ECLI:NL:OGEAA:2017:687

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 augustus 2017
Publicatiedatum
6 september 2017
Zaaknummer
A.R. 1781 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake erfpacht en betalingsverplichtingen tussen eiseres en gedaagden

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C. Helen Lejuez, een vordering ingesteld tegen gedaagde 1 en gedaagde 2, die beiden in persoon procederen. De zaak betreft een geschil over de betaling van een bedrag van Afl. 142.815,00, voortvloeiend uit een overeenkomst die partijen in 2015 hebben gesloten. Eiseres stelt dat zij diverse kosten heeft voorgeschoten voor gedaagden en vordert betaling van deze bedragen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 juni 2016.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift, conclusies van antwoord en een comparitievonnis. Tijdens de comparitie na antwoord op 10 april 2017 heeft gedaagde 2 de verschuldigdheid van de bedragen erkend, terwijl gedaagde 1 een deel van de vordering betwistte. De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde 1 onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn verweer, waardoor zijn betwisting werd verworpen.

In de uitspraak van 30 augustus 2017 heeft de rechter geoordeeld dat gedaagde 1 en gedaagde 2 gezamenlijk moeten betalen aan eiseres, met veroordeling van gedaagde 1 in de proceskosten. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 30 augustus 2017
Behorend bij A.R. 1781 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez,
tegen:
Gedaagde 1
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna te noemen: [gedaagde 1],
gemachtigde: mr. J.J. Coutinho,
en
Gedaagde 2
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde 2],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 1] en [gedaagde 2];
- het comparitievonnis;
- de akte vermeerdering eis;
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord d.d. 10 april 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord;
- de contra-akte aan de zijde van [eiseres].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij akte van volmacht heeft [Naam X] een onherroepelijke volmacht verleend met recht van substitutie aan [eiseres] om alle daden van beheer te verrichten met betrekking tot het recht van erfpacht tot 25 oktober 2065 op een perceel domeingrond gelegen te [adres], kadastraal belend als Land Aruba, Tweede Afdeling Sectie D, nummer xxxx.
2.2
Bij akte van Volmacht en lastgeving van 14 augustus 2013 heeft [Naam X] onherroepelijke volmacht verleend met de macht van substitutie aan [eiseres] om alle daden van beschikking en beheer te verrichten met betrekking tot het onroerend goed zoals omschreven in de akte van volmacht van 29 augustus 2007 en voorts dat deze volmacht ook inhoudt het prijsgeven van dit registergoed aan het Land Aruba, onder de voorwaarde dat het in erfpacht wordt uitgegeven aan de dochter van [eiseres], [gedaagde 2].
2.3
Op 17 juni 2015 hebben partijen een overeenkomst gesloten. Hieruit volgt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op 10 juli 2014 het recht van erfpacht op het hiervoor vermelde perceel domeingrond gelegen te [adres] juridisch geleverd hebben gekregen en dat zij daar een woning op hebben gebouwd, plaatselijk bekend als [adres].
De bedoeling was dat slechts de helft van het perceel zou worden overgedragen aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor een bedrag ad Afl. 40.000,00 en dat hiervan slechts Afl. 10.000,00 is voldaan. Partijen zijn overeengekomen dat indien [gedaagde 1] en [gedaagde 2] het onroerend goed verkopen, zij aan [eiseres] betalen:
-de marktwaarde van de door haar te bouwen opstallen op het registergoed;
-een bedrag ad Afl. 7.800,00 welk bedrag [eiseres] heef betaald voor de buitenmuren, gebouwd op het registergoed met een lengte van 25,18 meter;
- de grondwaarde van het deel van het perceel waarop [eiseres] haar gebruiksrecht op heeft op basis van Afl. 150,00 /m2, totaal Afl. 86.475,00;
- een bedrag ad Afl. 30.000,00 zijnde het restant van de koopsom van het registergoed;
- na ontvangst van deze bedragen zal [eiseres] de door haar gebouwde opstallen verlaten en zal haar gebruiksrecht zijn beëindigd.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiseres] vordert bij – na vermeerdering van eis - vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van Afl. 142.815,00, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 16 juni 2016 tot de dag der voldoening, met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
eiseres] stelt dat zij diverse kosten voor [gedaagde 1] en [gedaagde 2] heeft voldaan en voorts wenst zij naleving van de hiervoor vermelde overeenkomst uit 2015. Het gaat om de volgende kostenposten: (vervolg?
3.3
Op het verweer van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wordt bij de beoordeling nader ingegaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Uit het proces-verbaal van de comparitie na antwoord, volgt dat [gedaagde 2] alle gevorderde bedragen erkent en [gedaagde 1] de verschuldigdheid van het bedrag ad Afl. 12.250,00 en Afl. 3.600,00 betwist. [gedaagde 1] is in de gelegenheid gesteld een akte te nemen, ter onderbouwing van zijn betwisting. [gedaagde 1] heeft echter geen akte genomen. Dit heeft tot gevolg dat zijn verweer ter zake van de hier vermelde bedragen, als zijnde onvoldoende feitelijk onderbouwd, verworpen wordt en het bedrag zoals gevorderd volledig toewijsbaar is.
4.2
Nu uit de processtukken en de houding ter zitting volgt dat alleen [gedaagde 1] zich (ongefundeerd) heeft verzet tegen toewijzing van het gevorderde, wordt hij persoonlijk in de proceskosten veroordeeld, waaronder die van het beslag en gebaseerd op 2,5 punten van liquidatietarief 7.
4.3 [
eiseres] heeft verzuimd om hoofdelijke veroordeling te vorderen. Dit heeft tot gevolg dat bij betaling door de een, hij/zij regres heeft op de ander.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt [gedaagde 2] en [gedaagde 1] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van Afl. 142.815,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2016 tot de dag der voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde 1] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiseres] worden begroot op Afl. 1.310,00 aan griffierecht, Afl. 1.299,18 aan explootkosten en Afl. 5.000,00 aan salaris van de gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 30 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.