ECLI:NL:OGEAA:2017:760

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 september 2017
Publicatiedatum
2 oktober 2017
Zaaknummer
E.J. 1130 van 2017 (AUA201701059)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verlies van vertrouwen en wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de vennootschap Merantillas V.B.A. (hierna: Riu) en haar werknemer [X]. De werknemer was sinds 10 juli 2007 in dienst bij Riu en vervulde de functie van 'Segundo Maitre D'. Riu heeft het verzoek tot ontbinding ingediend op basis van een dringende reden, namelijk het manipuleren van enquêteformulieren die door klanten waren ingevuld. Riu stelde dat de werknemer de formulieren had vervalst, wat leidde tot een verlies van vertrouwen in zijn functioneren.

Tijdens de procedure heeft [X] erkend dat hij de formulieren had ingevuld, maar stelde dat hij dit deed in opdracht van het management. Het Gerecht heeft het verzoek op basis van de dringende reden afgewezen, omdat de gedraging niet ernstig genoeg werd geacht. Wel werd het verzoek op subsidiaire grond, namelijk wijziging van omstandigheden, toegewezen. Het Gerecht oordeelde dat het verlies van vertrouwen in [X] voldoende was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De ontbinding gaat in per 1 oktober 2017. Het Gerecht heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het verzoek van Riu om een vergoeding voor [X] werd afgewezen, omdat de werknemer in de afgelopen periode zijn salaris onverminderd had ontvangen. De beschikking werd uitgesproken door mr. J. Sap in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 26 september 2017
Behorend bij E.J. 1130 van 2017 (AUA201701059)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MERANTILLAS V.B.A.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Riu,
gemachtigde: advocaat mr. L.J. Pieters,
tegen:
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: advocaat mr. H. Figaroa.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van Riu;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van [X];
- de aantekeningen van de griffier van de zitting van 7 juli 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.HET VERZOEK EN DE BEOORDELING

2.1 [
X] is op 10 juli 2007 in dienst getreden bij Riu en is daar laatstelijk werkzaam in het onderdeel Riu Palace Antillas in de functie van “Segundo Maitre D” tegen een salaris van Afl. 2.886,83, vermeerderd met emolumenten, per quincena.
2.2
In het kader van haar kwaliteitsbevordering maakt Riu gebruik van enquêteformulieren (papeletas) die door klanten kunnen worden ingevuld. Deze formulieren worden extern verwerkt. Op basis van die formulieren onderneemt Riu, zo nodig, actie ter verbetering van haar diensten en producten.
2.3
In het najaar van 2016 heeft Riu opvallend afwijkende scores waargenomen in de formulieren. Omdat op basis van de ingevulde formulieren vermoed werd dat die waren gemanipuleerd heeft Riu daarnaar onderzoek ingesteld en [X] geconfronteerd met haar bevindingen. In een tweetal gesprekken, waarvan één plaatsvond op 23 november 2016 heeft [X] erkend dat hij de formulieren die blanco waren zelf of door een ondergeschikte heeft ingevuld en scores toegekend die hij goed achtte.
2.4
Riu heeft [X] vervolgens op non actief gesteld en onderhavig verzoek ingediend. Dat verzoek baseert zij primair op een dringende reden en subsidiair op een wijziging van omstandigheden. Voor toekenning van enige vergoeding ziet zij geen grond. Zij legt naast het vermelde feitencomplex aan het verzoek ten grondslag dat door het manipuleren van de formulieren een juiste meting van de dienstverlening niet meer mogelijk is en dat van [X] in een “hogere functie” juist mag worden verwacht dat hij begrijpt wat het belang is van de formulieren. Het vervalsen van de formulieren neemt Riu zeer hoog op.
2.5 [
X] heeft op zich niet ontkend dat hij de formulieren zelf heeft ingevuld dan wel heeft laten invullen. Hij verweert zich echter met de stelling dat hij dit deed in opdracht van de leiding van Riu. Hiertoe beroept hij zich op een whattsapp-bericht dat hij heeft gevoerd met een zekere [A], waarin melding wordt gemaakt van een opdracht van een ander. Dat gesprek vond plaats nadat [X] de gesprekken heeft gevoerd met de vertegenwoordiging van Riu. Hector is volgens [X] degene die de formulieren heeft ingevuld. Bovendien wordt het manipuleren van de formulieren volgens [X] door het management van Riu zelf georkestreerd en kwam dat ook op grote schaal voor. Daarnaar is volgens [X] nu onderzoek ingesteld en dat moet eerst worden afgewacht. Voorts heeft [X] aangevoerd dat er teveel tijd is verstreken tussen de verweten gedraging en het verzoek, zodat het ook om die reden moet worden afgewezen. Indien toch ontbinding volgt verlangt [X] een vergoeding.
2.6
Het verzoek is primair gebaseerd op een dringende reden. Het verweer dat Riu met dat verzoek op deze grond te laat is wordt door het Gerecht verworpen, nu de wet de mogelijkheid biedt om op basis van art. 7A:1615w BW te allen tijde een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen. Het verzoek op deze grond wordt echter afgewezen, omdat het Gerecht de gedraging niet ernstig genoeg vindt voor het aannemen van een dringende reden. Het lijkt slechts te gaan om enkele formulieren en aangenomen mag worden dat dit op het totaal een betrekkelijk geringe invloed zal hebben gehad. Bovendien is een formulier dat door een toerist kan worden ingevuld nooit vrij van manipulatie, nu ze uit ballorigheid door een derde kunnen worden veranderd en bovendien ingevuld op tafel blijven liggen.
2.7
Dat Riu er bezwaar tegen heeft gehad dat [X] de formulieren zelf (of door een derde) heeft ingevuld is wel voorstelbaar. Van een persoon in een leidinggevende positie mag ander gedrag worden verwacht. In zoverre is het verzoek wel toewijsbaar op de subsidiaire grond, te weten een wijziging van omstandigheden gelegen in het verlies aan vertrouwen in [X].
2.8
Het verweer van [X] dat hij het manipuleren in opdracht deed en dat het management daarbij was betrokken wordt verworpen. De enige aanwijzing voor die gedachte komt uit een gesprek tussen [X] en [A], waarvan de datum noch de omstandigheden waaronder het plaatsvond vaststaan. Bovendien heeft [X] in het gesprek met de leiding van Riu het vervalsen toegegeven, zonder toen ook maar één opmerking te maken over de betrokkenheid van het management.
2.9
Hoewel bij een ontbinding wegens een wijziging van omstandigheden de mogelijkheid bestaat om aan de werknemer een vergoeding toe te kennen, zal het Gerecht dat niet doen. De ontbinding is immers gebaseerd op een gedraging waarvan alleen hem een verwijt kan worden gemaakt. Bovendien heeft Riu het salaris van [X] in de afgelopen periode onverminderd doorbetaald.
2.1
Omdat overeenkomstig het verzoek van Riu wordt beslist hoeft haar geen termijn te worden gegeven het verzoek in te trekken.
2.11
Het Gerecht acht termen aanwezig om de proceskosten te compenseren.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2017;
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 26 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.