ECLI:NL:OGEAA:2017:696

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
11 september 2017
Zaaknummer
A.R. 2096 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfrechtelijke geschil over de afgifte van legaten en de rol van testamentair executeurs

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil naar aanleiding van het overlijden van erflaatster op 29 mei 2011. Erflaatster had een testament opgesteld op 21 juni 2010, waarin zij legaten toekende aan eiseres 1 en eiser 2. De gedaagden zijn mede-erfgenamen van erflaatster en hebben geweigerd om mee te werken aan de afgifte van de legaten, wat heeft geleid tot deze procedure. Eisers vorderen dat het gerecht gedaagden veroordeelt om mee te werken aan de overdracht van de legaten en de betaling van een bedrag van Afl. 46.044,16 van een en/of-rekening aan hen. Gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat eisers zich tot de testamentair executeurs dienen te wenden voor de afgifte van de legaten.

Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagden het recht van eisers op afgifte van de legaten niet hebben weersproken. Het gerecht oordeelt dat eisers, die zelf een van de testamentair executeurs zijn, zich tot de executeurs dienen te wenden voor de afgifte van de legaten. De vordering van eisers om de gedaagden te veroordelen tot betaling van het bedrag van Afl. 46.044,16 wordt afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat eisers recht hebben op deze afdracht. Het gerecht wijst de bij testament benoemde testamentair executeurs aan als degenen die de notariële leveringsakte namens gedaagden zullen kunnen ondertekenen. De proceskosten worden aan eisers opgelegd, omdat zij grotendeels in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

Vonnis van 6 september 2017
Behorend bij A.R. 2096 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[Eiseres 1],

2.
[Eiser 2],
beiden wonende te Aruba,
eisers,
gemachtigde: mr. D.G. Illes,
tegen:

