ECLI:NL:OGEAA:2017:497

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 juni 2017
Publicatiedatum
29 juni 2017
Zaaknummer
E.J. 2532 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake ontslag op staande voet en bewijslevering in arbeidszaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek van [Verzoeker] tegen de naamloze vennootschap Panaderia Moderna, waar hij als bakker werkzaam was. [Verzoeker] is op 14 februari 1996 in dienst getreden en had geen eerdere klachten over zijn functioneren. De zaak draait om een ontslag op staande voet dat volgde op een incident in de nacht van 23 op 24 maart 2016, waarbij [Verzoeker] en een collega weigerden een vervuilde machine schoon te maken en te gebruiken, zoals opgedragen door de directeur van Moderna. Na de weigering verlieten zij het pand zonder het goed af te sluiten, wat door Moderna als reden voor het ontslag werd aangevoerd.

Het Gerecht overweegt dat de combinatie van feiten, mits bewezen, het ontslag op staande voet zou kunnen rechtvaardigen. Echter, gezien het lange dienstverband van [Verzoeker] is het Gerecht van mening dat een minder zware maatregel ook mogelijk was geweest. De zaak is gecompliceerd door de verschillende lezingen van de gebeurtenissen door beide partijen. Moderna wordt toegelaten tot bewijsvoering, waaronder het horen van getuigen, om aan te tonen dat [Verzoeker] de bakkerij heeft verlaten tegen de uitdrukkelijke opdracht van de directeur in.

De beschikking is gegeven op 20 juni 2017, waarbij het Gerecht de zaak heeft verwezen naar een rolzitting op 29 augustus 2017 voor verdere behandeling.

