ECLI:NL:OGEAA:2017:852
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake vergunning tot tijdelijk verblijf als rentenier
Op 23 oktober 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De zaak betreft een beroep van appellante, vertegenwoordigd door mr. J.S. Croes, tegen de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling, en Integratie. Appellante had op 13 januari 2017 een verzoek ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf als rentenier, welke door de minister was afgewezen. Hiertegen heeft appellante op 21 februari 2017 bezwaar gemaakt. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft appellante op 11 juli 2017 beroep ingesteld bij het gerecht.
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen en dat de minister geen verweerschrift heeft ingediend. Op basis van artikel 32 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen als de beslissing kennelijk niet in stand kan blijven. Het gerecht constateert dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en dat er geen verweer is gevoerd door de minister. Hierdoor kan de ongemotiveerde afwijzing van het bezwaar niet in stand blijven.
De rechter verklaart het beroep gegrond, vernietigt de afwijzende beschikking en bepaalt dat de minister binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moet nemen op het bezwaar. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- wordt aan haar terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.