5.Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, nr. A-37, opgemaakt door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse, bij voormeld korps.
1. een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 2], brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van
bevinding, -zakelijk weergegeven-:
Op maandag 7 november 2016 omstreeks 06:40 uur werd telefonisch aan de politiewacht te Sint Nicolaas verklaard dat vermoedelijk ter hoogte van de Abraham de Veer School gelegen te Pastoor Hendrickstraat een man werd neergestoken. Ter plaatse trof ik verbalisant een collega buiten dienst aan. Hij stond naast het slachtoffer die later op gaf te zijn [aangever]. Het slachtoffer verklaarde dat een voor hem bekende man, maar de naam van die man weet hij niet, hem vermoedelijk met een mes had neergestoken. Hij verklaarde verder dat de dader een zwart t-shirt aan had met een rode jogging broek met wit gestreept aan de zijkant. De man is verder van donkere huidskleur, lang en slank postuur. Vervolgens sprak ik met een getuige [getuige 1] die verklaarde dat zij de dader had gezien en zij gaf dezelfde omschrijving als het slachtoffer. Vervolgens verklaarde het slachtoffer dat alles gebeurde ter hoogte van de Amalia van Solmstraat nummer 22 en dat hij door bleef rennen tot Abraham de Veer school alwaar hij niet meer verder kon en neerviel.
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangever,-zakelijk weergegeven-:
Gisteren, 6 november 2016, stapte ik ter hoogte van Springfield Supermarket uit de bus. Dat was omstreeks 06:00 uur. Ik begon richting mijn huis te lopen. Toen ik in de straat tussen de Methodist Church en Abraham de Veer School liep werd ik door een jongeman benaderd. Hij liep achter mij aan en vroeg of ik tien florin voor hem had. Ik zei dat ik geen geld had. Toen ik de jongen goed aankeek herkende ik hem van aangezicht. Ik weet zijn naam niet. Toen ik op een open terrein waar zich een “tire repair shop” bevond besloot ik terug te keren. Ik begon in zuidelijke richting te lopen in de straat ten oosten van de Methodist Church. Ik besloot links de andere straat in te lopen in oostelijke richting (opmerking verbalisant: met die straat bedoelde het slachtoffer Amaya van Solmstraat). De jongen bleef achter mij lopen. Op een gegeven moment zag ik hem zijn rechterhand aan zijn broekzak plaatsen en dat hij iets in zijn rechterhand tevoorschijn nam. Het was een mes met een zwart handvat. Plotseling stak hij mij links achter aan mijn bil met het mes en direct daarna links aan mijn rug. Vervolgens probeerde hij mij aan mijn linkerhand vast te grijpen. Er begon een handgemeen tussen ons waarna ik hem met mijn tas sloeg. Toen de tas op de grond viel ging de jongen door mijn spullen zoeken. Ik liep de straat ten oosten van de kerk in noordelijke richting in. Ik voelde mij niet goed en had veel pijn. Ik merkte dat de jongen weer achter mij kwam. Ik begon mij duizelig te voelen en ging toen richting de parkeerplaats van Abraham de Veer School. Daar kon ik het niet meer volhouden en zakte ik in elkaar. Ik zag dat de steekwonden hevig begonnen te bloeden. Op dat moment kwam een meisje lopend aan. Zij kwam naar mij toe en ik zei tegen haar dat ik door de jongen die wegliep gestoken werd. Ik werd met de ambulance naar het hospitaal overgebracht. Ik moest geopereerd worden. Ik heb twee steekwonden. Een achter mijn linker bil en een links achter mijn rug ter hoogte van mijn long. Mijn long werd geperforeerd en de punt van het mes zat nog in mijn long gestoken. Tijdens de operatie is dit er uit gehaald. Ik heb nu heel veel pijn. De jongen die mij gestoken had is van donkerhuidskleur, slank postuur en kort kroeshaar. Ik schat hem tussen 18 en 20 jaar oud. Hij droeg een zwart hemd en had een lange rode sportbroek met witte streep aan de zijkanten aan.
