5.Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van relaas van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, nr. A-[nummer] met mutatienummer [nummer], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 januari 2017 ondertekend door [verbalisant], hoofdagent eerste klasse, bij voormeld korps.
1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 mei 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], agent bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
aangifte [slachtoffer],-zakelijk weergegeven-:
Op 16 mei 2016 tussen de tijdstippen 21:05 uur en 22:00 uur was ik naar de [naam bar] te [naam district] gereden om te drinken en om animeermeisjes te zoeken. In de [naam bar] werd ik door twee vrouwen benaderd. Eén van hen heeft een bruine huidskleur en de andere een blanke huidskleur. We hadden tussen ons drieën een afspraak gemaakt om naar het appartementencomplex gelegen ter hoogte van het [plaats] te [naam district] te gaan om daar een appartement te huren om te seksen. Doordat ik niet wist waar dit appartementencomplex gelegen is, zei ik tegen de vrouwen dat één van hen met mij moest meerijden om mij het appartementencomplex te wijzen. Zij gingen hiermee akkoord en de blanke vrouw stapte samen met mij in de auto en de andere vrouw reed in een andere auto ons achterna. Toen we voor de voormalige [naam supermarkt] Supermarket te [naam district] waren aangekomen, zei de blanke vrouw die mij vergezelde om linksaf te slaan. Daarna moest ik op haar verzoek naast de begraafplaats gelegen te Zeewijk parkeren. Toen ik mijn auto daar geparkeerd had zei ik tegen de blanke vrouw dat ik het niet leuk vond om daar te parkeren. Daarna vroeg ik ook aan haar waarom haar vriendin haar auto ver van mijn auto had geparkeerd. Ik zei tegen de blanke vrouw om tegen haar vriendin te zeggen om dichterbij naast mijn auto te komen parkeren. De blanke vrouw stapte uit de auto en zij liep naar de auto waarin de bruine vrouw zat. Ongeveer twee minuten later stapte een voor mij onbekende man mijn auto binnen en zonder enige reden of aanleiding daartoe plaatste hij een groot mes tegen mijn nek. Hij zei in een bedreigende toon tegen mij in het Papiamento: “
Nami tur bo placa of mi ta matabo”. Onmiddellijk hierna hield ik het mes aan het handvat vast en ik begon met de man te worstelen. Door de worsteling vielen wij beiden vanuit mijn auto. Tijdens de worsteling had de gewapende overvaller mijn portemonnee vanuit mijn rechterbroekzak gehaald en weggenomen. In mijn portemonnee had ik het bedrag van tweehonderdzevenenzeventig Arubaanse Florins en voor mij zeer belangrijke documenten. Hierna stond de gewapende overvaller van de grond op en hij had mij met één van zijn tot vuist gebalde handen een harde vuistslag op mijn gezicht toegediend waardoor hij mijn bril vernielde.
2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 mei 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige], -zakelijk weergegeven-:
Op 16 mei 2016 omstreeks 21:00 uur stond ik achter de toonbank van de [naam bar]. Ik zag dat het meisje dat ik als [medeverdachte 2] ken de [naam bar] binnenliep. Zij begon met een Chinees te spreken. Ik zag dat [medeverdachte 2] en de Chinees bij de toonbank gingen zitten. Een paar minuten later kwam de man die ik ken als [medeverdachte 1] de [naam bar] binnen. Hij is de vriend van [medeverdachte 2].
3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] voornoemd en [verbalisant 2], brigadier eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
eerste verhoor verdachte [medeverdachte 1], -zakelijk weergegeven-:
Mijn roepnaam is [medeverdachte 1]. [medeverdachte 2] is mijn vriendin. Meestal vertoeven [medeverdachte 2] en ik in de omgeving van de binnenstad van [naam district]. Wij bezoeken [naam bar] ook af en toe. Ik heb een goede relatie met [getuige], de barbediende van [naam bar].
