ECLI:NL:OGEAA:2017:859

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2017
Publicatiedatum
9 november 2017
Zaaknummer
A.R. 1872 van 2016 (AUA20160787)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een schuld uit een kredietovereenkomst tussen twee vennootschappen

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Compra N.V. een vordering ingesteld tegen de vennootschap Posmimo Operations VBA. Compra, die zich bezighoudt met de verkoop en levering van levensmiddelen aan de horeca, heeft in de jaren 2015 en 2016 producten geleverd aan Posmimo en hiervoor gefactureerd. Er bestond een kredietovereenkomst tot een bedrag van Afl. 20.000,-. Posmimo heeft erkend dat zij nog Afl. 7.000,- aan Compra verschuldigd is, maar betwist de rest van de vordering van Afl. 96.158,59, die Compra heeft ingediend, met als argument dat er geen bewijs is geleverd van de bestelling en levering van de goederen.

De procedure omvatte verschillende comparities en het indienen van stukken door beide partijen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Posmimo onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar verweer te onderbouwen. Ondanks de erkenning van een deel van de schuld, heeft Posmimo geen consistente uitleg gegeven over de bestellingen en leveringen. Het Gerecht oordeelt dat de vordering van Compra toewijsbaar is, omdat Posmimo niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar ontkenning van de schuld te staven.

In de uitspraak wordt Posmimo veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en wordt zij in de proceskosten veroordeeld. De gevorderde buitengerechtelijke kosten van Compra worden afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er extra kosten zijn gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op 1 november 2017 door mr. J. Sap, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 1 november 2017
Behorend bij A.R. 1872 van 2016 (AUA20160787)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
COMPRA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Compra,
gemachtigde: advocaten mrs. D.G. Kock en E.M.J. Cafarzuza,
tegen:
de vennootschap
POSMIMO OPERATIONS VBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Posmimo,
gemachtigde: advocaat mr. D.C.A. Crouch.