Uitspraak

Beschikking van 20 juni 2017
Behorend bij E.J. 2532 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[Verzoeker],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Verzoeker],
gemachtigde: advocaat mr. S.O.R.’G. Faarup,
tegen:
de naamloze vennootschap
PANADERIA MODERNA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Moderna,
gemachtigde: advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van Moderna;
- de aantekeningen van de griffier van de behandeling ter zitting van 11 april 2017;
- het verzoek van partijen d.d. 9 mei 2017 om een beschikking te geven.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
[Verzoeker] is op 14 februari 1996 bij Moderna in dienst getreden en is daar werkzaam als bakker (helper oven) tegen een salaris van Afl. 1.852,- bruto per maand. Tot de hieronder weergegeven gebeurtenis bestond geen kritiek op zijn functioneren.
2.2
In de nacht van 23 op 24 maart 2016 had [Verzoeker] dienst met een collega, [naam collega] (geen familie). Zij waren belast met het maken van “pan di machine”. Op enig moment constateerden beiden dat de machine het brood niet sneed en hebben zij telefonisch contact gezocht met de directeur van Moderna, [naam directeur]. Die droeg hun vervolgens op een andere machine schoon te maken en te gebruiken, maar volgens de werknemers was die machine zeer vervuild en moest die bovendien gereviseerd worden. Vaststaat dat zij geweigerd hebben de betreffende machine schoon te maken en te gebruiken. Daarna lopen de lezingen van hetgeen is voorgevallen uiteen.
2.3
[Verzoeker] stelt zich op het standpunt dat door de weigering de andere machine schoon te maken en te gebruiken, [naam directeur] hem en zijn collega had ontslagen, waarop zij naar buiten zijn gegaan en daar op [naam directeur] hebben gewacht. Die weigerde met hen te spreken en is het pand binnengegaan. Ter zitting heeft [Verzoeker] uitgelegd dat de vervangende machine zwaar vervuild was en dat die al jaren niet meer in gebruik was.
2.4
Volgens Moderna heeft het ontslag (mede) als grond dat na de weigering om de vervangende machine schoon te maken en te gebruiken de werknemers zijn weggegaan zonder het pand behoorlijk af te sluiten.
2.5
In de aan [Verzoeker] gegeven ontslagbrief van 24 maart 2016 is opgenomen:
“Pa medio di e carta aki nos ta confirma bo retiro di Panaderia Moderna inmediato pa abandono di trabao.
Nos ta referi na locual a pasa ayera nochi y e no lo kita nada di bo pa limpia e machine, prome cu bo a cuminsa bo trabao.
Esey ta un falta di responsabilidad y mester paga Panaderia Moderna 1 luna di pre-aviso.
Bo no solamente bandona e lugar, pero bo tambe a laga e porta habri, cu consequensia di ladronisia”.
(vrij vertaald:
Door middel van deze brief bevestigen wij uw onmiddellijke ontslag bij Panaderia Moderna wegens het verlaten van uw werk.
Wij refereren aan hetgeen gisternacht heeft plaatsgevonden en het kostte u niets om de machine schoon te maken voordat u begon met uw werk.
Dat is een gebrek aan verantwoordelijkheid en moet Panaderia Moderna 1 maand betalen wegens vooraankondiging. [
bedoeld zal zijn: Panaderia Moderna is niet gehouden aan 1 maand opzegtermijn - het Gerecht]
U heeft niet alleen de plaats verlaten, u heeft ook de deur open laten staan, met risico op diefstal.)
2.6
In de ontslagbrief wordt hierdoor niet alleen de weigering om de machine schoon te maken als reden voor het ontslag gegeven, maar wordt dit gecombineerd met het verlaten van de werkplek met het open laten van de deuren van de bakkerij. Ter zitting heeft de heer [naam directeur] uitgelegd dat het conflict zich afspeelde op een druk moment in het jaar en dat het hem, met andere werknemers maar 15 minuten heeft gekost om de machine aan de praat te krijgen.
2.7
Het Gerecht overweegt dat deze combinatie van feiten, mits die komen vast te staan, het ontslag op staande voet zouden kunnen rechtvaardigen. Het incident speelde zich af op een moment dat er verder geen andere medewerkers in de bakkerij aanwezig waren en [Verzoeker] samen met zijn collega de verantwoordelijkheid had om de voorraad voor de volgende dag klaar te maken. In dat licht is het verzoek c.q. de opdracht van [naam directeur] niet onredelijk. Echter, alleen dit feit is onvoldoende voor een ontslag op staande voet, waarbij het Gerecht acht slaat op het lange, vlekkeloze dienstverband van [Verzoeker]. Moderna had in dan kunnen volstaan met een minder zware arbeidsrechtelijke maatregel. Indien echter ook komt vast te staan dat [Verzoeker], tegen de uitdrukkelijke opdracht van [naam directeur] in, is weggegaan en de deuren van de bakkerij heeft opengelaten, is dat wel voldoende voor een ontslag op staande voet. Hierbij hecht het Gerecht ook waarde aan het gegeven dat de bakkerij gelegen is in een buurt waar zich veel chollers ophouden, zodat het risico van diefstal niet denkbeeldig is. Omdat partijen van mening verschillen over het moment waarop en de omstandigheden waaronder het ontslag plaatsvond (direct na de weigering om de machine schoon te maken, dan wel nadat geconstateerd was dat zij zomaar waren weggegaan) zal Moderna worden toegelaten tot het bewijs dat:
- aan [Verzoeker] de opdracht was gegeven om de bakkerij niet te verlaten;
- het ontslag eerst plaatsvond nadat [Verzoeker] (toch) uit de bakkerij was weggegaan;
- hij het pand onafgesloten had achtergelaten en niet buiten op [naam directeur] of andere medewerkers stond te wachten.
Van de weigering om de machine schoon te maken hoeft geen bewijs te worden geleverd, nu dat feit door [Verzoeker] is erkend.
2.8
Het Gerecht zal, overeenkomstig het aanbod van Moderna, een getuigenverhoor gelasten.
2.9
Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige al gemiddeld 45 minuten duurt als er niet getolkt hoeft te worden. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen, in afwijking van het bepaalde in het Procesreglement, tenminste één week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van het Gerecht te worden opgegeven.
2.1
Het Gerecht wijst partijen er op dat de getuige in beginsel in de Nederlandse taal wordt gehoord en zij zelf voor een tolk moeten zorg dragen die de taal van de te horen getuige en de Nederlandse taal voldoende machtig is. De partij die zelf een tolk meeneemt moet er rekening mee houden dat de rechter in beginsel een tolk die niet beroepshalve tolkt niet accepteert.
In geval de partij die de getuige wenst te horen kosteloos procedeert wordt door het Gerecht voor de aanwezigheid van een tolk zorg gedragen. In dat geval dient de desbetreffende partij evenwel veertien dagen voor de voor het verhoor bepaalde dag schriftelijk, per fax of emailbericht aan de griffier te berichten dat de aanwezigheid van een tolk nodig is en welke taal de tolk, naast het Nederlands, machtig moet zijn.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
laat Moderna toe tot het bewijs van hetgeen is overwogen onder 2.7 van deze beschikking, desgewenst door het horen van getuigen;
verwijst de zaak naar de EJ-rolzitting van dinsdag 29 augustus 2017 voor een akte uitlating bewijs zijdens Moderna en opgave verhinderdata van beide partijen en de eventuele getuigen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 20 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.