ECLI:NL:OGEAA:2017:604

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 maart 2017
Publicatiedatum
21 augustus 2017
Zaaknummer
627 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en mishandeling van partner met gebruik van geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 maart 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting en mishandeling van zijn toenmalige partner. De verdachte heeft het slachtoffer gedurende twee dagen ernstig mishandeld, waarbij hij haar met een ijzeren pijp heeft geslagen en haar op verschillende manieren heeft vernederd. De feiten vonden plaats in de periode van 7 tot en met 8 september 2016 in Aruba. De verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens boven het welzijn van het slachtoffer gesteld en zich niet bekommerd om haar gevoelens, wat leidde tot een buitengewoon vernederende en beangstigende situatie voor het slachtoffer.

Tijdens de openbare terechtzitting op 2 maart 2017 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, met aftrek van voorarrest. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. De tenlastelegging omvatte meerdere vormen van seksueel geweld en bedreiging, waarbij de verdachte het slachtoffer onder druk zette en haar dwong tot seksuele handelingen. Het gerecht heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld en heeft vastgesteld dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft hem veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een borderline persoonlijkheidsstructuur. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar het gerecht heeft vastgesteld dat zijn gedrag een grove inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft gemaakt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo.
De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake het primair ten laste gelegde feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achtenveertig maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd aan de hand van een overgelegde pleitnota.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij in of omstreeks de periode van 7 september 2016 tot en 8 september 2016 in Aruba door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende hij
- zijn penis meermalen in de vagina van die [slachtoffer] gestopt en/of
- zijn vinger(s) meermalen in de vagina van die [slachtoffer] gestopt en/of
- een ijzeren pijp meermalen, althans eenmaal, tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gestopt en/of
- zijn penis meermalen in de mond van die [slachtoffer] gestopt en/of
- meermalen vleselijke gemeenschap met die [slachtoffer] gehad,
en welk geweld of andere feitelijkheden en welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheden hierin hebben bestaan dat hij
- de deur van het appartement te [woonadres] waar hij en die [slachtoffer] samen verbleven op slot heeft gedaan en de sleutel in zijn broekzak heeft gestopt en/of
- die [slachtoffer] heeft bedreigd dat hij naaktfoto’s en videobeelden van die [slachtoffer] op Facebook zal plaatsen en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij naar hem moet luisteren en dat zij moet doen wat hij zegt en dat hij haar anders zal vermoorden en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij een poging deed om weg te gaan, hij een mes zal nemen en haar ermee zal steken en/of
- die [slachtoffer] aan haar haren heeft vastgehouden en haar op de vloer heeft gegooid en/of
- het hoofd van die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen de vloer heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer] meermalen met een ijzeren pijp, althans een hard voorwerp, tegen haar lichaam heeft geslagen en/of
- de kleren die [slachtoffer] aanhad van haar lichaam heeft afgescheurd en haar onder de douche heeft geplaats en/of
- het geslachtsdeel en de anus van die [slachtoffer] met een ijzeren pijp heeft aangeraakt terwijl zij naakt onder het stromend water van de douche stond en/of
- die [slachtoffer] met een ijzeren pijp tegen haar lichaam heeft geslagen wanneer zij trachtte te voorkomen dat hij haar geslachtsdeel en haar anus met die ijzeren pijp aanraakte en/of
- die [slachtoffer] achtereenvolgens beval om op de vloer van de badkamer te gaan zitten en weer op te staan en haar met een ijzeren pijp sloeg als zij dit niet snel genoeg naar zijn zin deed en/of
- toiletpapier in de mond van die [slachtoffer] heeft gedaan en een T-shirt om haar mond heeft vastgebonden zodat die [slachtoffer] niet meer kon schreeuwen en/of
- die [slachtoffer] heeft bevolen om haar benen te spreiden en dat hij beelden van haar geslachtsdeel met haar mobiele telefoon heeft opgenomen en/of
- die [slachtoffer] heeft bevolen om met haar eigen geslachtsdeel te spelen en dat hij dat heeft opgenomen met de mobiele telefoon van die [slachtoffer] en/of
- in het gezicht van die [slachtoffer] heeft gespuugd en/of
- een hand van die [slachtoffer] op zijn geslachtsdeel heeft geplaatst en daarmee zijn geslachtsdeel heeft gewreven en/of gestreeld (“handjob”) en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om zijn penis te zuigen en/of te likken (“pijpen”) en/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om zijn penis met haar hand(en) te wrijven en of te strelen (“handjob”) totdat hij een zaadlozing kreeg en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij ging schreeuwen of wegrennen hij haar zal vermoorden en/of
- hij voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale protesten van die [slachtoffer] en/of
- aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het voorgaande geen veroordeling mocht kunnen volgen
