ECLI:NL:OGEAA:2017:742

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 september 2017
Publicatiedatum
28 september 2017
Zaaknummer
A.R. no. 2856 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en vordering tot huurpenningen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen twee partijen die in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd en later zijn gescheiden. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.O. Lopez, vordert huurpenningen van de gedaagde, die de woning die aan haar is toebedeeld, verhuurt. De eiser stelt dat hij recht heeft op een deel van de huurinkomsten, maar de gedaagde betwist dit en verwijst naar de reeds vastgestelde verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De rechter heeft vastgesteld dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op 10 juni 2015 is vastgesteld, maar dat de notariële vastlegging hiervan nog niet heeft plaatsgevonden. De gedaagde heeft de helft van de huurinkomsten tot september 2013 aan de eiser afgedragen, maar heeft daarna geweigerd verder te betalen vanwege onenigheid over onderhoudskosten. De rechter oordeelt dat de eiser zijn medewerking aan de notariële afwikkeling heeft geweigerd en dat hij daarom geen recht heeft op de gevorderde huurpenningen. De vordering van de eiser wordt afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Vonnis van 20 september 2017
Behorend bij A.R. no. 2856 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[EISER],
wonende in Aruba,
eiser,
nader te noemen “[eiser]”,
gemachtigde: mr. M.O. Lopez
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende in Aruba,
nader te noemen: “[gedaagde]”,
gedaagde,
procederende in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen zijn op [huwelijksdatum] 1990 in Aruba in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Bij beschikking van 22 augustus 2011 van dit gerecht is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Het huwelijk is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand op 19 oktober 2011.
2.2
Het gerecht heeft bij eindvonnis van 10 juni 2015 de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. Partijen hebben de verdeling, zoals door partijen beoogd en door het gerecht bepaald, nog niet laten vastleggen in een notariële akte. Ook heeft nog geen notariële levering van onroerende goederen plaatsgevonden.
2.3
De woning gelegen te [adres], die bij voornoemd vonnis werd toebedeeld aan [gedaagde], wordt door [gedaagde] (deels) verhuurd. [gedaagde] heeft tot september 2013 de helft van de ontvangen huurinkomsten afgedragen aan [eiser].
2.4 [
eiser] heeft na daartoe bekomen verlof op 9 november 2016 conservatoir derdenbeslag laten leggen onder notariskantoor Yarzagaray ten laste van [gedaagde].

3.DE VORDERING EN STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert - samengevat – na vermindering van eis dat het gerecht:
I [gedaagde] veroordeelt, uitvoerbaar bij voorraad, om aan [eiser] te betalen het bedrag van Afl. 26.600,00 vermeerderd met 1,5% rente per maand vanaf 12 februari 2016 en vermeerderd met 15% incassokosten;
II alsmede de maandelijkse huurpenningen ad Afl. 700,00 per maand vanaf 8 november 2016 totdat een notariele scheiding en deling heeft plaatsgevonden;
III [gedaagde] veroordeelt in de kosten, kosten rechtens.
3.2 [
eiser] grondt zijn vordering op wanprestatie en voert het volgende aan ter onderbouwing van zijn vordering. [eiser] verwachtte dat bij de algehele afrekening en overdracht ten overstaan van de notaris de hem toekomende huurpenningen verrekend zouden worden. Dit bleek niet het geval te zijn.
3.3 [
gedaagde] heeft samengevat het volgende verweer gevoerd. [eiser] heeft geen medewerking verleend aan de notariële vastlegging van de boedelverdeling. Conform het verdelingsvonnis is de woning te [adres] toebedeeld aan [gedaagde] en [eiser] dient een bedrag van Afl. 18.802,50 aan [gedaagde] te vergoeden voor gemaakte onderhoudskosten. Dit bedrag is tot stand gekomen op grond van een door [gedaagde] overgelegd overzicht van huurinkomsten tot en met augustus 2013 en onderhoudskosten over de jaren 2012 en 2013. [gedaagde] is met ingang van september 2013 gestopt met het betalen van de helft van de huurpenningen omdat er onenigheid bestond over vergoeding van de door [gedaagde] gemaakte onkosten. [gedaagde] weigert mee te werken aan de tenuitvoerlegging van het verdelingsvonnis. [gedaagde] heeft zich tot de notaris gewend en de notariële akte van verdeling zou op 9 november 2016 worden verleden. [eiser] liet echter verstek gaan als gevolg van ziekte, waarna beslaglegging volgde. Indien [gedaagde] gehouden is de ontvangen huurpenningen af te dragen, dan wenst zij onderhoudskosten in verrekening te brengen die de af te dragen huurontvangsten overstijgen. [eiser] dient bovendien op basis van het verdelingsvonnis een overbedelingsvergoeding te voldoen aan [gedaagde].
3.4
Op de stellingen van partijen zal, voor zover nodig, hierna verder worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Als onderdeel van de door dit gerecht bij voormelde vonnis vastgestelde verdeling is de woning te [adres] aan [gedaagde] toebedeeld. Onderdeel van de vastgestelde verdeling, die een tussen partijen totstandgekomen deelregeling omvat, is voorts dat de verdeling, inclusief het door het gerecht vastgestelde gedeelte, in een notariële akte zal worden vastgelegd en dat betaling door [eiser] aan [gedaagde] van een overbedelingsvergoeding bij het verlijden van die akte zal plaatsvinden.
4.2 [
gedaagde] heeft onweersproken gesteld dat [eiser] zijn medewerking aan de notariële vastlegging/uitvoering van de verdeling heeft geweigerd. Niet valt in te zien waarom [eiser] aanspraak zou kunnen maken op de gevorderde huurpenningen. Immers, de verdeling is reeds vastgesteld, waarbij de betreffende woning aan [gedaagde] is toebedeeld, terwijl [eiser] zijn medewerking aan de notariële afwikkeling heeft geweigerd. Bovendien maakt [gedaagde] terecht aanspraak op vergoeding van onderhoudskosten over de periode waarover [eiser] thans huurpenningen vordert, zo [eiser] al aanspraak zou kunnen maken op de gevorderde huurpenningen. [eiser] heeft die onderhoudskosten slechts bloot betwist. Het gerecht gaat aan die betwisting voorbij, omdat [gedaagde] die kosten uitvoerig en deugdelijk aan de hand van onderliggende stukken heeft onderbouwd. Uit de reeds door dit gerecht vastgestelde verdeling vloeit voorts dat [eiser] bij het verlijden van de notariële akte per saldo een overbedelingsvergoeding dient te voldaan aan [gedaagde] die het door [eiser] thans gevorderde bedrag aan huurpenningen in vergaande mate overstijgt.
4.3
Uit het voorgaande vloeit voort dat de vordering van [eiser] niet voor toewijzing vatbaar is en zal worden afgewezen.
4.4
Aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn, zullen de proceskosten gecompenseerd worden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.