Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
We hereby wish to inform you that based on recent developments we hereby terminate our work relationship, as per Monday, June 20th, 2016.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzoekt [Verzoeker] een verklaring voor recht dat zijn ontslag door UTA kennelijk onredelijk was. [Verzoeker], geboren op 3 augustus 1964, was sinds 1 januari 2014 in dienst bij UTA als supervisor. Op 20 juni 2016 werd hij op staande voet ontslagen, wat hij betwist. Hij stelt dat er geen duidelijke ontslaggrond is opgegeven en dat hij recht heeft op schadevergoeding, achterstallig loon, vakantiedagen en uitbetaling van zijn spaartegoed. UTA voert verweer en vraagt om veroordeling van [Verzoeker] in de proceskosten.
De rechter oordeelt dat UTA niet voldoende heeft aangetoond dat [Verzoeker] op de hoogte was van de redenen voor zijn ontslag. De e-mail van 20 juni 2016, waarin het ontslag werd bevestigd, biedt onvoldoende duidelijkheid over de omstandigheden die tot het ontslag hebben geleid. De rechter concludeert dat er geen dringende reden was voor het ontslag en dat UTA schadeplichtig is. [Verzoeker] heeft recht op schadevergoeding, salaris tot het einde van het dienstverband, uitbetaling van zijn spaartegoed en vergoeding van niet-genoten vakantiedagen. De rechter wijst de vorderingen van [Verzoeker] grotendeels toe, met uitzondering van de vergoeding naar billijkheid, en compenseert de proceskosten.
De uitspraak, gedaan door mr. W.J. Noordhuizen, resulteert in een veroordeling van UTA tot betaling van Afl. 15.409,23 aan [Verzoeker], vermeerderd met wettelijke rente en wettelijke verhoging. De kosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.