ECLI:NL:OGEAA:2017:840

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
6 november 2017
Zaaknummer
B.B. 830 van 2017 / AUA201701616
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betalingsregeling en buitengerechtelijke incassokosten tussen Island Finance Aruba N.V. en gedaagde

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: Island Finance) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een rolbeschikking op 30 augustus 2017, gevolgd door een productie van het verschuldigde bedrag op 13 september 2017 en een comparitie van partijen op 11 oktober 2017. Tijdens deze comparitie erkende de gedaagde de vordering, maar gaf aan niet in staat te zijn de afgesproken betalingsregeling te voldoen. Island Finance stemde in met een nieuwe betalingsregeling van Afl. 500,- per maand.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft geoordeeld dat de vordering van Island Finance toewijsbaar is, met inbegrip van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten tot Afl. 750,-. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van Afl. 3.945,88, vermeerderd met contractuele rente en wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Island Finance zijn begroot op Afl. 600,-. Het vonnis verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en staat de gedaagde toe het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen te voldoen, met de voorwaarde dat bij niet-betaling het restant direct opeisbaar is.

Dit vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2017 door mr. J. Sap, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 25 oktober 2017
Behorend bij B.B. 830 van 2017 / AUA201701616
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
gemachtigde: advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederende in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het rolbeschikking van 30 augustus 2017;
- de productie met het totale overzicht verschuldigde bedrag van Island Finance overgelegd op 13 september 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 11 oktober 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1
Island Finance heeft geld uitgeleend aan [gedaagde]. Met de terugbetaling daarvan is zij in gebreke gebleven.
2.2 [
gedaagde] had bij haar verweer zich verzet tegen de hoogte van het door Island Finance gevorderde bedrag aangezien 2 betalingen niet zijn verwerkt. Island Finance heeft voor de comparitie haar vordering nader uiteengezet. [gedaagde] erkent de vordering ter zitting doch zij geeft aan dat zij de toenmalige afgesproken betalingsregeling niet kan betalen en wenst een verlaging van het bedrag. Island Finance heeft ter zitting ingestemd met een betalingsregeling van Afl. 500,- per maand. De vordering komt in na te melden zin voor toewijzing in aanmerking en de betalingsregeling zal in het vonnis worden opgenomen.
2.3
De door Island Finance gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen tot Afl. 750,- (1,5 maal het bedrag per punt gemachtigdensalaris), nu niet is gebleken dat toewijzing voor meer dan dit bedrag redelijk is. De gevorderde vergoeding van de kosten van de uittreksel van het bevolkingsregister worden afgewezen. De verzochte vergoeding van de kosten van de uittreksel van het bevolkingsregister ad Afl. 5,- maakt deel uit van de buitengerechtelijke incassokosten.
2.4 [
gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten.

3.DE UITSPRAAK

het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 3.945,88, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,4% per maand over de hoofdsom van Afl. 5.138,93 vanaf 31 januari 2016 tot een maximum van Afl. 2.260,68 en na het bereiken van dit maximum te vermeerderen met de wettelijke rente tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 750,- wegens buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 500,- (2 punten) aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
staat [gedaagde] toe het totaal aan Island Finance verschuldigde te voldoen in maandelijkse termijnen van Afl. 500,- vanaf 1 november 2017, onder de bepaling dat deze regeling vervalt en het restant direct volledig opeisbaar is, indien [gedaagde] met betaling van de termijnen in gebreke blijft.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 25 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.