3. een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van
fotoconfrontatie aangever, -zakelijk weergegeven-:
Op 18 november 2016, werd de aangever, aan een fotoconfrontatie onderworpen. Op het fotoblad dat aan de aangever werd getoond waren 6 verschillende foto’s van op elkaar gelijkende mannen afgedrukt. Op foto nummer 2 stond de foto van de verdachte afgebeeld. De aangever wees mij, verbalisant, na het confrontatieblad goed te hebben bekeken, foto nummer (2) als de foto van de jongeman waarover hij in zijn verklaring had gesproken.
De aangever verklaarde daarbij:
Dit is de jongen die mij gestoken had. Hier ziet hij er jonger uit, maar ik herken hem aan zijn lippen en aan zijn ogen. Ik kan die ogen niet vergeten door de manier waarop hij mij bleek aankijken.
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 3], brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:
Op maandag 7 november 2016 omstreeks 06:30 uur vertrok ik van huis. Gekomen bij een chinese minimarket schuin tegenover Pacifico Restaurant stopte ik even om een frisdrank en een pastechi te kopen. Daarna stak ik de weg over en liep voor Pacifico Restaurant. Vervolgens liep ik langs Fontein mini market en bleef op het open terrein ten westen van Pacifico lopen totdat ik op de parkeerplaats ten oosten van Abraham de Veer school kwam. Toen ik in de zuidelijke richting op de parkeerplaats van Abraham de Veer school liep, zag ik in de verte een jongeman, van donkere huidskleur, met iets zwarts op zijn hoofd helemaal aan het eind van de erfmuur van de kerk voor de Abraham De Veer school zitten. De man had een rode jogging pants aan met witte streep. Hij had een zwart t-shirt en zag er best wel jong uit. Toen ik het hek van Abraham de Veer School in de westelijke richting voorbij liep draaide ik mijn hoofd om en zag ik een man huilend in de westelijke richting lopen. Hij liep op het trottoir dicht bij het hek van de school. Op dezelfde moment zag ik de man met de rode jonggingpants in de noordelijke richting ten oosten van Abraham de Veer weglopen. Ik ging naar de man om te kijken of hij hulp nodig had. Hij zei tegen me: “The guy just stabbed me. He stab me. He got problem with my brother and stabbed me for no reason.” Ik zag dat hij bloed had aan zijn shirt.
5. een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd, [verbalisant 4], brigadier bij voormeld korps, [verbalisant 3] voornoemd en [verbalisant 5], agent eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van
bevinding videobeelden, -zakelijk weergegeven-:
In het kader van het lopend onderzoek met de naam “Steekpartij Abraham de Veer”, hebben wij, verbalisanten, op 15 november 2016, de in beslag genomen videobeelden van “Qing Snack Shop”, gelegen te Pastoor Hendrikstraat nummer 199, bekeken. Op het scherm is de datum en het tijdstip te zien. De datum is 7 november 2016. Het tijdstip op het scherm is ongeveer 10 minuten voor de reële tjid.
Camera #8:
Omstreeks 06:31:00, komt een jongeman van donkere huidskleur in het beeld. De jongeman komt vanuit westelijke richting, loopt onder het afdak van de “Tire Repair Shop” tegenover Fontijn Mini Market en steekt de weg in de straat ten westen van Pacifico Restaurant haastig over. Hij loopt dan onder het kleine afdak van de hoofdingang van Pacifico Restaurant en steekt de weg over de Pastoor Hendrikstraat en loopt de “Quing Snack Shop” binnen. De jongen is van donkere huidskleur en heeft zwart kroeshaar. De jongen is gekleed in een zwart T-shirt met witte opschrift en draagt een lange rode joggingpants (sportbroek) met witte strepen aan de zijkanten. De jongen blijft even in de zaak en kort daarna verlaat hij de zaak. Hij loopt in de oostelijke richting van de camera weg.
