ECLI:NL:OGEAA:2017:72
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en loonvordering in kort geding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap AMAST N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 22 december 2016 werd ingediend. Eiser vorderde betaling van achterstallig salaris en doorbetaling van loon na een ontslag op staande voet door Amast op 21 juni 2016. Eiser betwistte de rechtmatigheid van het ontslag, dat was gebaseerd op het wijzigen van zijn klokkaart zonder toestemming, wat door Amast werd aangeduid als diefstal van werktijd.
De feiten tonen aan dat Eiser op 26 januari 2016 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was aangegaan, die op 27 januari 2017 zou eindigen. Eiser had de werktijden van zijn collega's geregistreerd, maar wijzigde op 8 juni 2016 zijn eigen klokkaart, wat leidde tot zijn ontslag. Eiser heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor werk, maar Amast reageerde hier niet op.
Het Gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was, gezien het feit dat het een eenmalig incident betrof en dat er geen andere gedocumenteerde incidenten waren. Eiser werd in het gelijk gesteld voor zijn loonvordering tot 27 januari 2017, maar de wettelijke verhoging werd gematigd tot nihil. Amast werd veroordeeld in de proceskosten, en Eiser kreeg toestemming om kosteloos te procederen. Het vonnis werd uitgesproken op 1 februari 2017.