ECLI:NL:OGEAA:2017:698

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
11 september 2017
Zaaknummer
A.R. 1062 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure inzake schadevergoeding na inbraak met betrekking tot de rol van de assurantietussenpersoon

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, een inwoner van Aruba, een schadevergoeding gevorderd van Afl. 8.225,- van de naamloze vennootschap Boogaard Assurantiën N.V. naar aanleiding van een inbraak in zijn woning op 31 oktober 2013. Eiser had een inboedelverzekering afgesloten bij Boogaard, die na de inbraak een expert inschakelde. Deze expert constateerde geen braakschade, waarna Boogaard weigerde de schade te vergoeden. Eiser heeft daarop Boogaard aangesproken, maar Boogaard stelde dat de verzekeringsmaatschappij Treston verantwoordelijk was voor de schadevergoeding.

Het Gerecht heeft de positie van Boogaard ten opzichte van de verzekeringnemer, eiser, beoordeeld. Het Gerecht concludeerde dat Boogaard als gevolmachtigd agent van Treston kan worden gezien, wat betekent dat Boogaard aansprakelijk is voor de schadevergoeding, maar dat Treston uiteindelijk de schade moet betalen. Het Gerecht oordeelde dat eiser niet verplicht kan worden om te achterhalen wie de uiteindelijke verzekeraar is, aangezien Boogaard de schade-afwikkeling op zich heeft genomen.

Daarnaast heeft het Gerecht opgemerkt dat er binnen het Gerecht verschillende opvattingen bestaan over de processuele positie van Boogaard, wat als onwenselijk wordt beschouwd. Het Gerecht heeft partijen in overweging gegeven om dit onderdeel van het geschil voor te leggen aan het Hof. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 4 oktober 2017 voor een akte uitlating door beide partijen, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 6 september 2017
Behorend bij A.R. 1062 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiser],
gemachtigde: aanvankelijk advocaat mr. M. Croes, nadien mr. P.M.E. Mohamed,
tegen:
de naamloze vennootschap
BOOGAARD ASSURANTIËN N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Boogaard,
gemachtigde: advocaat mr. O.R. van Trikt.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Op 31 oktober 2013 heeft [Eiser] een diefstal/inbraak in zijn woning ontdekt. Hij heeft daarvan aangifte gedaan bij de politie en het evenement gemeld bij Boogaard. Bij, of via, Boogaard had hij een inboedelverzekering lopen. Boogaard heeft een expert ingeschakeld, die geen braakschade heeft geconstateerd, waarna Boogaard heeft geweigerd de schade van [Eiser] te vergoeden. In onderhavig geschil vordert [Eiser] een schadebedrag van Afl. 8.225,- vermeerderd met kosten en rente.
2.2
Het primaire verweer van Boogaard is dat niet zij, maar de verzekeringsmaatschappij Treston had moeten worden aangesproken. Voor de beoordeling van dit verweer is het van belang dat de positie van Boogaard ten opzichte van de verzekeringnemer, zoals [Eiser], duidelijk wordt. Het Gerecht overweegt het volgende.
2.3
Boogaard heeft een kopie van een volmacht overgelegd d.d. 25 februari 2008 tussen haar en Treston. Daaruit blijkt dat zij voor Treston onder meer bevoegd is tot ‘het regelen, erkennen en betalen van schaden, alsmede het in der minne (door middel van een dading of anderszins) treffen van schikkingen in verband met schaden en alle andere aanspraken tegen NTI’ alsmede tot ‘het in rechte betwisten van alle aanspraken tegen NTI’. Uit deze volmacht leidt het Gerecht af dat Boogaard bevoegd is op eigen naam in rechte op te treden jegens verzekerden, waarbij zij Treston bindt. Zo is de polis afgegeven door Boogaard. Het enkele feit dat daarop is vermeld dat Treston als risico-drager geldt, betekent nog niet dat Boogaard niet zelfstandig optrad.
Boogaard heeft zich blijkens de processtukken, bij de afwikkeling van deze claim, jegens [Eiser] ook als vertegenwoordiger van Treston gedragen: zij laat zich buiten rechte door de advocaat van eiser aanspreken, laat onderzoek doen naar de inbraak en laat per brief [Eiser] weten dat de schade wordt afgewezen, zonder daarbij een voorbehoud te maken over haar hoedanigheid en kennelijk zonder de behandeling van de claim over te dragen aan Treston (daaromtrent is althans niets gesteld of gebleken). Op grond van een en ander ziet het gerecht aanleiding gedaagde bevoegd te achten in deze procedure haar principaal in rechte te vertegenwoordigen.
2.4
Uit dit samenstel van gedragingen concludeert het Gerecht dat Boogaard moet worden gezien als een zelfstandig gevolmachtigd agent van Treston. Dat betekent dat zij wel kan worden aangesproken (zij het in die hoedanigheid), maar uiteindelijk de schade dient te worden betaald door Treston. Van een verzekeringnemer kan echter niet worden verlangd dat die een zoektocht naar achterliggende maatschappijen onderneemt, nu Boogaard onder eigen naam en met gebruikmaking van haar volmacht de schade-afwikkeling ter hand neemt. Het Gerecht passeert derhalve dit verweer van Boogaard.
2.5
Boogaard heeft gemotiveerd betwist dat sprake is geweest van een inbraak c.q. een door de polis gedekt evenement in de periode van 23 tot 31 oktober 2013. Het ligt dan op de weg van [Eiser] om zulks te bewijzen. Overeenkomstig zijn aanbod zal hij tot het bewijs daarvan worden toegelaten.
2.6
Alvorens aan [Eiser] een bewijsopdracht te verstrekken merkt het Gerecht op dat binnen het Gerecht verschillend wordt geoordeeld over de processuele positie van Boogaard. Dat moet als onwenselijk worden beschouwd. Het Gerecht geeft partijen in overweging om op grond van art. 263a Rv dit onderdeel van het geschil voor te leggen aan het Hof.
2.7
De zaak zal dan ook naar de rol worden verwezen voor een akte door partijen of zij toestemming hebben gevraagd om in hoger beroep mogen komen van deze uitspraak, dan wel dat zij wensen voort te procederen.
2.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 4 oktober 2017 voor een akte uitlating door beide partijen (P1);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.