Uitspraak
ROTECH ELEKTROTECHNIEK,
1.HET PROCESVERLOOP
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
de (toekomstige) contractuele rente van 18% per annum”, alsmede te vermeerderen met de explootkosten van de ingebrekestelling;
3.DE BEOORDELING
18% finance charge” (waarover hierna onder 3.5 meer) is Diepgrond volgens Conexion ingevolge de onder sustenu 4. van de conclusie van repliek neergelegde berekening (99.726,20 minus 16.662,30 =) Afl. 83.063,90 verschuldigd aan Conexion. Het verschil tussen die twee bedragen is (83.063,90 minus 79.281,23 =) Afl. 3.782,67, hetgeen vrijwel overeenstemt met het tussen partijen in geschil zijnde bedrag zoals vermeld in de bij partijen genoegzaam bekende factuur 10345, te weten ad Afl. 3.782,49. Ter zake van die factuur stelt Diepgrond dat zij die nooit heeft ontvangen. Diepgrond stelt echter niet dat hetgeen staat omschreven of vermeld in die factuur niet overeenstemt of niet correspondeert met een Conexion aan Diepgrond geleverde prestaties. Dat brengt met zich dat Diepgrond de (al dan niet impliciete) stelling van Conexion, dat Diepgrond nog Afl. 3.782,49 verschuldigd is aan Conexion uit hoofde van door Diepgrond van Conexion ingeleend personeel, niet of onvoldoende heeft bestreden. De stelling van Diepgrond dat, zij ter zake van betaling van dat bedrag nooit in verzuim is geraakt, doet niet ter zake omdat het te dezen gaat om een vordering ten titel van nakoming waarbij de verzuimregeling geen rol speelt.
18% finance charge”. De door Conexion in haar akte uitlating producties neergelegde nadere berekening blijft buiten beschouwing, omdat Diepgrond daar niet meer op heeft kunnen reageren.
18% finance charge” dient te betalen omdat partijen dit zijn overeengekomen, en Conexion verwijst ter onderbouwing van die door Diepgrond bestreden stelling naar “
de diverse “invoices””. Behalve dat niet duidelijk is naar welke invoices precies wordt verwezen, vermeldt de bij repliek als productie V overgelegde invoice niets ter zake van “
18% finance charge”, terwijl hetzelfde geldt met betrekking tot productie I bij het beslagrekest. Het in dit verband door Conexion onder 7 van haar akte uitlating producties nader gestelde blijft buiten beschouwing, omdat Diepgrond ook op dat betoog niet heeft kunnen reageren. Eén en ander brengt mee dat Conexion haar hier besproken stelling onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl Conexion evenmin heeft gesteld op welke wijze precies partijen bedoelde charge of rente zijn overeengekomen. Niet komt vast te staan dat Diepgrond bedoelde charge of rente verschuldigd is aan Conexion, terwijl Conexion subsidiair geen wettelijke rente heeft gevorderd in haar gewijzigde eis.