4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden brigadiers eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
eerste verhoor verdachte [medeverdachte 2], -zakelijk weergegeven-:
In de maand mei 2016 was ik op een avond met mijn auto richting de binnenstad van [naam district] gereden. Ik heb mijn vriendin [medeverdachte 3] in de [naam bar] ontmoet. Een onbekende man, die lijkt op een Chinees, zei tegen ons: “
Mi kier hasi un 3 some cu boso, boso ta dushi” en “
Mi ta duna boso cada un 100 florin”. Ik moet opmerken dat ik in geldnood verkeer. Mijn financiële situatie thuis is niet zo goed. Hierdoor heb ik zijn aanbod aangenomen. [medeverdachte 3] ging ook akkoord met zijn aanbod. Toen de man ons het geld had aangeboden om met hem te gaan seksen, voordat wij met hem vertrokken, had [medeverdachte 3] een whatsapp bericht naar [medeverdachte 1] opgestuurd om hem in kennis te stellen dat wij met de man zouden gaan. Dus het was als het ware een soort plan dat beraamd werd op dat moment om ons te volgen om de man te gaan beroven.
5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1], voornoemd, en [verbalisant 2], brigadier eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
tweede verhoor verdachte [medeverdachte 2], -zakelijk weergegeven-:
Op die specifieke avond bood de Chinese man mijn vriendin [medeverdachte 3] en mij inderdaad aan om met hem te gaan seksen. Ik liep richting mijn auto en zag dat [medeverdachte 1] naast mijn auto stond. Ik had hem op dat moment gezegd waar [medeverdachte 3] en ik mee bezig waren. Ik had hem verteld dat een Chinese man ons tweehonderd Arubaanse Florins had aangeboden om samen met hem te geen seksen. Ik trad op als bestuurder van de auto. [medeverdachte 1] had tegen mij gezegd dat hij en zijn vriend [verdachte] met mij mee zullen rijden. Op een gegeven moment zag ik dat de Chinese man zijn auto tot stilstand had gebracht ter hoogte van de begraafplaats van [plaats]. Ik had mijn auto ook op die weg tot stilstand gebracht. Ik zag dat [medeverdachte 1] en [verdachte] vanuit mijn auto waren gestapt en dat beiden in de richting van de auto van de Chinese man renden. Ik zag dat [verdachte] bij het uitstappen van mijn een auto een groot keukenmes in zijn bezit had. Ik zag hierna dat [medeverdachte 3] rennend naar mijn auto was gekomen. Zij stapte in mijn auto. [verdachte] en [medeverdachte 1] waren naar mijn auto teruggekeerd. Wij waren toen met ons vieren wederom naar de binnenstad van [naam district] gereden.
6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 2 december 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd, voor zover inhoudende, als
eerste verhoor verdachte [medeverdachte 3], -zakelijk weergegeven-:
Ze noemen mij [medeverdachte 3]. [medeverdachte 2] is een kennis van mij. Haar vriend heet [medeverdachte 1]. Op 16 mei 2016 was ik naar de binnenstad van [naam district] gegaan en ik had daar mijn vrienden ontmoet. Met mijn vrienden bedoel ik [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte]. Op een gegeven moment was ik de [naam bar] binnengestapt en ik had [medeverdachte 2] daarbinnen ontmoet. Ik zag dat [medeverdachte 2] daarbinnen met een Chinese man aan het praten was. De Chinese man zei tegen mij en [medeverdachte 2]: “
Si boso dos kier mi ta duna boso 100 florin anto mi ta chinga boso dos. Boso ta Arubiana puta barata”. Ik stapte samen met de Chinese man in zijn auto. Ik had geen enkele intentie om met de Chinees te gaan seksen. Ik zag dat [medeverdachte 2] als bestuurster in haar auto was gestapt en haar auto had gestart. De Chinees begon in westelijke richting weg te rijden en [medeverdachte 2] reed ons achterna in haar auto. Op een gegeven moment was [medeverdachte 2] ons voorbij gereden en zij had haar auto ter hoogte van een begrafenisplaats geparkeerd. De Chinees parkeerde zijn auto ietsje verderop voor de auto van [medeverdachte 2]. Op een gegeven moment zag ik dat [medeverdachte 1] de Chinees met kracht vanuit zijn auto had gerukt. Ik zag dat [medeverdachte 1] met de Chinees begon te worstelen en hem met zijn tot vuist gebalde handen begon te mishandelen. Ik zag dat [verdachte] in gezelschap van [medeverdachte 1] was en dat zij samen de man aan het mishandelen waren. Nadat [medeverdachte 1] en [verdachte] de Chinees hadden mishandeld en hij op de grond bleef liggen waren zij de auto van [medeverdachte 2] binnengestapt. Hierna waren wij weer naar de binnenstad van San Nicolaas gereden om verder te gaan trippen. De achternaam van [verdachte] is [achternaam].
