Uitspraak
1.[appellant 1],
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Fundacion Cardio Infantilin Bogota, Colombia.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak hebben appellanten, ouders van een minderjarige dochter met een hartafwijking, beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering (UAZ) inzake de vergoeding van medische kosten voor een behandeling die in het buitenland heeft plaatsgevonden. De dochter is geboren met een hartafwijking en heeft in het verleden al een hartklepoperatie ondergaan in Colombia. Na opnieuw opgetreden klachten hebben de ouders ervoor gekozen om de dochter in Boston, VS, te laten opereren, ondanks dat het UAZ een andere instelling in Colombia had aangewezen voor de behandeling. De ouders hebben bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UAZ om slechts een deel van de gemaakte kosten te vergoeden, en hebben het gerecht verzocht om de beslissing te vernietigen en het UAZ te gelasten een nieuwe beslissing te nemen.
Het gerecht heeft overwogen dat de ouders bewust hebben gekozen voor de procedure zoals beschreven in artikel 25, lid 2 van de Landsverordening Algemene Ziektekostenverzekering (LAZV). Dit houdt in dat de ouders eerst de behandeling in de door het UAZ aangewezen instelling in Colombia hebben afgewezen en later voor een andere instelling in Boston hebben gekozen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de LAZV geen ruimte biedt voor afwijkingen van de vergoeding zoals vastgesteld in artikel 25, lid 2, en dat het UAZ op goede gronden het bezwaar van de ouders ongegrond heeft verklaard. De uitspraak van het gerecht is gedaan op 3 juli 2017, waarbij het beroep van de ouders ongegrond is verklaard.