In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 19 september 2017, wordt het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over de minderjarige te verkrijgen behandeld. De vader, die eerder in Nederland woonde, heeft zijn verzoek gebaseerd op artikel 1:253o van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat het mogelijk maakt om het gezag te wijzigen indien de omstandigheden zijn veranderd. De moeder, die het gezag alleen uitoefent sinds de echtscheiding, is van mening dat de vader niet respectvol is en dat er weinig communicatie tussen hen is. De Voogdijraad heeft echter geconcludeerd dat er geen onaanvaardbaar risico bestaat voor de minderjarige en adviseert om het gezag gezamenlijk te delen.
Het gerecht heeft de argumenten van beide partijen en het advies van de Voogdijraad overwogen. Het heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om met elkaar te communiceren en dat het in het belang van de minderjarige is om gezamenlijk gezag uit te oefenen. De minderjarige heeft aangegeven meer contact met de vader te willen, wat ook in de beschikking is meegenomen. De omgangsregeling is vastgesteld, waarbij de vader en de minderjarige op bepaalde dagen en speciale gelegenheden samen tijd doorbrengen.
De beschikking is gegeven door rechter W.J. Noordhuizen, die de ouders heeft aangespoord om zich in te zetten voor een goede communicatie en samenwerking in het belang van hun kind.