Camera #3:
Het gezicht van de jongen is duidelijk te zien.
Camera #5:
Doordat de jongen met zijn rug weg van de camera loopt, is op de achterkant van zijn T-shirt het nummer zeven (7) in het wit te zien.
Ik verbalisant [verbalisant 4] herken de jongeman in de videobeelden als [verdachte].
Ik verbalisant [verbalisant 5] herkende de jongeman in de beelden als [verdachte].
6. een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 28 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden voornoemd, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van
bevinding in beslagname sportkleren van de verdachte, -zakelijk weergegeven-:
In het kader van het lopend onderzoek onder de naam “Steekpartij Abraham de Veer, gingen wij, verbalisanten op 28 november 2016 naar de woning van de verdachte, zijnde het perceel [woonplaats verdachte] om de kleren van verdachte die hij op de dag van de steekpartij aan had, in beslag te nemen. De moeder van de verdachte, [moeder van verdachte], overhandigde mij verbalisant [verbalisant 4] de kleren. Ik [verbalisant 4] zei haar dat ik deze kleren in beslag nam.
7. een ontvangstbewijs van inbeslagname, op 28 november 2016 getekend door [verbalisant 4] voornoemd, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik verbalisant verklaar te hebben in beslag genomen uit handen van de vrouw [moeder van verdachte]: een rode jogging pants met witte streepjes aan de zijde en een zwart T-shirt met witte nummer 7 achteraan.
8. Een aanvraag medische informatie gericht aan dr. Peterson, chirurg, ondertekend namens de korpschef door [verbalisant 6], met als bijlage een ondertekende brief gedateerd 18 januari 2017 van dr. Peterson, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
[aangever] werd op 7 november 2016 het hospitaal binnengebracht. Er is sprake geweest van een messteekverwonding ter hoogte van de linker thoraxhelft. Hierbij is het mesheft afgebroken en het mes nog in de wond/thorax aanwezig. Deze werd verwijderd en vervangen door een thoraxdrain. Hij werd op 11 november 2016 uit het ziekenhuis ontslagen. Hij heeft een kleine haemato-pneumothorax opgelopen (bloeding en klaplong) links.
9. De
verklaring van de verdachte, op 19 mei 2017 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Aan de verdachte worden getoond fragmenten van de videobeelden van 7 november 2016 afkomstig van de Qing Snack Shop gelegen te Pastoor Hendrikstraat 119, waarover door de politie is gerelateerd in bijlage 14 van het net-pv, waarna de verdachte verklaart: Ik ben op de videobeelden te zien als de jongen gekleed in een zwart T-shirt. Ik ben daarnaartoe gegaan om een pastechi te kopen.
Bewijsoverwegingen
De verdachte ontkent het ten laste gelegde feit te hebben gepleegd. Volgens de verdediging heeft het slachtoffer verklaard dat de dader problemen had met zijn broer en dat de dader te Rooi Hundo, dan wel Weg Kustbatterij woont, terwijl de verdachte geen problemen met de broer van het slachtoffer heeft en ook niet in de genoemde straten woont. Voorts is het volgens de verdediging onwaarschijnlijk dat getuige [getuige 1], de zus van de verdachte, haar eigen broer niet zou hebben herkend. Daarnaast heeft de moeder van de verdachte bij de rechter-commissaris verklaard dat zij is benaderd door een vrouw die haar vertelde dat het slachtoffer de vrouw had verteld dat de verdachte niet de dader is. Voorts hebben de ouders van de verdachte bij de rechter-commissaris verklaard dat de verdachte ten tijde van het steekincident thuis was. Het gerecht verwerpt de door de verdediging aangevoerde argumenten. Ter toelichting dient het volgende.
