ECLI:NL:OGEAA:2017:587

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 juli 2017
Publicatiedatum
24 juli 2017
Zaaknummer
K.G. 1381 van 2017 / AUA201701329
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming en huurachterstand

In deze zaak heeft eiser, die in persoon procedeert, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiser verhuurt een woning aan gedaagde en heeft de huurovereenkomst opgezegd na toestemming van de Huurcommissie. Gedaagde heeft een aanzienlijke huurachterstand van Afl. 18.144,- en heeft geweigerd deze te betalen. Eiser heeft verzocht om ontruiming van het appartement en betaling van de huurachterstand. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 juli 2017, waarbij gedaagde verstek heeft laten verlenen. De rechter heeft geoordeeld dat er sprake is van spoedeisend belang en heeft de vordering van eiser toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het appartement te ontruimen en de huurachterstand te betalen, met veroordeling in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 14 juli 2017 door mr. M. Schoemaker.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 14 juli 2017
Behorend bij K.G. 1381 van 2017 / AUA201701329
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: eiser,
procederend in persoon,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Eiser heeft op 30 juni 2017 een verzoekschrift met producties ingediend.
1.2
Op 11 juli 2017 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Ter terechtzitting is eiser in persoon verschenen bijgestaan door de heer [naam X] als tolk. Aan gedaagde, die ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen niet is verschenen, is verstek verleend.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Eiser verhuurt aan gedaagde een woning te [adres], appartement nr. [nummer] in Aruba, tegen een maandelijkse huurprijs van Afl. 1.008,-.
2.2
Bij brief van 20 april 2017 heeft eiser de huurovereenkomst opgezegd na toestemming te hebben verkregen van de Huurcommissie en gedaagde verzocht om de woning te verlaten op 20 mei 2017.
2.3
Gedaagde had tot en met 30 juni 2017 een huurachterstand van Afl. 18.144,-.
2.4
Eiser heeft op 5 juni 2017 een overzicht van de huurachterstand, voornoemde brief van 20 april 2017 en een kopie van de beschikking van de Huurcommissie van 28 februari 2017 laten betekenen aan gedaagde.

3.DE VORDERING

3.1
Eiser heeft bij verzoekschrift, samengevat, gevorderd dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad,
A. gedaagde veroordeelt om na betekening van dit vonnis het appartement met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste het eigendom van eiser niet zijn, te ontruimen en het appartement met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eiser te stellen, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,- per dag, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat gedaagde nalaat om aan de in deze te geven rechterlijk bevel te voldoen,
B. voor zover nodig eiser machtigt om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm,
C. gedaagde veroordeelt tot betaling van een bedrag van Afl. 18.144,- aan huurachterstand plus kosten en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2017,
D. althans enige andere in goede justitie te bepalen beslissing neemt,
E. gedaagde veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Eiser grondt zijn vordering erop dat gedaagde tot en met heden een huurachterstand heeft en na sommatie weigert de huurachterstand te betalen. Voorts stelt eiser dat hij het appartement zelf wenst te betrekken en daardoor een spoedeisend belang heeft bij de vordering.

4.DE BEOORDELING

4.1
Van spoedeisend belang is voldoende gebleken.
4.2
De vordering is, nu deze niet door gedaagde is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar in na te noemen zin, met dien verstande dat gedaagde een termijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis zal worden gegund om de woning te ontruimen.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat eiser de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiser heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft eiser dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagde wordt betekend, en dat aan gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagde medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft eiser geen belang bij de verzochte machtiging.
4.4
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van eiser tot op heden begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht en Afl. 457,20 aan deurwaarderskosten.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
beveelt gedaagde om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het appartement plaatselijk bekend als [adres], appartement nr. [nummer] te Aruba, met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste het eigendom van eiser niet zijn, te ontruimen en het appartement met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eiser te stellen;
5.2
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van een bedrag van Afl. 18.144,-, te vermeerderen de wettelijke rente vanaf 13 juni 2017, alsmede van een bedrag van Afl. 1.008,- voor iedere maand vanaf 1 juli 2017 dat gedaagde het pand niet zal hebben ontruimd;
5.3
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiser gevallen en tot op heden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht en Afl. 457,20 aan oproepingskosten;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op vrijdag 14 juli 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.