Uitspraak
STICHTING ZIEKENVERPLEGING ARUBA,
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
De specialist neemt deze vakantiedagen (..) op in en na overleg met de andere specialisten van het betreffende specialisme en met voorafgaande goedkeuring van het medisch lid van de Raad van Bestuur”
De specialist is bij afwezigheid van andere specialisten in het betreffende specialisme, naar rato van zijn aanstelling, gehouden waar te nemen. Bij afwezigheid in geval van vakantie (..) en bij niet voorzienbare afwezigheid (ziekte of tijdelijk arbeidsongeschiktheid, calamiteiten of ander verzuimverlof) wordt uitgegaan van onderlinge waarneming met de zittende longartsen hetgeen nader schriftelijk wordt geregeld in overleg met de specialist manager en uiteindelijk zal worden vastgesteld door de Raad van Bestuur na overleg met alle betrokken specialisten.”
Op 29/3 moet ik in Nederland zijn wegens persoonlijke omstandigheden
Ik heb je vanochtend expliciet meegedeeld dat dit verzoek vooralsnog niet is goedgekeurd. Het betreft in elk geval geen bvvd maar vakantie. Waarneming dient geregeld te zijn, maar gezien het feit dat het een privé aangelegenheid betreft, vind ik niet dat het HOH voor de kosten moet opdraaien”
naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud vandaag en het feit dat het lijkt dat wij als werkgever weinig of geen inbreng hebben in uw besluit om te verzuimen baart mij zorgen. Bij deze sluit ik mij aan het standpunt van collega de [Z].”
Naar aanleiding van uw bovenstaand verzoek bericht ik namens de Raad van Bestuur voor alle duidelijkheid als volgt:
Zoals ik al eerder berichtte zal ik 27 maart 2017 no matter what met spoed naar Nederland vertrekken.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
no matter whatnaar Nederland zou vertrekken. Een dergelijke houding behoeft een werkgever niet van een werknemer te accepteren. Daarbij komt dat van [Eiser] verwacht mocht worden de impact van zijn gewenste verlof voor het ziekenhuis voor ogen te houden en aan de belangen van het ziekenhuis en de patiëntenzorg te denken door tenminste om uitstel van de comparitie van partijen te verzoeken of anders op eigen kosten voor adequate waarneming te zorgen. SZA heeft in dit verband in kort geding voldoende aannemelijk gemaakt dat zij van [Eiser] mocht verlangen dat hij zelf op eigen kosten voor een waarnemer zou zorgdragen. Zoals hiervoor al overwogen wist [Eiser] immers dat hij als dienstdoende arts stond ingeroosterd, terwijl de andere twee longartsen niet konden waarnemen en is van een noodzaak om naar Nederland te gaan in die periode niet gebleken. Onder die omstandigheden kon SZA het verlof op goede grond weigeren en was zij niet verantwoordelijk voor het aantrekken en bekostigen van een externe waarnemer. Zij kon zich dan ook terecht op het standpunt stellen dat, indien [Eiser] ondanks deze weigering toch per se verlof wenste op te nemen, hij dan zelf op eigen kosten voor adequate waarneming diende zorg te dragen. Dat [Eiser] voor adequate waarneming heeft zorggedragen is niet gebleken, terwijl [Eiser] ook heeft geweigerd de kosten van een waarnemer te dragen. Uiteindelijk heeft SZA zelf via haar Nederlandse consulent een waarnemer aangetrokken en bekostigd toen bleek dat [Eiser]
no matter whatverlof zou opnemen. SZA heeft de kosten daarvan overigens niet bij [Eiser] in rekening gebracht.