ECLI:NL:OGEAA:2017:629

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2017
Publicatiedatum
28 augustus 2017
Zaaknummer
A.R. 46 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in het incident tot vrijwaring in de zaak van Allegro Management NV en Ennia Caribe Schade N.V.

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een incident tot vrijwaring aan de orde. De eiseres in de hoofdzaak, aangeduid als [XX], heeft Allegro Management NV aansprakelijk gesteld voor een valincident dat plaatsvond op 1 november 2013 in een door Allegro geëxploiteerd hotel. Allegro heeft in het incident verzocht om Ennia Caribe Schade N.V. in vrijwaring op te roepen, omdat zij verzekerd is bij Ennia en belang heeft bij de oproeping in het geval zij aansprakelijk wordt gesteld voor de schade aan [XX]. De eiseres heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht, wat betekent dat zij geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van Allegro.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring voldoende is dat blijkt dat de waarborg (Ennia) verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde (Allegro) in de hoofdzaak te dragen. Het is niet vereist dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring. Het Gerecht heeft de vordering van Allegro tot oproeping van Ennia in vrijwaring toegewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

De uitspraak in het incident is gedaan op 23 augustus 2017, waarbij het Gerecht heeft bevolen dat Ennia in vrijwaring moet worden opgeroepen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor een conclusie van antwoord aan de zijde van Allegro, met een aanhouding van verdere beslissingen.

Uitspraak

Vonnis van 23 augustus 2017
Behorend bij A.R. 46 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [XX],
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
gemachtigde: advocaat mr. A.J. de Winter,
tegen:
de naamloze vennootschap
ALLEGRO MANAGEMENT NV,
te Aruba,
ALLEGRO PALM BEACH VBA,
te Aruba,
hierna ook (gezamenlijk) te noemen: Allegro,
gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident,
gemachtigde: advocaat mr. R.A. Wix.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie van Allegro;
- de referte in het incident van [XX].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING EN DE BEOORDELING

2.1. [
XX] is op 1 november 2013 in het door Allegro geëxploiteerde hotel ten val gekomen. Zij heeft Allegro daarvoor aansprakelijk gesteld.
2.2.
Allegro heeft in het incident gesteld te hebben om van de naamloze vennootschap
ENNIA CARIBE SCHADE N.V.(hierna: Ennia) vrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze rechtspersoon te bevelen.
2.3.
Allegro grondt het verzoek erop dat zij tegen aansprakelijkheid verzekerd is bij Ennia, en dat, als zij gehouden is, om een schade-uitkering te doen aan [XX], zij belang heeft om Ennia in vrijwaring op te roepen.
2.4. [
XX] heeft zich aan het oordeel van het Gerecht gerefereerd.

3.DE BEOORDELING

3.1.
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
3.2.
Nu [XX] zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht, is de incidentele vordering toewijsbaar.
3.3.
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

4.DE UITSPRAAK:

Het Gerecht:
in het incident:
wijst de vordering toe;
beveelt Ennia in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van
woensdag 20 september 2017, onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van Ennia om aan Allegro te vergoeden, hetgeen waartoe Allegro in de hoofdzaak jegens [XX] zal worden veroordeeld;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 20 september 2017voor een conclusie van antwoord aan de zijde van Allegro (P1);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 augustus 2017 in aanwezigheid van de griffier.