1. dat hij in of omstreeks de periode van 7 september 2016 tot en met 8 september 2016 in Aruba, opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld met een wapen, te weten een ijzeren pijp, althans een hard voorwerp, zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, immers heeft hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk meermalen, althans eenmaal met die ijzeren pijp, althans een hard voorwerp, tegen het lichaam van die [slachtoffer] geslagen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden;
(artikel 2:273 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht)
2. dat hij in of omstreeks de periode van 7 september 2016 tot en met 8 september 2016 in Aruba, [slachtoffer] opzettelijk heeft mishandeld, immers heeft hij toen aldaar opzettelijk meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] aan haar haren vastgehouden en op de vloer gegooid en/of
- het hoofd van die [slachtoffer] tegen de vloer geslagen en/of
- met zijn gebalde vuisten en/of met zijn elleboog tegen het lichaam van die [slachtoffer] geslagen,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft ondervonden;
(artikel 2:273 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)
3. dat hij in of omstreeks de periode van 7 september 2016 tot en met 8 september 2016 in Aruba, [slachtoffer] meermalen heeft bedreigd met feitelijke aanranding van de eerbaarheid en enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft hij toen en aldaar telkens opzettelijk tegen die [slachtoffer] gezegd
- dat hij naaktfoto’s en videobeelden van haar op Facebook zal plaatsen en/of
- dat zij naar hem moet luisteren en dat zij moet doen wat hij zegt en dat hij haar anders zal vermoorden en/of
- dat als zij een poging deed om weg te gaan, hij een mes zal nemen en haar ermee zal steken en/of
- dat als zij ging schreeuwen of wegrennen hij haar zal vermoorden,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 2:255 lid 2 Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij in
of omstreeksde periode van 7 september 2016 tot en
met8 september 2016 in Aruba door geweld of een andere feitelijkheid en
/ofdoor bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende hij
- zijn penis meermalen in de vagina van die [slachtoffer] gestopt en
/of
- zijn vinger
(s) meermalenin de vagina van die [slachtoffer] gestopt en
/of
- een
ijzerenpijp
meermalen, althans eenmaal,tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gestopt en
/of
- zijn penis
meermalenin de mond van die [slachtoffer] gestopt en
/of
- meermalen vleselijke gemeenschap met die [slachtoffer] gehad,
en welk geweld of andere feitelijkheden en welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheden hierin hebben bestaan dat hij
- de deur van het appartement te [woonadres]waar hij en die [slachtoffer] samen verbleven op slot heeft gedaan en de sleutel in zijn broekzak heeft gestopt en
/of
- die [slachtoffer] heeft bedreigd dat hij naaktfoto’s
en videobeeldenvan die [slachtoffer] op Facebook zal plaatsen en
/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij naar hem moet luisteren en dat zij moet doen wat hij zegt en dat hij haar anders zal vermoorden en
/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij een poging deed om weg te gaan, hij een mes zal nemen en haar ermee zal steken en
/of
- die [slachtoffer] aan haar haren heeft vastgehouden en haar op de vloer heeft gegooid en
/of
- het hoofd van die [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal, tegen de vloer heeft geslagen en
/of
- die [slachtoffer] meermalen met een
ijzerenpijp,
althans een hard voorwerp, tegen haar lichaam heeft geslagen en
/of
- de kleren die [slachtoffer] aanhad van haar lichaam heeft afgescheurd en haar onder de douche heeft geplaats
ten
/of
- het geslachtsdeel en de anus van die [slachtoffer] met een
ijzerenpijp heeft aangeraakt terwijl zij naakt onder het stromend water van de douche stond en
/of
- die [slachtoffer] met een
ijzerenpijp tegen haar lichaam heeft geslagen wanneer zij trachtte te voorkomen dat hij haar geslachtsdeel en haar anus met die
ijzerenpijp aanraakte en
/of
- die [slachtoffer] achtereenvolgens beval om op de vloer van de badkamer te gaan zitten en weer op te staan en haar met een
ijzerenpijp sloeg als zij dit niet snel genoeg naar zijn zin deed en
/of
- toiletpapier in de mond van die [slachtoffer] heeft gedaan en een T-shirt om haar mond heeft vastgebonden zodat die [slachtoffer] niet meer kon schreeuwen en
/of
- die [slachtoffer] heeft bevolen om haar benen te spreiden en dat hij beelden van haar geslachtsdeel met haar mobiele telefoon heeft opgenomen en
/of
- die [slachtoffer] heeft bevolen om met haar eigen geslachtsdeel te spelen en dat hij dat heeft opgenomen met de mobiele telefoon van die [slachtoffer] en
/of
- in het gezicht van die [slachtoffer] heeft gespuugd en
/of
- een hand van die [slachtoffer] op zijn geslachtsdeel heeft geplaatst en daarmee zijn geslachtsdeel heeft gewreven
en/of gestreeld(“handjob”) en
/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om zijn penis te zuigen
en/of te likken(“pijpen”) en
/of
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om zijn penis met haar hand(en) te wrijven
en of te strelen(“handjob”) totdat hij een zaadlozing kreeg en
/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat als zij ging schreeuwen of wegrennen hij haar zal vermoorden en
/of
- hij voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale protesten van die [slachtoffer] en
/of
- aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht)
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring cursief weergegeven verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
Bewijsoverwegingen
De verdachte heeft ontkend dat hij het slachtoffer heeft verkracht. Volgens de raadsman is er onvoldoende bewijs en dient de verdachte vrijgesproken te worden van het primair ten laste gelegde. Het gerecht verwerpt dit verweer. Ter toelichting dient het volgende.
