ECLI:NL:OGEAA:2017:526

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 juni 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
E.J. 602 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst bij langdurige arbeidsongeschiktheid en toepassing cao-regeling

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om de ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de Stichting Algemene Bejaardenzorg Aruba (SABA) en een zorgassistent, aangeduid als [X]. [X] is sinds 1 juni 2002 in dienst bij SABA en is sinds 11 maart 2014 volledig arbeidsongeschikt door een polsaandoening. SABA heeft een ontslagvergunning aangevraagd, die op 23 september 2016 werd geweigerd. In verband met de langdurige arbeidsongeschiktheid verzoekt SABA nu om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarop [X] zich verzet. Zij beroept zich op een arbeidsongeval van 6 januari 2013 en stelt dat er een opzegverbod geldt op basis van de cao-regeling die van toepassing was tijdens haar ziekte.

Het Gerecht overweegt dat de vraag of de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een bedrijfsongeval in het midden kan blijven, omdat de cao geen consequenties verbindt aan deze situatie. De rechter concludeert dat de bescherming van de oude cao (2001-2004) niet van toepassing is, omdat SABA heeft aangetoond dat het Land Aruba geen middelen heeft verstrekt voor de uitvoering van de cao-bepalingen. De nieuwe cao (2015-2018) bevat een beëindigingsverbod voor twee jaren zonder financieel voorbehoud, maar deze periode is inmiddels verstreken. Gezien de omstandigheden, waaronder het gebrek aan vooruitzicht op verbetering van de gezondheid van [X], heeft het Gerecht besloten de ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe te staan.

De uitspraak houdt in dat de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2017 wordt ontbonden en dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap en uitgesproken op 27 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 27 juni 2017
Behorend bij E.J. 602 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de stichting
STICHTING ALGEMENE BEJAARDENZORG ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: SABA,
gemachtigde: advocaat mr. A.E. Barrios,
tegen:
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: advocaat mr. P.M.E. Mohamed,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van SABA;
- de behandeling ter zitting van 16 mei 2017 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.HET VERZOEK EN DE BEOORDELING

2.1 [
X] is op 1 juni 2002 bij SABA in dienst getreden in de functie van zorgassistent. Haar salaris bedroeg laatstelijk Afl. 3.080,- bruto per maand.
2.2 [
X] is sedert 11 maart 2014 volledig arbeidsongeschikt als gevolg van een aandoening aan haar pols. Wegens het bestaan van langdurige arbeidsongeschiktheid heeft SABA een ontslagvergunning aangevraagd bij de Directeur van de Directie Arbeid. Deze heeft op 23 september 2016 de vergunning geweigerd.
2.3
SABA verzoekt in verband met de langdurige arbeidsongeschiktheid van [X] thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [X] heeft zich daartegen verweerd. Zij beroept zich op een arbeidsongeval dat heeft plaatsgevonden op 6 januari 2013, dat aan haar klachten ten grondslag ligt en voert verder aan dat art. 4 lid 5 CAO 2001-2004 een opzegverbod inhoudt tijdens ziekte die nog geen vier jaren heeft geduurd. Met ingang van 28 april 2015 geldt een nieuwe cao, waarin een opzegverbod is opgenomen van twee jaren. [X] heeft zich op het standpunt gesteld dat de “oude” CAO moet worden toegepast, nu partijen daaraan reeds uitvoering hebben gegeven. Het Gerecht overweegt het volgende.
2.4
In het midden kan blijven of de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van een bedrijfsongeval, nu de CAO daaraan geen consequenties verbindt. Het komt dan aan de vraag of aan [X] de bescherming van de CAO 2001-2004 toekomt. Die vraag wordt ontkennend beantwoord. SABA heeft de integrale tekst van de CAO overgelegd, met daarbij een protocol, waarin de CAO-partijen een voorbehoud hebben gemaakt ten aanzien van een aantal bepalingen in de CAO die leiden tot financiële consequenties. Daaronder valt ook art. 4 lid 5. Uitvoering daarvan is afhankelijk van de financiën die door het Land Aruba beschikbaar worden gesteld. SABA heeft aangevoerd dat het Land de kosten voor de uitvoering van dit artikel niet heeft verstrekt, zodat de bescherming in de CAO geen werking heeft en de wettelijke regeling van toepassing is. [X] heeft niet bestreden dat het Land geen middelen ter beschikking heeft gesteld. De tekst van de CAO en het daarbij behorende protocol zijn duidelijk in de uitleg en werking. Ook voor [X] die zelf geen partij is bij de CAO, kan over de interpretatie geen misverstand bestaan. Hoewel er veel voor te zeggen valt dat, als eenmaal uitvoering wordt gegeven aan een CAO-bepaling, een werkgever daaraan gebonden is, kan in dit verband niet worden genegeerd dat het Land een financieel beleid moet voeren dat die uitvoering toelaat. Nu dat niet het geval is, is de bescherming (uiteindelijk) een wassen neus. In de CAO 2015-2018 is een andere regeling opgenomen, namelijk een beëindigingsverbod voor twee jaren. Daarbij geldt geen financieel voorbehoud. In zoverre is deze bepaling gunstiger dan die van de CAO 2001-2004. Die twee jaren zijn reeds ruim verstreken. Ter zitting is gebleken dat [X] geen zicht heeft op een concrete verbetering van haar gezondheidssituatie en dat zij nog steeds volledig arbeidsongeschikt is. Het Gerecht zal tegen deze achtergrond de gevraagde ontbinding toestaan.
2.5
SABA heeft toegezegd aan [X] de cessantia-uitkering te zullen verstrekken.
2.6
Voor een kostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3.DE UITSPRAAK:

Het Gerecht:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juli 2017;
compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 27 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.