Uitspraak
RITZ CARLTON,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 oktober 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap Desarollos Hotelco Corporation DHC Aruba N.V., hierna aangeduid als Ritz, en een werknemer, die niet verschenen was. De werknemer was op 15 oktober 2015 in dienst getreden als casino slot attendant en werd op 21 juni 2017 op staande voet ontslagen na een vechtpartij met een collega op 18 juni 2017. Ritz verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding en met veroordeling van de werknemer tot vergoeding van de proceskosten.
Tijdens de zitting op 16 oktober 2017 werd de situatie besproken, waarbij videobeelden van het voorval werden getoond. De rechter concludeerde dat de werknemer zich schuldig had gemaakt aan een vechtpartij op de werkvloer, wat volgens artikel 1615p lid 2 sub e van de BWA een dringende reden voor ontslag op staande voet vormt. De werknemer had niet gereageerd op het ontslag en was niet verschenen op de zitting, wat het gerecht deed concluderen dat hij berustte in het ontslag.
De rechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van de uitspraak en bepaald dat Ritz haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.