ECLI:NL:OGEAA:2017:787
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van aanslagen inkomstenbelasting en bevoegdheid van de Inspecteur
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de tijdigheid van aanslagen inkomstenbelasting die zijn opgelegd aan de belanghebbende over de jaren 2010 en 2011. De Inspecteur der Belastingen heeft op 31 december 2015 en 31 augustus 2016 aanslagen opgelegd van respectievelijk Afl. 12.451 en Afl. 13.488. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur heeft deze gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld. De kern van het geschil is of de aanslagen tijdig zijn opgelegd, aangezien de belanghebbende meent dat dit niet het geval is. Hij stelt dat hij de aanslagen eenvoudiger had kunnen betalen als deze eerder waren opgelegd, omdat hij toen nog looninkomsten genoot. De Inspecteur daarentegen stelt dat de aanslagen binnen de wettelijk toegestane termijn van vijf jaar zijn opgelegd, en dat hij geen onbehoorlijk bestuur kan worden verweten voor het benutten van deze termijn.
De rechter oordeelt dat de Inspecteur inderdaad de wettelijke termijn heeft gerespecteerd en dat de aanslagen tijdig zijn opgelegd. De rechter wijst erop dat, hoewel het de voorkeur heeft om aanslagen zo snel mogelijk op te leggen, de Inspecteur wettelijk gezien het recht heeft om de volledige termijn te benutten. De omstandigheid dat het voor de belanghebbende moeilijker is om de aanslagen te betalen, doet hier niet aan af. De rechter verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de beslissing van de Inspecteur.