ECLI:NL:OGEAA:2017:8

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
EJ nr. 1918 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor kosteloos procederen en verklaring van kennelijk onredelijk ontslag in arbeidsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker E*, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, een verzoek ingediend om toestemming te krijgen voor kosteloos procederen en om te verklaren dat het dienstverband met verweerder G*, h.o.d.n. VROLIJK CONTRACTOR AND MULTI SERVICES, op onregelmatige wijze is beëindigd. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 12 augustus 2016 werd ingediend, gevolgd door een exploot van betekening op 20 oktober 2016. Verweerder is echter niet verschenen op de zitting van 8 november 2016, ondanks de behoorlijke oproeping.

De rechter heeft vastgesteld dat er geen dringende reden was voor een ontslag op staande voet, waardoor het ontslag van verzoeker op 5 februari 2016 als kennelijk onredelijk wordt beschouwd. De vordering van verzoeker tot verklaring voor recht is toegewezen, evenals de vorderingen tot betaling van de opzeggingstermijn, cessantia-uitkering, schadevergoeding en wettelijke verhoging. De rechter heeft verweerder, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op Afl. 50,- aan griffierecht, Afl. 185,25 aan explootkosten en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde.

De beschikking is uitgesproken op 10 januari 2017, waarbij verzoeker toestemming is verleend om kosteloos te procederen. De rechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor de onderdelen die betrekking hebben op de vorderingen van verzoeker.

Uitspraak

Beschikking d.d. 10 januari 2017
Behorend bij EJ nr. 1918 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam1],
wonende te Aruba,
VERZOEKER, hierna: E*,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
[naam2] h.o.d.n. VROLIJK CONTRACTOR AND MULTI SERVICES,
wonende en gevestigd te [adres] in Aruba,
VERWEERDER, hierna: G*,
niet verschenen.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 12 augustus 2016;
- het exploot van betekening d.d. 20 oktober 2016, waarbij verweerder wederom is opgeroepen om op 8 november 2016 een verweerschrift in te dienen en te verschijnen voor de behandeling. G* is, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen.
1.2
De beschikking is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Verzoeker verzoekt het gerecht toestemming om kosteloos te mogen procederen en om bij beschikking voor recht te verklaren dat het dienstverband tussen partijen op onregelmatige wijze is beëindigd en dat het aan verzoeker verleende ontslag kennelijk onredelijk is en, uitvoerbaarverklaring bij voorraad, verweerder te veroordelen aan verzoeker tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een somma van Afl. 8.400,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande 11 augustus 2016, kosten rechtens.

3.DE BEOORDELING

3.1
Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem aangeboden mogelijkheid om verweer te voeren. Niet is komen vast te staan dat sprake was van een dringende reden voor een ontslag op staande voet, zodat moet worden geconcludeerd dat de dienstbetrekking op onregelmatige wijze is beëindigd en dat het op 5 februari 2016 aan verzoeker gegeven ontslag kennelijk onredelijk is. De vordering tot verklaring voor recht zal om die reden worden toegewezen. Nu er van de zijde van verweerder geen verweer is gevoerd tegen de vordering tot betaling aan verzoeker terzake de opzeggingstermijn, de cessantia-uitkering, de schadevergoeding, en deze voldoende zijn onderbouwd, zal het gerecht de vorderingen toewijzen. Datzelfde geldt voor de vordering tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BW met matiging tot de gebruikelijke 15% en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW.
3.2
Verweerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op Afl. 50,- griffierecht, op Afl. 185,25 aan explootkosten en op Afl. 500,- aan salaris van gemachtigde.
3.3
Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan verzoeker toestemming worden verleend om kosteloos te mogen procederen.

4.DE BESLISSING

De rechter:
4.1
verleent verzoeker toestemming om kosteloos te mogen procederen;
4.2
verklaart voor recht dat het op 5 februari 2016 door verweerder aan verzoeker gegeven ontslag onregelmatig is;
4.3
verklaart voor recht dat het op 5 februari 2016 door verweerder aan verzoeker gegeven ontslag kennelijk onredelijk is;
4.4
veroordeelt verweerder om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan verzoeker te betalen Afl. 8.400,-, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7A:1614q BW gemaximeerd op 15% en de wettelijke rente vanaf de dag der indiening van het verzoekschrift, 11 augustus 2016 tot de dag der voldoening;
4.5
veroordeelt verweerder in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van verzoeker worden begroot op Afl. 50, aan griffierecht, Afl. 185,25 aan explootkosten, Afl. 500, aan salaris van de gemachtigde;
4.6
verklaart deze beschikking voor de onderdelen 4.2 tot en met 4.5 uitvoerbaar bij voorraad;
4.7
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 10 januari 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.