ECLI:NL:OGEAA:2017:423

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
12 juni 2017
Zaaknummer
B.B. no. 1006 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over de totstandkoming van een huurovereenkomst en onverschuldigde betaling

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres [X] verzet aangetekend tegen een eerder betalingsbevel. Dit betalingsbevel, dat op 6 april 2016 was uitgesproken, verplichtte [X] tot betaling van US$ 2.900,-- aan de gedaagden [Y]. De zaak draait om de vraag of er een huurovereenkomst tot stand is gekomen tussen [X] en [Y], en of [Y] recht hebben op terugbetaling van de door hen betaalde borg en huur. De huurovereenkomst, die op 6 augustus 2015 werd ondertekend, was onderworpen aan een opschortende voorwaarde die inhield dat [Y] de woning diende te bezichtigen en goed te keuren. Het Gerecht oordeelde dat deze voorwaarde niet was vervuld, omdat [Y] de woning niet persoonlijk had bezichtigd, maar dit had laten doen door een kennis. Hierdoor is er geen huurovereenkomst tot stand gekomen en zijn de door [Y] betaalde bedragen onverschuldigd. Het Gerecht verklaarde [X] tot kwaad opposante en wees haar vorderingen af, terwijl het betalingsbevel werd bevestigd. Tevens werd [X] veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventionele als de reconventionele procedure.

Uitspraak

Vonnis van 7 juni 2017
Behorend bij B.B. no. 1006 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[X],
wonende in Aruba,
opposante in conventie, eiseres in reconventie,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: de advocaat mr. M.G.A. Baiz.
tegen:

1.[Gedaagde sub 1],

hierna ook te nomen: [Gedaagde sub 1],

2.[Gedaagde sub 2],

hierna ook te noemen: [gedaagde sub 2],
beiden wonende in Aruba,
geopposeerden in conventie, verweerders in reconventie,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [Y],
gemachtigde: de advocaat mr. G.F. Croes,

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 12 januari 2016 ter griffie ingediende (oorspronkelijke) verzoekschrift van [Y], met producties;
- het bij verstek uitgesproken betalingsbevel van dit Gerecht van 6 april 2016 onder zaaknummer B.B. 49 van 2016 (hierna: het betalingsbevel waarvan verzet), waarbij [X] uitvoerbaar bij voorraad is veroordeeld tot betaling aan [Y] van US$ 2.900,--, althans de tegenwaarde daarvan in Arubaans courant, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 26 augustus 2015, alsmede tot betaling aan [Y] van Afl. 450,-- aan proceskosten;
- de op 9 mei 2016 ter griffie ingediende conclusie van eis in oppositie annex verzetschrift van [X] tevens houdende een reconventionele eis, met producties;
- de conclusie van antwoord in oppositie en in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in oppositie en van repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

in conventie en in reconventie

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde producties voorzover uitdrukkelijk naar verwezen en voorzover niet of onvoldoende bestreden, staat tussen partijen onder meer het volgende vast.
2.2 [
X] heeft op enig moment de aan haar toebehorende woning (hierna: de woning) te huur gezet bij een makelaar.
2.3 [
naam kennis] (hierna: [kennis van Y]) is een kennis van [Y]. [kennis van Y] heeft op enig moment telefonisch contact opgenomen met [X] en aan haar gevraagd of zij haar woning aan [Y] wilde verhuren.
2.4
Ter zake van de mogelijke verhuur van de woning aan [Y] hebben [gedaagde sub 2], [X] en [kennis van Y] naast telefonisch contact ook veelvuldig via Whatsapp in de Spaanse taal gecommuniceerd. Op verzoek van [gedaagde sub 2] heeft [X] veelvuldig foto’s van de woning en van de zich daarin bevindende meubels verstuurd naar [gedaagde sub 2].
2.5
Op verzoek van [Y] heeft [X] diverse aanpassingen aan de woning en reparaties verricht. [kennis van Y] kwam meermalen (de voortgang van) die aanpassingen en reparaties bezichtigen.
2.6
Op 6 augustus 2015 hebben partijen een huurovereenkomst (hierna: de huurovereenkomst) ondertekend. Daarin staat onder meer vermeld dat de maandelijkse door [Y] aan [X] te betalen huur US$ 1.450,-- bedraagt, en dat [Y] een gelijk bedrag aan borgsom aan [X] moeten betalen “
Upon the due execution of this Agreement”. De huurovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde die als volgt luidt: “
This contract is contingent upon to view and inspect the property”.
2.7 [
Y] hebben op enig moment de borgsom ad US$ 1.450,-- en de eerste maand huur ad US$ 1.450,-- betaald aan [X]. [Y] hebben [X] op 26 augustus 2015 voor het eerst gesommeerd om die aan haar betaalde bedragen te restitueren aan [Y]. [X] is niet tot die restitutie overgegaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie

