen.
De rechter heeft vastgesteld dat de moeder zich niet verzet tegen de ontheffing van het gezag. Gezien de omstandigheden, waaronder de opname van de moeder in een psychiatrische instelling, is het in het belang van de minderjarige om de ontheffing uit te spreken. De rechter heeft ook de voorgestelde voogdes bereid gevonden om de voogdij over de minderjarige te aanvaarden, en heeft haar benoemd tot voogdes. Daarnaast is de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige vastgesteld, waarbij de moeder recht heeft op omgang elke woensdag van 8:30 uur tot 9:00 uur.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Deze uitspraak benadrukt het belang van de stabiliteit en veiligheid van de minderjarige, en de noodzaak om in te grijpen wanneer een ouder niet in staat is om de zorgplicht te vervullen.