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 14 december 2016;
- de door Compra overgelegde stukken;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 30 januari 2017;
- de aantekeningen van de griffier van de voortzetting van de comparitie van partijen op 14 juni 2017;
- de akte van Compra;
- de aantekeningen van de griffier van de voortzetting van de comparitie van partijen op 19 september 2017;
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Compra houdt zich bezig met de verkoop en levering van (onder andere) levensmiddelen aan de horeca. Zij heeft in de periode jaren 2015 en 2016 producten geleverd aan Posmimo en haar daarvoor gefactureerd. Tussen hen bestond een overeenkomst tot het kopen op krediet tot een bedrag van Afl. 20.000,-.
2.2
Posmimo heeft erkend dat zij nog een bedrag van Afl. 7.000,- aan Compra dient te voldoen.
2.3
Compra heeft zich in onderhavig geschil op het standpunt gesteld dat zij goederen (levensmiddelen) aan Posmimo heeft geleverd, haar daarvoor heeft gefactureerd, die facturen zonder bezwaar door Posmimo zijn behouden en dat deze thans in verzuim is, zodat zij betaling vordert van Afl. 96.158,59 vermeerderd met een bedrag wegens buitengerechtelijke kosten, onder veroordeling van Posmimo in de kosten van het geding.
2.4
Posmimo heeft zich op verschillende gronden verweerd tegen de vordering van Compra. Voor zover die verweren betrekking hebben op het niet (tijdig) overleggen van stukken, zal het Gerecht daarmee bij de proceskosten rekening houden, nu deze gebreken bij de vervolgzittingen zijn opgelost.
2.5
De inhoudelijke verweren van Posmimo laten zich als volgt samenvatten.
Compra heeft volgens Posmimo nagelaten bewijs over te leggen van bestelling van de goederen door een bevoegde persoon; noch bewijs geleverd van de levering van die goederen. Daarom ontkent Posmimo bij gebrek aan wetenschap dat zij het door Compra gevorderde bedrag verschuldigd is. Zij wijst daarbij ook op de kredietovereenkomst tot een bedrag van Afl. 20.000,- zodat zij in redelijkheid niet behoefde te verwachten dat de vordering zover zou oplopen.
2.6
Nadat op verzoek van het Gerecht door Compra een aantal facturen en onderliggende bescheiden uit de administratie in het geding is gebracht heeft Posmimo van de zes facturen ten aanzien van één gesteld dat daarvan het bewijs van (bevoegde) bestelling c.q. levering niet is geleverd. Voorts wordt de handtekening van op de order die behoort bij de vijfde overgelegde factuur niet herkend. Ten aanzien van de andere facturen heeft zij geen opmerkingen meer gemaakt.
2.7
De vraag waar het Gerecht zich thans voor geplaatst ziet is of de vordering van Compra toewijsbaar is, dan wel dat het verweer van Posmimo ertoe leidt dat verder bewijs moet worden geleverd. In dat kader overweegt het Gerecht het volgende.
2.8
Bij aanvang van de procedure heeft Compra ermee volstaan om een zeer summier toegelichte vordering in te dienen, waarna Posmimo op een evenzeer summiere manier heeft gereageerd. Haar verweer bevat geen eigen lezing van de feiten, maar een simpele ontkenning die erop neer komt dat, indien niet het bewijs van alle onderdelen van de vordering kan worden overgelegd, Posmimo niet gehouden is tot betaling. Hiermee miskent Posmimo dat zij een dergelijke betwisting dient te onderbouwen en te voorzien van een behoorlijke toelichting. Na het overleggen van de facturen wordt slechts ten aanzien van een enkele factuur erkend dat betaald moet worden en na het overleggen van achterliggende documenten wordt die erkenning uitgebreid. Voor zover het bewijs niet volledig is, stelt zij zich op het standpunt dat zij niet tot betaling verplicht is. Ook nu laat zij na een eigen lezing te geven van het bestelproces, de wijze van verwerking van de orders, hoe het kan dat niet op de verzonden facturen is gereageerd en heeft zij ook geen verklaring gegeven voor het feit dat zij eerst ontkent iets verschuldigd te zijn en daarna in twee stappen telkens meer toe te geven. Haar ontkenning wordt ook niet bevestigd door enig document of ander bewijsmiddel.
2.9
Tegen deze achtergrond acht het Gerecht het verweer van Posmimo dan ook onvoldoende onderbouwd en bovendien, zoals uit het bovenstaande volgt, niet consistent. De voor wat betreft de feiten terughoudende opstelling van Posmimo leidt ertoe dat het Gerecht geen verder bewijs van Compra verlangt en dat de door Compra onderbouwde vordering zal worden toegewezen.
2.1
Het verweer van Posmimo dat sprake was van een kredietovereenkomst voor een bedrag tot maximaal Afl. 20.000,- en dat ook op die grond een vordering tot de huidige hoogte niet behoefde te worden verwacht, staat aan deze toewijzing niet in de weg. Posmimo is een onderneming en behoeft geen extra bescherming bij de uitleg en toepassing van overeenkomsten als de onderhavige. Kennelijk hebben partijen toegelaten dat Posmimo tot een hoger bedrag kon bestellen dan zij op krediet kon krijgen. In die overeenkomst is ook niet opgenomen dat Posmimo na een bedrag van Afl.20.000,- geen bestelling meer zou kunnen plaatsen. Daarnaast dienen dergelijke overeenkomsten eerder ter bescherming van de leverancier dan van de afnemer. Immers de leverancier loopt het risico van wanbetaling.
2.11
De door Compra gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, nu niet gebleken is dat meer kosten zijn gemaakt dan die ter voorbereiding en instructie van de zaak.
2.12
Posmimo wordt in de proceskosten veroordeeld. Voor wat het betreft het gemachtigdensalaris volstaat het Gerecht ermee om slechts één punt toe te kennen, nu het aan Compra is te wijten dat extra proceshandelingen noodzakelijk waren.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt Posmimo tot betaling aan Compra van een bedrag van Afl. 96.158,59 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt Posmimo in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Compra worden begroot op Afl. 960,- aan griffierecht, Afl. 200,37 aan explootkosten en Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.