ECLI:NL:OGEAA:2017:708

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 september 2017
Publicatiedatum
13 september 2017
Zaaknummer
GAZA nr. AUA201700146
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen de weigering van benoeming in de functie van Hoofd Veterinaire Dienst

In deze zaak heeft klaagster, wonende te Aruba, een bezwaarschrift ingediend tegen de mededeling van de directeur van de Directie Volksgezondheid, waarin haar werd meegedeeld dat zij niet zou worden benoemd in de functie van Hoofd Veterinaire Dienst. De mededeling vond plaats tijdens een gesprek op 2 februari 2017, en klaagster heeft hierop op 24 februari 2017 bezwaar gemaakt. De verweerders, waaronder de Minister van Volksgezondheid en de Gouverneur van Aruba, hebben op 13 juni 2017 stukken ingediend ter ondersteuning van hun standpunt. De zaak is behandeld op de zitting van 19 juni 2017, waar klaagster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerders.

Het gerecht heeft overwogen dat, volgens artikel 35 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak, een bezwaarschrift kan worden ingediend tegen beschikkingen of handelingen van een administratief orgaan. Echter, het gerecht oordeelt dat de mededeling van de directeur niet kan worden aangemerkt als een voor beroep vatbare beslissing, omdat deze niet door het bevoegde gezag is gedaan. Daarom wordt het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft het gerecht opgemerkt dat als klaagster waarnemerstoelage wenst te ontvangen, zij een verzoek moet indienen. Pas na een beschikking op dat verzoek kan er eventueel bezwaar worden gemaakt. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen, ambtenarenrechter, op 11 september 2017, en partijen hebben het recht om binnen dertig dagen hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

Uitspraak van 11 september 2017
GAZA nr. AUA201700146
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het bezwaar als bedoeld in
de Landsverordening Ambtenarenrechtspraak (LA) van
[klaagster],
wonende te Aruba,
KLAAGSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. H.S. Croes,
tegen:

1.DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID,

2.DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
3.DE DIRECTEUR VAN DIRECTIE VOLKSGEZONDHEID,
zetelende te Aruba,
VERWEERDERS,
gemachtigde: dhr. A. Lumenier (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij brief van 17 januari 2017 heeft klaagster verzocht om haar te benoemen in de functie van Hoofd Veterinaire Dienst.
In een gesprek van 2 februari 2017 heeft de directeur van Directie Volksgezondheid klaagster medegedeeld dat zij niet zal worden benoemd in de functie van Hoofd Veterinaire Dienst.
Tegen deze mededeling heeft klaagster op 24 februari 2017 een bezwaarschrift ingediend.
De verweerders hebben op 13 juni 2017 stukken ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 19 juni 2017, alwaar zijn verschenen klaagster bijgestaan door haar gemachtigde en verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd.
Uitspraak is bepaald op heden.
2.
OVERWEGINGEN
2.1
Ingevolge artikel 35, eerste lid van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) kan een bezwaarschrift worden ingediend ter zake dat beschikkingen, handelingen of weigeringen (om te beschikken of te handelen) ten aanzien van een ambtenaar als zodanig, door een administratief orgaan genomen, feitelijk of rechtens met de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften strijden, of dat bij het nemen daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden waarvoor die bevoegdheid is gegeven.
2.2
Naar het oordeel van het gerecht kan de mededeling van de directeur van Directie Volksgezondheid van 2 februari 2017 niet worden aangemerkt als een voor beroep vatbare beslissing. Des temeer nu deze mededeling niet door het bevoegde gezag is gedaan. Het bezwaar dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3
Voor wat betreft het bezwaar tegen de weigering om aan klaagster waarnemerstoelage toe te kennen overweegt het gerecht dat indien klaagster waarnemerstoelage wenst te ontvangen over de periode van haar waarneming zij daartoe een verzoek dient in te dienen. Hierna kan klaagster eventueel bezwaar maken tegen een beschikking op dat verzoek.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 11 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Ieder der partijen is bevoegd tegen een door het gerecht genomen met redenen omklede eindbeslissing als bedoeld in artikel 89, hoger beroep in te stellen (art. 97, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak, indien de appellant in persoon of bij vertegenwoordiger dan wel gemachtigde bij de uitspraak tegenwoordig is geweest, en in de andere gevallen binnen dertig dagen na de dag van toezending of terhandstelling van een afschrift van de uitspraak, welke dag bij toezending aan de voet van het afschrift en bij terhandstelling op het ontvangstbewijs wordt vermeld (art. 98, eerste lid, LA).
Het hoger beroep wordt ingesteld door een beroepschrift aan de raad in te zenden ter griffie van die raad te Oranjestad (art. 98, tweede lid, LA).