ECLI:NL:OGEAA:2017:85

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 februari 2017
Publicatiedatum
14 februari 2017
Zaaknummer
K.G. no. 59 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde opbergruimte na betalingsachterstand

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Frasa Real Estate II N.V. (hierna: Frasa) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 januari 2017 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 januari 2017 waren zowel Frasa, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C. Helen Lejuez, als de gedaagde aanwezig. De gedaagde had sinds februari 2016 de huur van een opbergruimte niet meer op tijd betaald, ondanks een eerder getroffen afbetalingsregeling. De huurachterstand was inmiddels opgelopen tot Afl. 45.000,-. Frasa vorderde ontruiming van het gehuurde binnen vijf dagen, met de mogelijkheid om de ontruiming zelf te bewerkstelligen indien de gedaagde niet vrijwillig zou meewerken.

De rechter moest beoordelen of de ontruiming kon worden toegewezen, vooruitlopend op een oordeel van de bodemrechter. De rechter oordeelde dat Frasa voldoende belang had bij de ontruiming, gezien de betalingsachterstand van de gedaagde en het feit dat Frasa een potentiële huurder had voor de ruimte. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, maar verduidelijkte dat Frasa geen machtiging nodig had om de ontruiming zelf uit te voeren, aangezien dit het exclusieve terrein van de deurwaarder is. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op vier weken, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Het vonnis werd uitgesproken op 8 februari 2017 door mr. W.J. Noordhuizen, en de gedaagde werd in de kosten van de procedure veroordeeld, die in totaal op Afl. 1.676,25 werden begroot, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Vonnis van 8 februari 2017
Behorend bij K.G. no. 59 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
de naamloze vennootschap
FRASA REAL ESTATE II N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Frasa,
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez,
tegen:
[Gedaagde],
gevestigd in Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 11 januari 2017;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 27 januari 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen Frasa bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede dhr. F.E. Saladin, directeur, en [Gedaagde] in persoon.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Frasa verhuurt aan [Gedaagde] sinds 1 oktober 2015 een opbergruimte gelegen aan de [adres] tegen een maandelijkse huurprijs van Afl. 5.000,-.
2.2[
[Gedaagde] heeft sinds februari 2016 de huur niet meer op tijd betaald.
2.3
Op 23 september hebben partijen een vaststellingovereenkomst getekend en is een afbetalingsregeling getroffen. Deze afbetalingsregeling is [Gedaagde] niet correct nagekomen.
2.4
Thans bestaat er een huurachterstand van Afl. 45.000,-, berekend tot en met februari 2017.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Frasa vordert - uitvoerbaar bij voorraad - ontruiming door [Gedaagde] van het gehuurde binnen vijf dagen met alle daarin aanwezige personen en goederen, Frasa te machtigen om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen desnoods met behulp van de sterke arme indien [Gedaagde] met de ontruiming in gebreke blijft en met veroordeling van [Gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Frasa grondt de vordering erop dat [Gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van uit de huurovereenkomst voortvloeiende betalingsverbintenis en zij het gehuurde aan een derde wil verhuren.
3.2
[Gedaagde] erkent de huurachterstand en geeft aan twee maanden nodig te hebben om het gehuurde te ontruimen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Kern van het geschil betreft de vraag of de verzochte ontruiming, vooruitlopende op het oordeel van de bodemrechter kan worden toegewezen.
4.2
[Gedaagde] heeft een forse betalingsachterstand. Dat [Gedaagde] (een gedeelte van) de huurachterstand binnen afzienbare tijd zal kunnen aflossen door het aangaan van een hypothecaire lening maakt dat niet anders. Frasa heeft aangegeven belang te hebben bij het gevorderde nu zij een potentiele huurder heeft voor de ruimte. Dit heeft tot gevolg dat de verzochte ontruiming toegewezen kan worden, nu met voldoende mate van zekerheid geoordeeld kan worden dat de bodemrechter de huurovereenkomst bij deze huurachterstand zal ontbinden.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat Frasa de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Frasa heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als [Gedaagde] niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft Frasa dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan [Gedaagde] wordt betekend, en dat aan [Gedaagde] overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien [Gedaagde] medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft Frasa geen belang bij de verzochte machtiging. Het gerecht zal de ontruimingstermijn bepalen op vier weken.
4.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [Gedaagde] de proceskosten van Frasa moeten vergoeden.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- veroordeelt [Gedaagde] om binnen vier (4) weken na betekening van dit vonnis het gehuurde te [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezig personen en zaken tenzij deze zaken van Frasa zijn;
- veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Frasa begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 226,25 aan explootkosten en Afl. 1.000,- aan salaris van de gemachtigde;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 februari 2017 in aanwezigheid van de griffier.