ECLI:NL:OGEAA:2017:697

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
11 september 2017
Zaaknummer
A.R. 516 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van buitenlandse vonnissen in civiele procedure

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de rechtspersoon American Commerce Insurance Company (ACIC) een vordering ingesteld tegen [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2], alsook tegen de vennootschap Felinacat Holdings LLC. De procedure begon met een tussenvonnis op 15 maart 2017, gevolgd door een comparitie van partijen op 11 april 2017, die later werd voortgezet op 4 juli 2017. Tijdens de comparitie zijn [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] niet verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. ACIC handhaafde haar vorderingen, ook al was het schip waarop het beslag lag inmiddels buiten de wateren van Aruba gebracht.

Het Gerecht beoordeelde de vorderingen van ACIC en de erkenning van vonnissen van de Superior Court van de Staat Washington, USA, die in een procedure op tegenspraak waren gewezen. Het Gerecht concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde. De vorderingen van ACIC werden als onvoldoende weersproken toegewezen, terwijl de eis in tussenkomst van Felinacat werd afgewezen. Het Gerecht veroordeelde [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] in de proceskosten.

In de uitspraak werd de erkenning van de vonnissen van de Superior Court van de Staat Washington op 27 oktober 2015 en 18 november 2015 bevestigd, evenals de writ of execution van 29 januari 2016. De gedaagden werden veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 532.311,12, vermeerderd met rente, en de kosten van de procedure werden begroot op Afl. 7.500,- aan griffierecht, Afl. 1.218,70 aan explootkosten en Afl. 12.000,- aan salaris van de gemachtigde. De veroordelingen in dit vonnis zijn uitvoerbaar bij voorraad, terwijl het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 6 september 2017
Behorend bij A.R. 516 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
AMERICAN COMMERCE INSURANCE COMPANY,
te Webster, Massachusetts, USA,
hierna ook te noemen: ACIC,
eiseres in de hoofdzaak,
gemachtigden: advocaten mrs. J.M. de Cuba en D.W. Ormel,
tegen:
[Gedaagde 1],
en
[Gedaagde 2],
te Aruba,
gedaagden in de hoofdzaak,
hierna ook te noemen in enkelvoud: [Gedaagde 1],
gemachtigden: aanvankelijk advocaten mrs. M.A. Ellis Schipper en J.J.S. Poeran, later procederend in persoon.
en
de vennootschap naar vreemd recht
FELINACAT HOLDINGS LLC,
te St. Kitts en Nevis,
hierna ook te noemen: Felinacat,
gemachtigde: aanvankelijk advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan, later procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 maart 2017;
- de comparitie van partijen gehouden op 11 april 2017, voortgezet in verband met wederoproeping op 4 juli 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

2.1
ACIC heeft een vordering ingesteld, zoals vermeld in het verzoekschrift. Felinacat heeft een conclusie in tussenkomst ingediend, waarop ACIC gemotiveerd heeft gereageerd. [Gedaagde 1], [Gedaagde 2], noch Felinacat is op de comparitie van partijen verschenen, ondanks behoorlijke oproeping daartoe.
2.2
ACIC heeft haar vorderingen gehandhaafd. Zij heeft ter zitting meegedeeld dat het schip waarop het beslag lag, aan dat beslag is onttrokken en buiten de wateren van Aruba is gebracht. Zij stelt nog belang te hebben bij haar vordering - al is het maar om een titel tegen [Gedaagde 1] c.s. te hebben.
2.3
Ten aanzien van de vonnissen waarvan de erkenning wordt gevraagd overweegt het Gerecht dat deze zijn gewezen in een procedure op tegenspraak en dat er geen aanwijzingen zijn dat schending heeft plaatsgevonden van beginselen van een behoorlijke procesorde. De in die vonnissen uitgesproken veroordelingen zullen door het Gerecht worden weergegeven in het dictum.
2.4
De vordering van ACIC is uiteindelijk door [Gedaagde 1], [Gedaagde 2] en Felinacat niet meer bestreden. Het Gerecht heeft van haar ook geen inlichtingen kunnen krijgen met betrekking tot de juistheid van haar stellingen - die overigens door ACIC zijn bestreden. De vorderingen van ACIC kunnen dan ook als onvoldoende weersproken als volgt worden toegewezen. De eis in tussenkomst zal worden afgewezen.
2.5 [
Gedaagde 1] c.s. zal in de proceskosten worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
wijst de vorderingen van Felinacat af;
erkent de vonnissen van de Superior Court van de Staat Washington (USA) op 27 oktober 2015 en 18 november 2015 tussen [Gedaagde 1] c.s. en ACIC gewezen onder No. 11-2-28529-4 en veroordeelt [Gedaagde 1] c.s. tot betaling van het daarin opgenomen bedrag van US$ 532.311,12 vermeerderd met rente, zoals in de vonnissen omschreven;
erkent de writ of execution van de Superior Court van de Staat Washington (USA) op 29 januari 2016 tussen [Gedaagde 1] c.s. en ACIC gewezen onder No. 11-2-28529-4 en bepaalt dat deze in Aruba ten uitvoer kan worden gelegd;
veroordeelt [Gedaagde 1] c.s. in de kosten van deze procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van ACIC worden begroot op Afl. 7.500,- aan griffierecht, Afl. 1.218,70 aan explootkosten en Afl. 12.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.