ECLI:NL:OGEAA:2017:850
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en ontvankelijkheid in bestuursrechtelijke geschillen met betrekking tot precariovergunningen
Op 23 oktober 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen Aruba Hotel Enterprises N.V. (appellante) en de Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening en Integratie (verweerder). De zaak betreft een beroep ingesteld door appellante tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar tegen een factuur voor precariokosten. De factuur, gedateerd 16 januari 2017, bedroeg Afl. 160.399, waarvan Afl. 160.380 aan precariokosten. Appellante had op 15 februari 2017 bezwaar gemaakt tegen deze factuur, maar het gerecht verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep voor zover dit gericht was tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar tegen de factuur. Dit omdat de belastingrechter bevoegd is om hierover te oordelen, en appellante had in dat kader ook een beroep ingesteld bij de belastingrechter (zaaknummer BBZ AUA201700175).
Daarnaast oordeelde het gerecht dat het belang van het onderhavige beroep was komen te ontvallen, aangezien er al een beschikking was gegeven op het bezwaar van appellante in een andere zaak (AUA201700046) en er ook beroep was ingesteld tegen een eerdere beschikking van 30 januari 2017. De rechter verklaarde het beroep voor het overige niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.