ECLI:NL:OGEAA:2017:508

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
30 juni 2017
Zaaknummer
K.G. nr. 1011 van 2017 / AUA201700828
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning en huurachterstand

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.E. Rosenstand, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die in persoon verschenen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 15 mei 2017 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 juni 2017. Eiser verhuurt sinds 1 november 2014 een woning aan gedaagden voor een maandelijkse huurprijs van Afl. 4.000,-. In 2016 werd een verlaagde huurprijs van Afl. 3.000,- overeengekomen, maar gedaagden hebben een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd, die per 16 juni 2017 op Afl. 28.310,50 stond. Eiser vorderde in zijn verzoekschrift dat gedaagden binnen drie dagen het gehuurde zouden ontruimen en hen werd een voorschot van Afl. 25.310,50 opgelegd, vermeerderd met toekomstige huurtermijnen en kosten.

De rechter oordeelde dat eiser voldoende spoedeisend belang had bij zijn vordering, gezien de grote huurachterstand en het feit dat gedaagden geen inhoudelijk verweer hadden gevoerd. De rechter besloot dat gedaagden het gehuurde binnen een maand na betekening van het vonnis moesten ontruimen, met inachtneming van hun persoonlijke situatie, waaronder het feit dat zij vier kinderen hebben en een schoonheidssalon in het gehuurde. Daarnaast werden gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten aan eiser. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 28 juni 2017
Behorend bij K.G. nr. 1011 van 2017 / AUA201700828
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Aruba,
EISER,
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen
1.[gedaage 1],
2.[gedaagde 2],
beiden wonende te Aruba,
GEDAAGDEN,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 15 mei 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 16 juni 2017.
1.2
Eiser is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en gedaagden zijn in persoon verschenen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Eiser verhuurt aan gedaagden sedert 1 november 2014 een woning te [adres] in Aruba, tegen een maandelijkse huurprijs van Afl. 4.000,-.
2.2
Begin 2016 zijn partijen mondeling een verlaagde huurprijs van Afl. 3.000,- overeengekomen, ingaande 1 februari 2016.
2.3
Eiser heeft gedaagden per brief van 19 mei 2016 gesommeerd om een huurachterstand ter hoogte van Afl. 11.000,- te voldoen en om het gehuurde te ontruimen.
2.4
Per 16 juni 2017 bedraagt de huurachterstand Afl. 28.310,50.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert in zijn verzoekschrift dat het gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis gedaagden beveelt om binnen drie (3) dagen het gehuurde gelegen te [adres] te ontruimen, alsmede gedaagden veroordeelt tot betaling van een voorschot van Afl. 25.310,50, te vermeerderen met de toekomstige huurtermijnen, boetebedragen en kosten en gedaagden te veroordelen in de kosten van het geding, kosten rechtens.
3.2
Eiser legt wanprestatie aan zijn vordering ten grondslag en stelt dat het te verwachten is dat de bodemrechter de huurovereenkomst zal ontbinden. Hij stelt schade te lijden ten gevolge van de wanprestatie van gedaagden, doordat hij geen huur ontvangt en de woning thans niet aan een andere, wel betalende huurder kan verhuren.
3.3
Gedaagden erkennen de huurachterstand. Gedaagden wensen een regeling te bereiken met eiser en verzoeken het gerecht om hen tijd te gunnen om het gehuurde te ontruimen omdat zij vier kinderen hebben en een schoonheidssalon die deel uitmaakt van het gehuurde.

4.DE BEOORDELING

4.1
Eiser heeft voldoende spoedeisend belang bij zijn vordering.
4.2
Eiser heeft er, gelet op de voldoende aannemelijk geworden wanprestatie wegens de grote huurachterstand, een voldoende gerechtvaardigd spoedeisend belang bij dat gedaagden het gehuurde ontruimen en in dit kader ook voldoende aannemelijk gemaakt dat in een bodemprocedure de vordering tot ontruiming van de woning zal worden toegewezen. Eiser heeft ruim voldoende kans gegeven aan gedaagden om de achterstallige huur te voldoen. De verzochte ontruiming zal dan ook worden toegewezen, waarbij, na afweging van de wederzijdse belangen, aan gedaagden een termijn van een maand gegund zal worden om de woning te ontruimen, zodat zij voldoende tijd hebben om andere woonruimte voor hun gezin te vinden.
4.3
Nu gedaagden geen inhoudelijk verweer hebben gevoerd tegen het onder sub 2 gevorderde en die vordering niet ongegrond of onredelijk is, wordt deze in na te noemen zin eveneens toegewezen.
4.4
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van eiser, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.194,50 (Afl. 750,- + Afl. 222,25 + Afl. 222,25) aan verschotten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
beveelt gedaagden om het gehuurde te [adres] Aruba binnen een (1) maand na betekening van dit vonnis te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van eiser zijn;
5.2
veroordeelt gedaagden tot betaling aan eiser van een bedrag van Afl. 25.310,50, te vermeerderen met Afl. 3.000,- voor iedere maand na 1 mei 2017 dat gedaagden het pand niet zullen hebben ontruimd;
5.3
veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure, gevallen aan de zijde van eiser, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.194,50 aan verschotten en Afl. 1.000,- aan gemachtigdensalaris;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.