ECLI:NL:OGEAA:2017:773

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 oktober 2017
Publicatiedatum
3 oktober 2017
Zaaknummer
AUA201700907
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake vergunning tot verblijf op basis van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 2 oktober 2017 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door een appellant tegen de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie. De appellant had eerder op 13 januari 2017 een verzoek om verlening van een vergunning tot verblijf ingediend, welke door de verweerder was afgewezen. Hiertegen heeft de appellant op 30 januari 2017 bezwaar gemaakt. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft de appellant op 22 mei 2017 beroep ingesteld bij het gerecht.

Tijdens de procedure heeft de verweerder op 7 augustus 2017 een verweerschrift ingediend. In dit verweerschrift werd aangegeven dat er inmiddels op 21 juli 2017 op het bezwaar van de appellant was beslist en dat de verzochte vergunning was verleend, mits de appellant de verschuldigde retributies zou betalen. Het gerecht heeft vastgesteld dat het belang aan het beroep was komen te ontvallen, omdat de appellant inmiddels de vergunning had verkregen.

De rechter heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing werd uitgesproken door mr. D.J. Jansen ter openbare terechtzitting op 2 oktober 2017. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de datum van de uitspraak moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 2 oktober 2017
AUA201700907
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonend in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:
de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. N.R. Sneek (DIMAS).

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 13 januari 2017 heeft verweerder een verzoek van appellant om verlening van een vergunning tot verblijf afgewezen.
Daartegen heeft appellant op 30 januari 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 22 mei 2017 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Op 7 augustus 2017 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 32, aanhef en onder a, kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
2.2
In het verweerschrift heeft verweerder te kennen gegeven dat bij beschikking van 21 juli 2017 op het bezwaar van appellant is beslist en dat aan hem de verzochte vergunning is verleend. Het gerecht begrijpt dat de vergunning aan appellant zal worden uitgereikt nadat hij de retributies heeft betaald. Een afschrift van de vergunning, is bij het verweerschrift gevoegd. Onder deze omstandigheden is het belang aan het beroep komen te ontvallen.
2.3
Het beroep is niet-ontvankelijk.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 2 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).