ECLI:NL:OGEAA:2017:835

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 oktober 2017
Publicatiedatum
24 oktober 2017
Zaaknummer
AUA201700305
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf

In deze zaak heeft de appellant, verblijvend in Aruba, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf. De afwijzing vond plaats op 9 november 2016, waarna de appellant op 24 november 2016 bezwaar heeft gemaakt. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft de appellant op 13 april 2017 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De verweerder, de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie, heeft geen verweerschrift ingediend.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat er geen verweer door de verweerder is gevoerd. Dit leidde tot de conclusie dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kon blijven. Het beroep van de appellant werd gegrond verklaard, en de verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van de appellant.

Daarnaast werd de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en het door de appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- werd aan hem terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J. Jansen op 16 oktober 2017, en er staat hoger beroep open bij het Hof.

Uitspraak

Aua201700305
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
verblijvend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaat mr. J.S. Croes,
gericht tegen:
de minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 9 november 2016 heeft verweerder een verzoek van appellant om hem een vergunning tot tijdelijk verblijf te verlenen afgewezen.
Daartegen heeft appellant op 24 november 2016 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 13 april 2017 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, aanhef en onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellant met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellant hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellant;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 16 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).