In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een incident tot vrijwaring aan de orde. De eiseres in de hoofdzaak, aangeduid als [XX], heeft Allegro Management NV aansprakelijk gesteld voor een valincident dat plaatsvond op 1 november 2013 in een door Allegro geëxploiteerd hotel. Allegro heeft in het incident verzocht om Ennia Caribe Schade N.V. in vrijwaring op te roepen, omdat zij verzekerd is bij Ennia en belang heeft bij de oproeping in het geval zij aansprakelijk wordt gesteld voor de schade aan [XX]. De eiseres heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht, wat betekent dat zij geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van Allegro.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat blijkt dat de waarborg (Ennia) verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde (Allegro) in de hoofdzaak te dragen. Het is niet vereist dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring. Het Gerecht heeft de vordering van Allegro tot oproeping van Ennia in vrijwaring toegewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.
De uitspraak in het incident is gedaan op 23 augustus 2017, waarbij het Gerecht heeft bevolen dat Ennia in vrijwaring moet worden opgeroepen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor een conclusie van antwoord aan de zijde van Allegro, met een aanhouding van verdere beslissingen.