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 december 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd, voor zover inhoudende, als
eerste verhoor verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
Mijn roepnaam is [verdachte]. Iedereen noemt mij [verdachte]. Een van mijn echte vrienden heet [medeverdachte 1]. Hij heeft een intieme relatie met [medeverdachte 2]. Ik ken [medeverdachte 3]. Zij heet [medeverdachte 3].
8. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 januari 2017 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
tweede verklaring aangever [slachtoffer],-zakelijk weergegeven-:
Op 17 mei 2016 had ik aangifte gedaan van een gewapende overval die op mij werd gepleegd ter hoogte van de begraafplaats te [plaats]. Op de vraag of ik meerdere overvallers heb gezien kan ik u geen antwoord geven, want toen ik buiten mijn auto lag had de gewapende overvaller mijn bril gebroken en het was ook donker. Ik was niet zeker of het alleen één mannelijke overvaller of meerdere overvallers waren want op dat moment werd ik mishandeld en met een mes bedreigd zodat mijn portemonee weggenomen kon worden. Op de plaats waar ik op aanwijzing van de blanke vrouw mijn auto had geparkeerd was het zeer donker.
Bewijsoverwegingen
De verdachte heeft elke betrokkenheid bij het ten laste gelegde feit ontkend. Volgens de verdediging is er onvoldoende bewijs tegen de verdachte en dient vrijspraak te volgen.
Het gerecht verwerpt het verweer van de verdediging. Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte bij de beroving samen met medeverdachte [medeverdachte 1] geweld heeft gepleegd tegen het slachtoffer. Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat de verdachte het slachtoffer samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft mishandeld, terwijl medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de verdachte met een groot mes in zijn handen uit haar auto was gestapt en dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 1] in de richting van de auto van het slachtoffer rende. Het gerecht acht deze verklaringen voldoende betrouwbaar, nu niet valt in te zien waarom deze twee dames een belastende verklaring tegen de verdachte zouden afleggen indien hij, zoals hij zelf heeft verklaard, niets met de beroving te maken heeft gehad. Bovendien heeft het slachtoffer in zijn tweede verklaring verklaard dat hij niet zeker was of het alleen één mannelijke overvaller was of dat het meerdere overvallers waren, omdat zijn bril werd afgeslagen en het op de plek van de beroving zeer donker was. Het gerecht acht het om die reden verklaarbaar dat het slachtoffer in zijn aangifte slechts over één overvaller heeft gesproken.
Het gerecht is voorts van oordeel dat de verdachte zo nauw en bewust met de andere medeverdachten heeft samengewerkt dat, zoals is bewezenverklaard, sprake is van medeplegen. Er is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, waarbij de bijdrage aan het delict van de verdachte, te weten het meerijden, het op de plaats delict samen met medeverdachte [medeverdachte 1] uit de auto stappen, het gezamenlijk plegen van geweld en het gezamenlijk met de buit weer vertrekken, van voldoende gewicht is.