ECLI:NL:OGEAA:2017:768

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 september 2017
Publicatiedatum
3 oktober 2017
Zaaknummer
A.R. 2802 van 2016 / AUA201600700
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en ontbinding van koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een auto

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Aruba, een koopovereenkomst gesloten met BYD ARUBA N.V. voor de aankoop van een nieuwe auto van het merk BYD, model GL-i 1.0, op 5 november 2013. De koopprijs bedroeg Afl. 22.000,-. Eiseres heeft een geldleningsovereenkomst afgesloten met Aruba Bank N.V. voor hetzelfde bedrag. Na de aankoop heeft eiseres herhaaldelijk problemen ondervonden met de transmissie van de auto, die niet adequaat door BYD zijn verholpen. Eiseres heeft BYD op 6 september 2016 in gebreke gesteld en de koopovereenkomst op 5 oktober 2016 buitengerechtelijk ontbonden, omdat BYD tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst.

BYD heeft verweer gevoerd tegen de vordering van eiseres, die onder andere vorderde dat het Gerecht zou verklaren dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen op basis van de koopovereenkomst en dat de overeenkomst rechtsgeldig was ontbonden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de auto niet voldeed aan de eigenschappen die eiseres op grond van de overeenkomst mocht verwachten, en dat BYD in verzuim was geraakt. Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres de koopovereenkomst terecht heeft ontbonden en dat BYD verplicht is om de betaalde koopsom terug te betalen, verminderd met een gebruiksvergoeding.

