ECLI:NL:OGEAA:2017:477
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatieverplichting voor meerderjarig kind in Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek tot alimentatie ten behoeve van een meerderjarig kind, [de zoon], dat in 1999 is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De moeder heeft op 3 januari 2017 een verzoekschrift ingediend, waarin zij de vader verzoekt om een maandelijkse bijdrage van Afl. 650,-- vanaf mei 2012 en Afl. 750,-- vanaf augustus 2016, omdat zij stelt dat de vader zijn verplichtingen niet nakomt en zij zelf onvoldoende inkomen heeft.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2017 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, verschenen. De rechter heeft vastgesteld dat de zoon op [datum] 2017 de achttienjarige leeftijd heeft bereikt en dat hij geen zelfstandig verzoek kan indienen voor zijn levensonderhoud voor deze periode. De rechter heeft de alimentatieverplichting van de vader beoordeeld aan de hand van de draagkracht van beide ouders en de kosten van levensonderhoud van de zoon, die op Afl. 750,-- per maand zijn vastgesteld.
De rechter heeft geconcludeerd dat de vader, rekening houdend met zijn netto-inkomen en vaste lasten, in staat is om een bijdrage van Afl. 393,-- per maand te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de zoon. De beslissing is genomen op 6 juni 2017, waarbij de rechter de verzoeken van de moeder gedeeltelijk heeft toegewezen en het verzoek van de zoon voor de periode tot [datum] 2017 niet-ontvankelijk heeft verklaard.