ECLI:NL:OGEAA:2017:700

• Datum uitspraak: 6 september 2017
• Publicatiedatum: 11 september 2017
• Zaaknummer: A.R. 606 van 2017/AUA201700452
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: A.H.M. van de Leur
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Civiele procedure inzake geldlening met veroordeling tot betaling en proceskosten

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, een rechtszaak gestart tegen gedaagde, die procedeert in persoon. De zaak betreft een geldlening waarbij eiser een bedrag van Afl. 15.300,-- vordert van gedaagde, inclusief afsluitprovisie en rente. De procedure heeft een verloop gekend dat is vastgelegd in een tussenvonnis van 31 mei 2017, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 7 juli 2017. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en gereageerd op elkaars argumenten.

In het vonnis van 6 september 2017 heeft het Gerecht de eerdere overwegingen en beslissingen uit het tussenvonnis bevestigd. Gedaagde wordt veroordeeld om aan eiser het gevorderde bedrag te betalen, vermeerderd met rente over de hoofdsom van Afl. 14.600,-- vanaf 20 november 2016. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.097,03 aan verschotten en Afl. 2.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 6 september 2017

Behorend bij A.R. 606 van 2017/AUA201700452

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[Eiser],

wonende in Aruba,

EISER,

hierna ook te noemen: [EISER],

gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,

tegen:

[Gedaagde] h.o.d.n. THE GREATEST INTER EMPLOYMENT AGENCY ,

wonende in Aruba,

GEDAAGDE,

hierna ook te noemen: [Gedaagde],

procederend in persoon.

1. DE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure tot 31 mei 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De ingevolge dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 7 juli 2017. [Eiser] is ter zitting verschenen samen met haar gemachtigde. [Gedaagde] is in persoon verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.

1.2

Vonnis is bepaald op heden.

2. DE VERDERE BEOORDELING

2.1

Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.

2.2

Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.6 van het tussenvonnis zal [Gedaagde] worden veroordeeld om aan [Eiser] te betalen Afl. 15.300,-- (inclusief afsluitprovisie en overeengekomen rente van 1,5% maandelijks gerekend tot 20 november 2016), te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over de hoofdsom ad Afl. 14.600,-- gerekend vanaf 20 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.

2.3

Wat betreft de vordering van [Eiser] ter zake van boete wordt verwezen naar rechtsoverweging 2.7 van het tussenvonnis.

2.4

Wat betreft de vordering van [Eiser] ter zake van honoraria voor de advocaat wordt verwezen naar rechtsoverweging 2.8 van het tussenvonnis.

2.5 [

Gedaagde] zal, als zijnde de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [Eiser], tot aan deze procedure begroot op (750,-- + 222,25 + 257,72 + 257,72 + 222,24 + 193,55 + 193,55 =) Afl. 2.097,03 aan verschotten (griffiegelden en kosten van oproepingen) en Afl. 2.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 4, ad Afl. 1.000,-- per punt).

3. DE UITSPRAAK

Het Gerecht:

-veroordeelt [Gedaagde] om aan [Eiser] te betalen Afl. 15.300,-- (inclusief afsluitprovisie en overeengekomen rente van 1,5% maandelijks gerekend tot 20 november 2016), te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over Afl. 14.600,-- gerekend vanaf 20 november 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;

-veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van deze procedure, die tot de datum van uitspraak van dit vonnis aan de kant van [Eiser] worden begroot op Afl. 2.097,03 aan verschotten en Afl. 2.000,-- aan salaris voor de gemachtigde;

-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

-wijst af het meer of anders verzochte.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.