Het Gerecht heeft BYD veroordeeld tot betaling van Afl. 17.600,- aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding, en heeft BYD in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 27 september 2017 door rechter mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis van 27 september 2017
Behorend bij A.R. 2802 van 2016 / AUA201600700
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
wonende in Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. D.C. Lopez Paz,
tegen:
de naamloze vennootschap
BYD ARUBA N.V.,
gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: BYD,
gemachtigde: mr. P.R.C. Brown.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 mei 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 23 juni 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen [eiseres] bij haar gemachtigde voornoemd en BYD bij haar gemachtigde voornoemd en de heer [naam X] (chief operating officer van Garage Cordia).
- de akte uitlating van eiseres.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hebben op 5 november 2013 een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) gesloten met betrekking tot een nieuwe auto van het merk BYD, model GL-i 1.0 van het jaar 2014, met VIN-nummer XXXXXXXXX (hierna: de auto) tegen een koopprijs van Afl. 22.000,-.
2.2 [
eiseres] is een geldleningsovereenkomst aangegaan met Aruba Bank N.V. voor het bedrag van Afl. 22.000,-. Bij vervroegde aflossing is [eiseres] een boete van 3% van het totale uitstaande bedrag verschuldigd.
2.3
Na 26 februari 2016 zijn herhaaldelijk problemen opgetreden rond de transmissie van de auto. [eiseres] heeft herhaaldelijk aan BYD verzocht om die gebreken te herstellen. De door BYD uitgevoerde reparaties hebben het gebrek niet kunnen verhelpen.
2.4 [
eiseres] heeft BYD bij brief d.d. 6 september 2016 in gebreke gesteld:
2.5
Bij brief van 5 oktober 2016 heeft [eiseres] de koopovereenkomst met BYD buitengerechtelijk ontbonden. Als grond voor de ontbinding voert zij aan dat BYD is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Tevens kan er niet meer worden gesproken van herstel binnen een redelijke termijn ex art. 7:21 BWA, noch van het voorkomen van ernstige overlast. Zij heeft de ontbinding herhaald op 31 oktober 2016.
2.6
Sedert 5 oktober 2016 bevindt de auto zich onder BYD.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht - bij uitvoerbaar bij voorraad - te verklaren vonnis:
a. voor recht verklaart dat de auto niet de eigenschappen die [eiseres] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten bezit;
b. primair: voor recht verklaart dat de koopovereenkomst is ontbonden op 5 oktober 2016 althans op 31 oktober 2016;
subsidiair: de koopovereenkomst ontbindt met ingang van de dag van het door het Gerecht te wijzen vonnis;
c. BYD veroordeelt om aan [eiseres], tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen het bedrag van Afl. 23.320,-, althans een door het Gerecht in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 oktober 2016 althans 31 oktober 2016, althans een door het Gerecht vast te stellen datum, tot de dag der algehele voldoening;
d. BYD veroordeelt om aan [eiseres] schadevergoeding te betalen zoals vermeld in het verzoekschrift, te verhogen met de wettelijke rente hierover berekend vanaf de datum van de ontbinding tot de dag der algehele voldoening;
e. althans een zodanige beslissing in goede justitie te nemen;
f. BYD veroordeelt in de proceskosten.
3.2 [
eiseres] grondt de vordering op tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst.
3.3
BYD voert hiertegen verweer, strekkende tot afwijzing van de vordering, althans toewijzing van het bedrag van Afl. 13.200,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2016, kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vaststaat dat tussen partijen een koopovereenkomst heeft bestaan. Bij het aangaan van deze koopovereenkomst handelde [eiseres] niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, waardoor sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW.
4.2 [
eiseres] heeft gesteld dat de auto niet de eigenschappen bezat die zij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Zij heeft een aantal keren aan BYD verzocht om de gebreken te herstellen. Nadat de reparaties aan de auto niet afdoende waren heeft [eiseres] BYD bij brief d.d. 6 september 2016 in gebreke gesteld, waarbij een termijn is gegeven van 4 weken om met een gedegen oplossing te komen. Nadat BYD hieraan geen gevolg heeft gegeven, heeft [eiseres] de koopovereenkomst bij brief van 5 oktober 2016 buitengerechtelijk ontbonden.
4.3
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:17 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij niet die eigenschappen bezit, die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag in het bijzonder verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval waaronder de aard van de zaak, mededelingen van de verkoper, de prijs en de overige omstandigheden waaronder de koop plaatsvond. In het geval van non-conformiteit kan, ingevolge het bepaalde in artikel 7:21 sub b BW, de koper herstel eisen, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen.
4.4
