ECLI:NL:OGEAA:2017:463
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en toebedeling van onroerende zaken
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een geschil tussen [A] en [B] over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. [A], wonende in Sint Maarten, is eiseres in conventie en verweerster in reconventie, terwijl [B], wonende in Aruba, gedaagde in conventie en eiser in reconventie is. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij op 8 februari 2017 een tussenvonnis is gewezen. [A] heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid om getuigenbewijs te leveren, waarna de zaak voor vonnis is gesteld.
In het vonnis van 14 juni 2017 heeft het Gerecht de onroerende zaken en huurinkomsten verdeeld. Het Gerecht heeft bepaald dat de onroerende zaak gelegen te Sint Maarten te Ebenezer Estate, een perceel eigendomsgrond van 387 m2, aan [B] wordt toebedeeld. Tevens is [B] veroordeeld om aan [A] een bedrag van US$ 25.000,-- te betalen. Daarnaast is het recht van erfpacht van een perceel domeingrond te Kay Bay, groot 764 m2, ook aan [B] toebedeeld, met een veroordeling om aan [A] US$ 87.500,-- te betalen.
Verder heeft het Gerecht vastgesteld dat [B] een totaalbedrag van US$ 536.313,48 aan [A] moet betalen, na verrekening van eerdere bedragen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De reconventionele vorderingen van [B] zijn afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 juni 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter.