In deze zaak heeft de vader verzocht om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kinderen, in tegenstelling tot de moeder die het gezag tot nu toe alleen uitoefende. De vader baseert zijn verzoek op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt voor de vader om gezamenlijk gezag aan te vragen. De moeder heeft zich tegen dit verzoek verzet, met de argumentatie dat de communicatie tussen de ouders moeilijk verloopt.
De Voogdijraad heeft een rapport ingediend waarin wordt gesteld dat, hoewel de communicatie niet altijd soepel verloopt, beide ouders in staat zijn om afspraken te maken over de minderjarigen. De Voogdijraad adviseert om het gezamenlijk gezag toe te kennen, omdat er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders.
Het gerecht heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk gezag uit te oefenen. De ouders hebben professionele begeleiding gezocht om hun communicatie te verbeteren, wat positief is voor de ontwikkeling van de minderjarigen. Het gerecht heeft besloten dat het in het belang van de kinderen is dat beide ouders gezamenlijk gezag uitoefenen en heeft een omgangsregeling vastgesteld die rekening houdt met de belangen van alle betrokken partijen.