ECLI:NL:OGEAA:2017:871

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 oktober 2017
Publicatiedatum
13 november 2017
Zaaknummer
E.J. 1827 van 2017/AUA201702157
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van dringende redenen na vechtpartij op de werkvloer

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Desarollos Hotelco Corporation DHC Aruba N.V., hierna aangeduid als Ritz, en een werknemer, die niet verschenen was. De werknemer was op 15 oktober 2015 in dienst getreden als casino slot attendant en werd op 21 juni 2017 op staande voet ontslagen na een vechtpartij met een collega op 18 juni 2017. Ritz verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding en met veroordeling van de werknemer tot vergoeding van de proceskosten.

Tijdens de zitting op 16 oktober 2017 werd de situatie besproken, waarbij videobeelden van het voorval werden getoond. De rechter concludeerde dat de werknemer zich schuldig had gemaakt aan een vechtpartij op de werkvloer, wat volgens artikel 1615p lid 2 sub e van de BWA een dringende reden voor ontslag op staande voet vormt. De werknemer had niet gereageerd op het ontslag en was niet verschenen op de zitting, wat het gerecht deed concluderen dat hij berustte in het ontslag.

De rechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van de uitspraak en bepaald dat Ritz haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 31 oktober 2017
Behorend bij E.J. 1827 van 2017/AUA201702157
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DESAROLLOS HOTELCO CORPORATION DHC ARUBA . N.V.,
h.o.d.n.
RITZ CARLTON,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Ritz,
gemachtigde: de advocaat mr. J.P. Sjiem Fat,
tegen:
[WERKNEMER],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [werknemer],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de behandeling ter zitting van 16 oktober 2017.
Aan mr. Sjiem Fat is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
werknemer] is op 15 oktober 2015 in dienst getreden bij Ritz als casino slot attendant.
2.2
Op 21 juni 2017 is [werknemer] op staande voet ontslagen, omdat hij op 18 juni 2017 onder werktijd in het casino slaags is geraakt met een collega.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
Ritz verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst - voor zo ver deze nog bestaat - met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van dringende redenen, zonder toekenning van een vergoeding en met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [werknemer] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
werknemer] voert - hoewel deugdelijk opgeroepen - geen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vast staat dat [werknemer] zich onder werktijd, te midden van gasten van het casino, schuldig heeft gemaakt aan een vechtpartij met een collega. Uit de tijdens de mondelinge behandeling getoond videobeelden is te zien dat twee mannen in het casino met elkaar in gevecht raken en kort daarna uit elkaar worden gehaald door gasten. Mr. Sjiem Fat heeft ter zitting een van deze mannen aangewezen als zijnde [werknemer].
4.2
Vechten op de werkvloer is op grond van het bepaalde in artikel 1615p lid 2 sub e BWA een dringende reden voor ontslag op staande voet. Bovendien is het strijdig met het beleid van Ritz, zoals vermeld op pagina 50 sub 2 van het ‘Handbook for Employees’, dat [werknemer] bij indiensttreding heeft ontvangen. Ritz heeft naar aanleiding van het voorval een onderzoek gestart en heeft [werknemer] uitgenodigd voor een gesprek op 20 juni 2017, teneinde zijn visie op het voorval te vernemen. [werknemer] is evenwel niet verschenen. Evenmin heeft [werknemer] - tot op heden - een beroep gedaan op de nietigheid van het ontslag. Nu [werknemer] in deze procedure - ondanks deugdelijk opgeroepen te zijn - verstek laat gaan, gaat het gerecht ervan uit dat hij berust in het ontslag op staande voet.
4.3
Uit het voorgaande volgt dat de verzochte voorwaardelijke ontbinding kan worden toegewezen.
4.4
In verband met de aard van de procedure worden de proceskosten gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor zover in rechte mocht komen vast te staan dat deze nog bestaat, met ingang van heden;
5.2
bepaalt dat Ritz haar eigen kosten draagt;
5.3
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 31 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.