ECLI:NL:OGEAA:2017:435

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
A.R. no. 2195 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schadevergoeding tussen Romar Trading Company N.V. en gedaagde

In de zaak tussen Romar Trading Company N.V. (hierna: Romar), eiseres, en gedaagde G*, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 mei 2017 een vonnis uitgesproken. Romar, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.G.T.M. Kloes, vorderde schadevergoeding van G*, die werd bijgestaan door advocaat mr. J.A.R. Bryson. De procedure kende een eerdere fase, waarvan het verloop tot 1 februari 2017 in een tussenvonnis was vastgelegd. Romar had geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om getuigenbewijs te leveren, wat invloed had op de verdere beoordeling van de zaak.

Het Gerecht heeft in zijn vonnis de eerdere overwegingen en beslissingen bevestigd. De vordering van Romar werd toegewezen, waarbij G* werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van Afl. 7.235,56, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 26 juni 2015. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Daarnaast besloot het Gerecht om de proceskosten te compenseren, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het vonnis is uitgesproken tijdens een openbare zitting, waarbij de griffier aanwezig was.

Uitspraak

Vonnis van 31 mei 2017
Behorend bij A.R. no. 2195 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ROMAR TRADING COMPANY N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Romar,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 1 februari 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit het schrijven van (de gemachtigde van) Romar, waaruit blijkt dat Romar geen gebruik wenst te maken van de aan haar geboden gelegenheid tot levering van getuigenbewijs.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.2 van het tussenvonnis van 1 februari 2017 zal de vordering van Romar worden toegewezen als na te melden.
2.3
In de omstandigheid dat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt G* om ten titel van schadevergoeding te betalen aan Romar
Afl. 7.235,56, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 26 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.