Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE BEOORDELING.
1) Ex artikel 8:210 BW; de kosten van uitwinning ad NAf./Afl. 6.932,55 ten bate van Wilmington, [E] ad NAf. 3.012,40, [A] ad NAf 2.725,03, [B] ad NAf 1.728,53,
2) Ex artikel 8:211 sub a BW; de kosten van behoud van het schip na beslaglegging. [C] vordert rangregeling van kosten in verband met bearbeiding en levering van onderdelen aan het schip. Niet duidelijk is of en in hoeverre deze kosten zijn gemaakt na beslaglegging. Geen van de schuldeisers kan thans aanspraak maken op dit voorrecht.
3) Ex artikel 8:211 sub c BW maakt [E] aanspraak op voorrang in verband met het verlenen van hulp toen het schip problemen met de generator had. Op grond hiervan komt [E] voorrang toe tot een bedrag van US$ 74.630, + p.m..
4) Wilmington maakt aanspraak op voorrang in verband met het hypotheekrecht tot een bedrag van US$ 12.573.747,00 + p.m.
5) Ingevolge artikel 217 lid 1 sub a BW maakt [C] aanspraak op voorrang voor US$ 59.691,21 + p.m. en € 2.191,69 + p.m. omdat zij materialen ten behoeve van het schip heeft geleverd en daaraan onderhoud heeft verricht. Op dezelfde basis maakt [B] aanspraak op US$ 33.090,00 +p.m. Ook [A] komt uit dien hoofde voorrang toe voor US$ 40.434,44 +p.m.
pro-formabepalen op dinsdag 22 augustus 2017 om 08:30 uur. Partijen kunnen dan – desgewenst – schriftelijk nader bezwaar maken tegen de staat van verdeling. Nadien zal de zaak op voet van artikel 486 lid 1 Rv worden verwezen naar de rolzitting van 23 augustus 2017. Gemachtigden dienen zich daar op voet van artikel 486 lid 2 Rv te stellen. Aangenomen wordt dat in ieder geval Wilmington zal verschijnen. Daarmee wordt hieronder vast rekening gehouden.