ECLI:NL:OGEAA:2017:475
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Ontslag en kennelijke onredelijkheid in arbeidsrechtelijke geschillen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen een werknemer en de naamloze vennootschap Water World N.V. betreffende de kennelijke onredelijkheid van een ontslag. De werknemer, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.O. Lopez, heeft het ontslag betwist en stelt dat dit kennelijk onredelijk is. De werkgever, Water World, vertegenwoordigd door mr. M.A. Ellis-Schipper, heeft de werknemer ontslagen en betwist de onredelijkheid van dit ontslag. Tijdens de procedure zijn videobeelden bekeken die de werkwijze van de werknemer tijdens haar dienstverband documenteren. Het gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stelling van kennelijke onredelijkheid te onderbouwen. De rechter heeft geoordeeld dat de werknemer niet voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat het ontslag onterecht was, en dat er geen substantiële redenen zijn om aan de rechtmatigheid van het ontslag te twijfelen. De vordering van de werknemer is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, die zijn begroot op Afl. 3.750. De uitspraak is gedaan op 6 juni 2017 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en is openbaar uitgesproken.