ECLI:NL:OGEAA:2017:83
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over verzekeringsrecht en uitkering op basis van de polis
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres [X] een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap ENNIA CABIBE SCHADE (ARUBA) over een geschil met betrekking tot een motorrijtuigverzekering. Eiseres had met financiering van CMB-Bank een auto gekocht en een verzekering afgesloten bij Ennia, die beloofde een nieuw voertuig te leveren in geval van total loss. Op 22 april 2016 raakte de auto van [X] total loss na een aanrijding, waarbij haar kleinzoon de bestuurder was. Volgens de polisvoorwaarden had [X] geen recht op de nieuwwaarde, omdat de bestuurder niet voldeed aan de vereisten van de polis.
Eiseres vorderde de afgifte van een nieuw motorvoertuig en een vervangend voertuig, maar het Gerecht wees de vorderingen af. Het Gerecht oordeelde dat de reclame-uitingen van Ennia niet gelijkgesteld konden worden aan de inhoud van de overeenkomst, die werd bepaald door de polis en de polisvoorwaarden. Aangezien de Bank als begunstigde op de uitkering was aangewezen, kon [X] zelf geen aanspraak maken op de uitkering. Het Gerecht concludeerde dat de vorderingen van [X] niet toewijsbaar waren, ook al zou er een belang zijn bij betaling aan de Bank.
Daarnaast werd de vordering tot ter beschikkingstelling van een vervangende auto afgewezen, omdat niet was aangetoond dat [X] eerder aanspraak had gemaakt op vervangend vervoer. Het Gerecht besloot dat er geen kostenveroordeling aan de orde was, aangezien Ennia hier niet om had gevraagd. Het vonnis werd uitgesproken op 8 februari 2017 door mr. J. Sap, rechter, in aanwezigheid van de griffier.