In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap Romar Trading Company N.V. tegen een gedaagde wonende in Aruba, staat de verduistering van goederen centraal. De zaak betreft een geschil over goederen die door de gedaagde op 17 april 2015 zijn ontvangen maar niet zijn afgeleverd bij de klant Unicasa. Romar stelt dat de gedaagde zich deze goederen heeft toegeëigend, wat door de gedaagde gemotiveerd is bestreden. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft in zijn vonnis van 1 februari 2017 geoordeeld dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn verweer te onderbouwen. Hierdoor staat vast dat de gedaagde zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering, wat heeft geleid tot een schadevergoeding van Afl. 7.235,56 die Romar heeft geleden.
Het Gerecht heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Romar, inclusief de wettelijke rente. Daarnaast heeft het Gerecht Romar in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen om haar vordering verder te onderbouwen, met betrekking tot andere bedragen die de gedaagde zou hebben verduisterd. De zaak is verwezen naar een zitting waar maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord. Het Gerecht heeft verder bepaald dat Romar uiterlijk drie dagen voor de zitting de personalia van de getuigen moet indienen. De verdere beslissing in de zaak is aangehouden in afwachting van de bewijslevering en de conclusies van beide partijen.