Het gerecht acht de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar en deze vindt voldoende steun in het overige bewijsmateriaal. De verdachte heeft bekend gedurende de ten laste gelegde periode in het appartement vleselijke gemeenschap te hebben gehad met het slachtoffer. De verdachte heeft op de dag van zijn aanhouding bij de politie verklaard dat hij het slachtoffer op 7 september 2016 vlak na het middaguur had mishandeld door haar onder meer diverse keren met een ijzeren pijp en zijn gebalde vuist te slaan, haar aan haar haren op de vloer te houden en haar hoofd op de vloer te slaan en dat hij toiletpapier in haar mond en een T-shirt om haar mond heeft gedaan om haar te laten stoppen met schreeuwen. Volgens de verdachte bevond het slachtoffer zich in slechte toestand door de letsels die hij had toegebracht en had zij ontzettend veel pijn aan haar hoofd. Ze kon niet goed bewegen want haar lichaam deed pijn. De verdachte heeft bij de politie voorts verklaard dat hij pas in de avond tussen 21.00 en 22.00 uur het T-shirt en papier van haar mond gedaan, waarna zij zijn gaan slapen. Dat het slachtoffer na de ernstige mishandeling door de verdachte, zoals de verdachte zelf verklaard heeft, vrijwillig seks met de verdachte heeft gehad op 7 september 2016 in de avond en/of de ochtend van 8 september 2016 acht het gerecht ongeloofwaardig. Het gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Primair: Verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende twee dagen schuldig gemaakt aan verkrachting van zijn toenmalige partner, waarbij hij het slachtoffer bont en blauw heeft geslagen met een pijp en haar op verschillende manieren gedurende die twee dagen heeft vernederd. Met zijn handelen heeft de verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Hij heeft zijn eigen lustgevoelens gesteld boven het belang van het slachtoffer en zich daarbij niet bekommerd om haar gevoelens. Voor het slachtoffer zijn de gebeurtenissen buitengewoon vernederend, kwetsend en beangstigend geweest. Daarbij kan als feit van algemene bekendheid worden aangenomen, dat slachtoffers van dit soort delicten vaak langdurig te lijden hebben van de ten gevolge van deze delicten opgelopen trauma's en de daardoor veroorzaakte emotionele schade.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is derhalve geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij niet eerder is veroordeeld wegens een misdrijf.
De als deskundige benoemde forensisch orthopedagoog heeft gerapporteerd dat de verdachte functioneert binnen een borderline persoonlijkheidsstructuur en dat zijn persoonlijkheid zich kenmerkt door de neiging tot dominantie, gevoelens van onzekerheid/machteloosheid en behoefte aan zekerheid. Tevens is er sprake van enkele antisociale aspecten, zoals agressie, maar is de verdachte wel in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad, aldus de deskundige. De deskundige acht de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Het gerecht zal daar bij de strafoplegging rekening mee houden.
De raadsman heeft als strafmaatverweer aangevoerd dat er sprake is geweest van diverse normschendingen. Van schending van voor de procesvoering wezenlijke normen die zich lenen voor compensatie door een strafverlaging in de zin van artikel 413 lid 5 Wetboek van Strafvordering, is het gerecht, in tegenstelling tot het betoog van de raadsman, niet gebleken.
Het gerecht houdt bij de strafoplegging wel rekening met het volgende. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte zeven dagen naakt in de politiecellen heeft doorgebracht, nadat hij de recherche had verteld van zelfmoordpogingen in het verleden. Tijdens zijn verhoor ten aanzien van de vordering bewaring en de verlenging daarvan heeft de verdachte evenwel, blijkens het proces-verbaal van dat verhoor, aangegeven dat hij drie dagen naakt opgesloten is geweest. De officier van justitie heeft een en ander bij gebrek aan wetenschap niet weersproken. Het gerecht zal uitgaan van genoemde drie dagen en zal daar bij de strafoplegging ten voordele van de verdachte rekening mee houden, nu van een noodzaak om de verdachte drie dagen lang naakt in de politiecellen te laten doorbrengen in het geheel niet is gebleken.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 413 Wetboek van Strafvordering.

12.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
ACHTENVEERTIG (48) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 23 maart 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.