Het Gerecht is van oordeel dat van een nieuwe auto mag verwacht worden dat deze gedurende geruime tijd probleemloos functioneert. De auto had echter een groot aantal gebreken die binnen afzienbare tijd na levering van de auto aan het licht zijn gekomen, waardoor de auto veelvuldig en langdurig terug moest naar de garage. Die reparaties aan de auto waren echter vaak niet afdoende. De problemen rond de transmissie heeft BYD niet kunnen verhelpen. Bovendien zijn er geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die er op wijzen dat deze gebreken het gevolg waren van gebeurtenissen na de levering of van het rijgedrag van [eiseres]. Nu de auto aldus niet voldeed aan hetgeen [eiseres] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten, is sprake van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van BYD. Ingevolge artikel 7:21 sub b BW kon [eiseres] herstel of vervanging eisen. Bij brief van 6 september 2017 heeft [eiseres] BYD in gebreke gesteld en is aan BYD verzocht om de defecte onderdelen te repareren of te vervangen. Aan dit verzoek heeft BYD geen gehoor gegeven. Uit de hiervoor vermelde feitelijkheden volgt dat BYD in verzuim is geraakt. Nu dat BYD in verzuim is geraakt en de eventuele gebreken de buitengerechtelijke ontbinding rechtvaardigen staat daarmee vast dat [eiseres] de koopovereenkomst op 5 oktober 2016 terecht buitengerechtelijk heeft ontbonden. BYD heeft zich tegen die ontbinding verder niet verzet.
4.5
Op grond van artikel 6:271 BW bevrijdt de ontbinding partijen van de daardoor getroffen verbintenissen. In voornoemde situatie betekent dat dat voor partijen een verbintenis is ontstaan tot ongedaanmaking van de door hen ontvangen prestaties. [eiseres] heeft van haar kant voldaan aan deze verplichting tot ongedaanmaking aangezien zij de auto heeft geretourneerd. Dit is door BYD niet weersproken. BYD heeft anderzijds niet aan de verplichting tot ongedaanmaking, namelijk het terugbetalen van de betaalde koopsom, voldaan zodat de vordering in zoverre, in beginsel, voor toewijzing in aanmerking komt.
4.6
BYD heeft, onweersproken, gesteld dat de auto door [eiseres] is gebruikt voor meer dan 2 jaar. BYD voert verder aan dat [eiseres] hierdoor is verrijkt doordat zij met de auto, al was het met de nodige problemen, heeft gereden. Bovendien is het in strijd met de redelijkheid en billijkheid om de volledige koopprijs terug te betalen aan [eiseres]. BYD meent dat [eiseres] een gebruiksvergoeding is verschuldigd gelijk aan de afschrijving op de auto over de eerste twee jaar. BYD berekent dit op grond van een “
Insurance & Insurance brokers depreciation calculation”, namelijk bij een aanschafwaarde van een nieuwe auto van het merk BYD voor het bedrag van Afl. 22.000,- en een gebruiksduur van 2 jaar, blijft een restwaarde van Afl. 13.200,-. Het Gerecht begrijpt deze stelling van BYD aldus dat BYD zich erop beroept dat een vergoeding, namelijk het bedrag van Afl. 8.800,-, op de door haar aan [eiseres] terug te betalen koopsom in mindering moet worden gebracht vanwege het gebruiksgenot dat [eiseres] had van de auto gedurende die 2 jaar en 3 maanden.
4.7 [
eiseres] voert hiertegen aan dat het uitgangspunt is dat een verkoper geen recht heeft op een vergoeding indien de koper op goede gronden de overeenkomst ontbindt, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden. [eiseres] heeft gesteld dat zij met de auto heeft gereden met de vastgestelde gebreken waardoor het gebruik van de auto niet optimaal was. [eiseres] maakt tevens bezwaar tegen de gehanteerde berekening van BYD, omdat het zou dan betekenen dat het risico voor [eiseres] komt en niet voor BYD.
4.8
Het Gerecht oordeelt als volgt. De berekening van BYD betreffende de gebruiksvergoeding gaat kennelijk uit van een zonder gebreken functionerende nieuwe auto. Daarvan is echter in casu geen sprake. Dit betekent niet dat [eiseres] geen gebruiksvergoeding is verschuldigd, want ook een auto met gebreken heeft immers enige gebruikswaarde, hetgeen ook blijkt uit het feit dat [eiseres] de auto ongeveer 2 jaar heeft gebruikt. [eiseres] heeft echter onweersproken aangevoerd dat zij de auto reeds 10 keer voor reparaties naar de garage moest brengen en dat het gebruik van de auto levensgevaarlijk is geworden. Wegens die storingen van de auto met alle onverwachte mogelijke gevolgen voor [eiseres] halveert het Gerecht schattenderwijs de afschrijving op die auto, waardoor het aan [eiseres] terug te betalen bedrag uitkomt op (afgerond) Afl. 17.600,-.
4.9 [
eiseres] vordert voorts kosten die verband houden met de geldlening. Hierbij gaat het
-naar het Gerecht begrijpt- om de
Balance Protection Fee, rente, en het eventueel bedrag aan boete in het geval van vroegtijdige aflossing. Dit onderdeel van de vordering wordt echter afgewezen. Met het thans te betalen bedrag wordt [eiseres] immers in staat gesteld een andere auto te kopen, waardoor zij ook de geldlening kan laten doorlopen. Voor het overige is de schade speculatief.
4.1
Als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij wordt BYD in de kosten van het geschil veroordeeld. Hierbij betrekt het Gerecht dat BYD ook niet het bedrag dat zij meende in ieder geval aan [eiseres] verschuldigd te zijn, reeds heeft voldaan.

5.DE UITSPRAAK

het Gerecht:
verklaart voor recht dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst tussen partijen d.d. 5 november 2013;
verklaart voor recht dat de overeenkomst op 5 oktober 2016 rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden door [eiseres];
veroordeelt BYD tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van Afl. 17.600,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt BYD in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 199,90 aan explootkosten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.