Uit de bewijsmiddelen blijkt het volgende. Zowel het slachtoffer als de zus van de verdachte hebben een signalement van de dader gegeven. Het slachtoffer heeft verklaard dat de dader een donkere huidskleur had, een slank postuur en kort kroeshaar. Hij schatte hem tussen 18 en 20 jaar oud. Hij droeg een zwart hemd en had een lange rode sportbroek met witte streep aan de zijkanten aan. De zus van de verdachte heeft ook verklaard dat het een jongeman betrof van donkere huidskleur en dat hij een zwart T-shirt en een rode joggings pants met een witte streep aanhad. Op de videobeelden van de Qing Snack Shop, gelegen aan de Pastoor Hendrikstraat, is te zien dat de verdachte vlak voor het tijdstip waarop het steekincident heeft plaatsgevonden (rond 06:30 uur) in de buurt was van de plaats waar het steekincident heeft plaatsgevonden. Op deze beelden is te zien dat het signalement van de dader overeenkomt met de verdachte, te weten een jongeman van donkere huidskleur met kroeshaar, terwijl ook op de beelden is geconstateerd dat de kleding die de verdachte droeg, welke kleding nadien bij de woning van de verdachte in beslag is genomen, overeenkomt met het signalement. De verdachte heeft ter terechtzitting zichzelf op de beelden herkend en verklaard dat hij die ochtend een pastechi is gaan kopen bij de Qing Snack Shop. Het slachtoffer heeft de verdachte bovendien aangewezen als de dader middels een fotoconfrontatie.
De verdachte heeft tijdens zijn verhoren bij de politie verklaard dat hij zich niet meer kon herinneren waar hij op 7 november 2016 in de ochtenduren was. Dit terwijl hij ter terechtzitting verklaarde dat hij die ochtend een pastechi is gaan kopen bij de Qing Snack Shop en dat hij daarna weer naar huis is gegaan. Daarmee heeft de verdachte niet weerlegd dat hij rond het tijdstip waarop het steekincident heeft plaatsgevonden daar in de buurt is geweest, terwijl zijn kleding overeenkomt met het signalement van de dader zoals opgegeven door het slachtoffer en de zus van de verdachte en het slachtoffer de verdachte middels een fotoconfrontatie als dader heeft aangewezen. Overigens strookt hetgeen de verdachte heeft verklaard ook niet met de verklaring van zijn moeder, die bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat zij die ochtend twintig a dertig minuten nadat haar dochter, de zus van de verdachte van huis was vertrokken, was opgestaan en dat zij toen de verdachte in zijn boxershort aantrof die haar toen vertelde dat hij net wakker was geworden.
Aan het bewijs doet niet af dat het slachtoffer heeft verklaard dat de dader op een ander adres dan de verdachte zou wonen. Het slachtoffer kan zich immers vergist hebben. Voorts acht het gerecht niet doorslaggevend of de verdachte wel of geen problemen had met de broer van het slachtoffer, aangezien het slachtoffer de verdachte heeft aangewezen middels een fotoconfrontatie en er voldoende steunbewijs is. Aan het bewijs doet evenmin af dat de zus van de verdachte de verdachte niet heeft herkend als dader. Zij heeft verklaard dat zij de dader in de verte zag zitten op een muur en dat hij vervolgens is weggelopen. Het is derhalve verklaarbaar dat zij de verdachte niet goed heeft kunnen zien die ochtend. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden acht het gerecht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte degene is geweest die het slachtoffer heeft gestoken.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte het slachtoffer met een mes in de rug ter hoogte van de linker long heeft gestoken, waarbij het lemmet is afgebroken en de punt in de wond en thorax is blijven steken. Het slachtoffer heeft daardoor een bloeding en een klaplong opgelopen. Het is een feit van algemene bekendheid dat zich in het rug/longgebied vitale organen bevinden. In het algemeen geldt dat de kans dat een slachtoffer door de gedraging van de verdachte zou kunnen overlijden naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. De gedraging van de verdachte moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het doden van het slachtoffer dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg willens en wetens heeft aanvaard, terwijl van bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden niet is gebleken. Het gerecht acht derhalve bewezen dat verdachtes opzet, op zijn minst, voorwaardelijk was gericht op het doden van het slachtoffer.