ECLI:NL:OGEAA:2017:468

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 juni 2017
Publicatiedatum
26 juni 2017
Zaaknummer
A.R. 506 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en toewijzing huurachterstand met bijkomende kosten

In de zaak tussen FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO, eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.G.T.M. Kloes, en de gedaagde, die in persoon procedeerde, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 juni 2017 uitspraak gedaan. De procedure volgde op een tussenvonnis van 1 maart 2017 en een comparitie van partijen op 28 maart 2017. Eiseres vorderde betaling van een huurachterstand, die door gedaagde onvoldoende gemotiveerd werd weersproken. Gedaagde stelde dat hij geen vaste baan had en niet in staat was om de huurachterstand te betalen, en vroeg om kwijtschelding van de huurachterstand. Het gerecht oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in zijn betalingsverplichtingen en dat zijn persoonlijke omstandigheden hem niet ontsloegen van deze verplichtingen. De gevorderde achterstallige huur en wettelijke rente werden toegewezen.

Daarnaast oordeelde het gerecht dat de aanzienlijke huurachterstand voldoende grond opleverde voor ontbinding van de huurovereenkomst. Gedaagde had de woning al verlaten en de sleutels ingeleverd, waardoor het gerecht de huurovereenkomst ontbond. Eiseres had geen belang meer bij de gevorderde ontruiming, wat leidde tot afwijzing van dat deel van de vordering.

Verder werd vastgesteld dat eiseres meer buitengerechtelijke incassokosten had gemaakt dan toegestaan volgens artikel 63a Rv, en werd een bedrag van Afl. 1.500,- toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres waren gemaakt, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis werd uitgesproken door mr. M. Schoemaker in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 21 juni 2017
Behorend bij A.R. 506 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de stichting
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,
gevestigd te Aruba,
eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[naam gedaagde],
gedaagde,
wonende te Aruba,
procederende in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 1 maart 2017 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Op 28 maart 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Eiseres heeft de gestelde huurachterstand voldoende onderbouwd, terwijl gedaagde deze onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. Gedaagde heeft gesteld dat hij geen vaste baan heeft en geen geld heeft om de huurachterstand te betalen. Hij heeft voorts om kwijtschelding van de huurachterstand verzocht. In rechte is komen vast te staan dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen jegens eiseres. Zijn persoonlijke omstandigheden ontslaan hem niet van zijn betalingsverplichting jegens eiseres. De gevorderde achterstallige huur tot en met de maand oktober 2016 en de gevorderde wettelijke rente zijn toewijsbaar.
2.2
De aanzienlijke huurachterstand levert voldoende grond op voor ontbinding van de huurovereenkomst. Gedaagde heeft op 31 oktober 2016 de woning reeds verlaten en de sleutels ingeleverd. Het gerecht zal de huurovereenkomst, voor zover die nog bestaat, ontbinden. Eiseres heeft geen belang meer bij de gevorderde ontruiming. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
2.3
In rechte is voorts in voldoende mate komen vast te staan dat eiseres meer buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt dan die waarin artikel 63a Rv voorziet. Ingevolge het liquidatietarief zal een bedrag van Afl. 1.500,- (1,5 punt bij tarief 4) worden toegewezen.
2.4
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 388,74 aan oproepingskosten en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde (2 1/2 punt bij tarief 4 van het liquidatietarief).

3.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
3.1
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen, voor zover die nog bestaat;
3.2
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen het bedrag van Afl. 15.686,73,-, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 11 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, voorts vermeerderd met het bedrag van Afl. 900,- per maand voor iedere maand dat gedaagde de woning niet heeft ontruimd tot en met de maand oktober 2016;
3.3
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van Afl. 1.500,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
3.4
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van eiseres, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 450,- aan griffierecht, Afl. 388,74 oproepingskosten en Afl. 2.500,- aan salaris voor de gemachtigde;
3.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6
wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.