1.[Gedaagde 1],

2.
[Gedaagde 2],
3.
[Gedaagde 3],
4.
[Gedaagde 4],
5.
[Gedaagde 5],
allen woonplaats gekozen hebben te Aruba,
gedaagden,
gemachtigde: mr. H.S. Croes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 29 mei 2011 is [erflaatster] (nader te noemen erflaatster) in Aruba overleden onder achterlating van een testament, verleden op 21 juni 2010.
2.2
In voornoemd testament staat (onder meer) het volgende opgenomen:
“(..)
Ik legateer, vrij van rechten en kosten, af te geven binnen zes maanden na mijn overlijden:
a. aan de heer [Eiser 2] (..) een perceel grond (..), met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als: [adres 2],
b. aan mevrouw [Eiseres 1] (..) een perceel grond (..), met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als: [adres 3],
(..)
Ik benoem (zonder toekenning van een wettelijk loon) tot uitvoerders van mijn uiterste wilsbeschikkingen: mevrouw [X] (..) en de heer [Eiser 2] voornoemd, tezamen handelend.
Ik verzoek hen te zorgen voor mijn begrafenis en voor de afwikkeling van mijn nalatenschap. Ik ken hen het recht en de macht tot inbezitneming daarvan toe, gedurende de tijd voor de afwikkeling vereist.
(..)”
2.3
Gedaagden zijn (samen met anderen) mede-erfgenamen van erflaatster.
2.4
De gelegateerde woningen te [adres 2] en [adres 1] waren verhuurd. Sinds het overlijden van erflaatster hebben eisers de huurpenningen geïnd en deze aanvankelijk op een en/of rekening ten name van erflaatster, [Y] en eiser sub 2 laten storten (hierna: de en/of-rekening).
2.5
Eisers hebben gedaagden bij brief van 2 augustus 2016 gesommeerd om mee te werken aan de overdracht van het legaat conform het testament van erflaatster.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eisers vorderen, samengevat, dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis
a. gedaagden veroordeelt om te gehengen en te gedogen dat een bedrag van Afl. 46.044,16 van de en/of-rekening wordt afgehaald en aan eisers wordt betaald;
b. de testamentair executeurs aanwijst als degene die de notariële akte van overdracht namens gedaagden zullen kunnen ondertekenen, althans
c. gedaagden hoofdelijk veroordeelt om mee te werken aan de notariële levering van de legaten van de percelen met het daarop gebouwde te [adres 1] en [adres 2] vrij van rechten en kosten, zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag of gedeelte van een dag indien enige gedaagden weigerachtig blijven met het voldoen aan dit vonnis;
met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
3.2
Eisers voeren ter onderbouwing van hun vordering aan dat gedaagden weigerachtig zijn om hun medewerking te verlenen aan de afgifte van de legaten aan eisers zoals opgenomen in het testament van erflaatster. De legaten staan los van de boedelverdeling van de nalatenschap. Gedaagden hebben geen gegronde redenen om hun medewerking te weigeren. In totaal bedroeg de gestorte huur op de en/of-rekening vanaf juli 2011 tot en met december 2013 Afl. 52.995,-. Van deze huurinkomsten dienen de vanuit deze en/of-rekening betaalde verzekeringspremies ad Afl. 4.281,34 en belastingen ad Afl. 2.669,50, zodat een bedrag van Afl. 46.044,16 resteert dat aan eisers toekomt.
3.3
Gedaagden voeren verweer en verzoeken het gerecht om eisers niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering, dan wel hen die te ontzeggen. Zij stellen dat eisers zich voor het ten uitvoer leggen van de legaten dienen te wenden tot de executeurs testamentairs en niet tot gedaagden. Gedaagden weigeren geen medewerking en hebben van geen enkele notaris een oproep of uitnodiging ontvangen om voor een notaris te compareren ter formalisering van de afgifte van de legaten. Eisers zijn niet gerechtigd tot de vruchten van de legaten, nu dit niet in het testament staat. Zij hebben zelf stilgezeten. Indien zij het nodige hadden gedaan om de akte van transport en toedeling van de legaten te verlijden, hadden zij de vruchten van de legaten eerder kunnen genieten.
3.4
Op de stellingen van partijen zal in het hiernavolgende, voor zover nodig, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek tot voeging van zaken dat gedaagden hebben gedaan bij conclusie van dupliek, en waarvan het gerecht eerst kennis heeft genomen na het bepalen van vonnis, wordt afgewezen, nu er in de door gedaagden bedoelde andere procedure geen sprake is van dezelfde partijen en/of hetzelfde onderwerp als in de onderhavige, van verknochtheid geen sprake is en het verzoek bovendien tardief is gedaan, immers niet voor alle weren.
4.2
Gedaagden hebben het recht van eisers op afgifte van de legaten niet weersproken. Gedaagden stellen zich terecht op het standpunt dat eisers zich dienen te wenden tot de executeurs testamentairs (waarvan eiser sub 2 er zelf één is) omdat eisers bij wijze van verweer niet hebben gesteld dat de benoemde executeurs testamentairs de last niet hebben aangenomen en er in rechte derhalve vanuit gegaan dient te worden dat zij bevoegd zijn de boedel bij het verlijden van de notariële akte te vertegenwoordigen. Een executeur testamentair heeft tot taak de schulden en legaten te voldoen, die bij het openvallen van de nalatenschap opeisbaar zijn of gedurende hun beheer opeisbaar zijn geworden. Een executeur testamentair kan legaten van goederen afgeven. Een executeur die tevens legataris is (eiser sub 2) kan het legaat als vertegenwoordiger van de boedel ook aan zichzelf afgeven. Wanneer een onroerend goed is gelegateerd, kan de executeur het goed bij akte van afgifte overdragen. De door eisers overgelegde brief van de notaris brengt daar geen verandering in. Echter, nu de aangezochte notaris zich kennelijk op het standpunt stelt dat de gezamenlijke erfgenamen de afgifte dienen te bewerkstelligen en gedaagden het recht op afgifte van de legaten niet hebben weersproken, zal het gerecht om praktische redenen het onder b gevorderde, voor zover nodig, toewijzen.
4.3
Ingevolge artikel 4:985 BW moet een legataris de afgifte van het gelegateerde aan de erfgenamen of legatarissen, die daarmede belast zijn, (in dit geval de executeurs testamentair namens de gezamenlijke erfgenamen) vragen en heeft de legataris recht op de vruchten van de dag van het overlijden van de erflater af, indien de eis tot afgifte binnen het jaar is gedaan of indien die afgifte binnen hetzelfde tijdvak vrijwillig heeft plaats gehad. Indien die eis later geschiedt, heeft de legataris slechts recht op de vruchten en de rente, te rekenen van de dag dat de eis gedaan is. Door eisers is onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij vóór 2014 hebben verzocht om afgifte van de legaten. Dat nog niet vast stond wie als erfgenamen konden worden aangemerkt staat er niet aan in de weg dat eisers aan de executeurs testamentairs (van wie eiser sub 2 er zelf één is) om afgifte hadden kunnen vragen. Om die reden is niet komen vast te staan dat eisers recht hebben op afdracht van de huurpenningen over de periode juni 2011 tot en met december 2013. Het onder a gevorderde dient daarom afgewezen te worden.
4.4
Eisers dienen als de grotendeels in het ongelijk gelijk gestelde partij de proceskosten te dragen, welke aan de zijde van gedaagden worden begroot op Afl. 2.500,- (twee punten bij tarief 5 van het liquidatietarief).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst, voor zover nodig, de bij testament benoemde testamentair executeurs aan als degenen die de notariële leveringsakte namens gedaagden zullen kunnen ondertekenen;
5.2
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.3
veroordeelt eisers in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van gedaagden worden begroot op Afl. 2.500, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.