ECLI:NL:OGEAA:2017:767

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 september 2017
Publicatiedatum
3 oktober 2017
Zaaknummer
A.R. 2215 van 2015 (AUA201500261)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiel recht, bewijsopdracht en deugdelijke administratie in een geschil over een schuld

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de vraag centraal of eiser, [eiser], kon bewijzen dat gedaagde, [gedaagde], nog een schuld aan hem had van Afl. 12.580,00. Deze schuld was gebaseerd op een letra de cambio, gedateerd op 26 oktober 2014. De procedure volgde op een eerdere uitspraak van 29 juni 2016 en getuigenverhoren die plaatsvonden op 18 januari en 9 mei 2017. Eiser diende bewijs te leveren van de schuld, inclusief de totstandkoming van de letra de cambio op of omstreeks 2 augustus 2015.

Eiser heeft één getuige, zijn echtgenote, laten horen, terwijl gedaagde ook één getuige, zijn vriendin, heeft opgeroepen. Het Gerecht oordeelde dat de verklaring van de echtgenote van eiser onvoldoende specifiek was en dat zij niet aanwezig was bij het gesprek tussen eiser en gedaagde over de letra de cambio. De vriendin van gedaagde verklaarde bovendien dat de vrouw van eiser niet bij gedaagde was in augustus 2015, maar in juni van dat jaar. Dit leidde het Gerecht tot de conclusie dat eiser niet in zijn bewijsopdracht was geslaagd.

Daarnaast werd opgemerkt dat eiser een slechte administratie bijhield van betalingen door schuldenaren, wat bijdroeg aan de onduidelijkheid over de schuld. Het Gerecht oordeelde dat eiser een deugdelijke en inzichtelijke administratie diende te voeren, vooral gezien het feit dat zijn klanten zich aan de onderkant van de markt bevonden en kwetsbaar waren. De vordering van eiser werd afgewezen, en in reconventie werd het beslag dat eiser had gelegd opgeheven, omdat het bestaan van de vordering onvoldoende was gebleken. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 27 september 2017 door mr. J. Sap.

Uitspraak

Vonnis van 27 september 2017
Behorend bij A.R. 2215 van 2015 (AUA201500261)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
te Aruba,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: advocaat mr. D.L. Emerencia.

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 29 juni 2016;
- de processen-verbaal van getuigenverhoor van 18 januari 2017 en 9 mei 2017;
- de conclusie na enquête aan de zijde van [eiser]
- de antwoordconclusie na enquête aan de zijde van [gedaagde].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

2.1
Aan [eiser] was opgedragen te bewijzen dat [gedaagde] nog een schuld aan hem heeft van Afl. 12.580,00 zoals die blijkt uit de letra de cambio gedateerd op 26 oktober 2014, waarbij [eiser] in dit verband ook het bewijs mag leveren dat op of omstreeks 2 augustus 2015 deze letra de cambio tussen partijen is tot stand gekomen, althans dat op dat moment nog sprake was van een schuld van Afl. 12.580,00.
2.2
Ter voldoening aan deze bewijsopdracht heeft [eiser] één getuige laten horen, te weten zijn echtgenote. In contra-enquête heeft [gedaagde] ook één getuige laten horen, namelijk zijn vriendin.
2.3
Op basis van hetgeen de getuigen hebben verklaard oordeelt het Gerecht dat [eiser] niet geslaagd is in het hem opgedragen bewijs. De verklaring van zijn echtgenote is onvoldoende specifiek en bovendien heeft zij verklaard dat zij niet bij het gesprek tussen haar man en [gedaagde] aanwezig was op het moment dat hij de nieuwe letra di cambio zou hebben verkregen. Zij kan dan ook niet verklaren wat er tussen hen is besproken. Ook moet worden geconstateerd dat de vriendin van [gedaagde] heeft verklaard dat in augustus 2015 de vrouw van [eiser] niet bij [gedaagde] is geweest, maar dat dit laatstelijk in juni 2015 was.
2.4
Gevoegd bij de al bestaande onduidelijkheid rond het tot stand komen van de “nieuwe” letra di cambio en het gegeven dat er geen noodzaak was om de oorspronkelijke letra di cambio af te geven aan [gedaagde], leidt ertoe dat het Gerecht oordeelt dat [eiser] niet heeft kunnen aantonen dat [gedaagde] nog een schuld aan hem had ten belope van
Afl. 12.580,-.
2.5
Hierbij betrekt het Gerecht ook dat [eiser] een slechte administratie bijhoudt van betalingen die door schuldenaren worden gedaan en dat zijn klanten zich aan de onderkant van de markt bevinden en kwetsbaar zijn. Verwacht mag worden dat [eiser] een deugdelijke en inzichtelijke administratie voert, waaruit de verplichtingen van de schuldenaar telkens blijkt.
2.6
De vordering van [eiser] zal worden afgewezen. In reconventie heeft [gedaagde] opheffing van het door [eiser] gelegde beslag gevorderd. Dat zal in na te melden zin worden toegewezen, nu het bestaan van de vordering van [eiser] onvoldoende is gebleken. Voor zover [gedaagde] uit hoofde van dat beslag al gelden onder zich heeft gekregen zullen die moeten worden terugbetaald, maar nu niet is gebleken dat [eiser] al gelden onder zich heeft gekregen, zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
2.7 [
eiser] zal in de proceskosten worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie
wijst het gevorderde af;
in reconventie
heft op het op 24 september 2015 onder Bunga Indonesia gelegde derdenbeslag ten laste van [gedaagde];
wijst het meer of anders gevorderde af;
in conventie en in reconventie:
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 4.000,- aan salaris van de gemachtigde (4 punten, tarief 4);
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.