3.1 [
X] vordert dat het Gerecht (naar het begrijpt) bij vonnis haar goed opposant verklaart, het vonnis waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende - [Y] niet-ontvankelijk verklaart in hun oorspronkelijke vordering, althans die vordering afwijst, onder uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van hen in de proceskosten.
3.2 [
Y] voeren verweer dat strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [X] in haar verzet, althans tot ongegrondverklaring daarvan, en tot veroordeling van [X] in de proceskosten.
in reconventie
3.3 [
X] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [Y] veroordeelt:
-om aan [X] bij wijze van schadevergoeding te betalen Afl. 7.649,73, althans enig ander door het Gerecht te bepalen bedrag;
-in de proceskosten.
3.4 [
Y] voeren verweer en concluderen dat [X] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar reconventionele vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
in conventie en in reconventie
3.5
Voor zover voor de beslissing van belang worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie

4.1
De conventionele en reconventionele vorderingen zullen gezien de aard daarvan gezamenlijk worden besproken.
4.2
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [X] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzet. [Y] hebben de met een productie onderbouwde stelling van [X] - dat zij het betalingsbevel waarvan verzet eerstens op 26 april 2016 heeft ontvangen en dat zij eerst op die datum kennis heeft genomen van de inhoud daarvan - onvoldoende gemotiveerd bestreden. Het verzet van [X] heeft daarom te gelden als zijnde tijdig ingesteld. Het conventionele ontvankelijkheidsverweer van [Y] wordt verworpen. Hetzelfde geldt voor het reconventionele ontvankelijkheidsverweer van [Y], nu er in reconventie evenmin gronden zijn gesteld of gebleken waaruit volgt dat [X] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in het door haar verzochte.
4.3
De centraal in dit geschil te beantwoorden vraag is of uitleg van de in de huurovereenkomst neergelegde opschortende voorwaarde met zich brengt of [Y] al dan niet persoonlijk de woning moesten bezichtigen en inspecteren (en vervolgens goedkeuren) alvorens de huurovereenkomst daadwerkelijk tot stand zou komen. Anders dan [Y] stelt [X] dat dit niet het geval is, en dat de opschortende voorwaarde ook kon worden vervuld door het laten bezichtigen en inspecteren van de woning door [kennis van Y]. Die stelling, op de rechtsgevolgen waarvan [X] zich beroept, mist naar het oordeel van het Gerecht in het licht van het gemotiveerde verweer van [Y] voldoende feitelijke grondslag. In haar verzetschrift onder 11 stelt [X] immers dat nadat [kennis van Y] de woning “
ten laatste male” had bezichtigd, [Y] zijn overgegaan tot ondertekening van de huurovereenkomst. Daaruit volgt dat bedoelde opschortende voorwaarde eerst tot stand is gekomen na die laatste bezichtiging door [kennis van Y]. Zonder nader uitleg, die ontbreekt, valt in dit verband niet in te zien dat de bedoeling van de opschortende voorwaarde anders kan zijn dan dat eerst na persoonlijke bezichtiging/inspectie en goedkeuring van de woning door [Y] de huurovereenkomst in werking zou treden of tot stand zou komen.
4.4
Tegen voormelde achtergrond hebben [Y] (al dan niet impliciet) gesteld dat zij direct na aankomst op Aruba de woning hebben bezichtigd en geïnspecteerd, en dat zij toen hebben geconstateerd dat (1) de woning nog niet was afgebouwd, (2) één van de slaapkamers daarvan door [X] in gebruik was genomen voor opslag van materialen, en (3) dat de trap naar de tweede verdieping bijzonder klein, instabiel en uiterst gevaarlijk was. Die stelling heeft [X] naar het oordeel van het Gerecht niet of onvoldoende gemotiveerd bestreden. Het enkele gegeven dat [kennis van Y], zoals [X] stelt, de aanpassingen en reparaties meermalen heeft bezichtigd en kenbaar heeft gemaakt aan [Y] brengt zonder meer nog niet mee dat alle door [Y] gewenste aanpassingen en reparaties geheel en naar behoren verricht waren. Naar aanleiding van voormelde constateringen hebben [Y] de woning - naar het oordeel van het Gerecht op goede grond - niet goedgekeurd. Gevolg daarvan is dat er (door het niet in vervulling gaan van de opschortende voorwaarde) tussen partijen geen huurovereenkomst tot stand is gekomen zoals gesteld door [X].
4.5
Vorenstaande brengt mee dat [Y] de borgsom ad US$ 1.450,-- en de eerste maand huur ad US$ 1.450,-- onverschuldigd hebben betaald aan [X], zodat [X] gehouden is die bedragen aan hen terug te betalen. [X] zal tot kwaad opposant worden verklaard, haar vordering zal worden afgewezen en het betalingsbevel waarvan verzet zal worden bevestigd.
4.6 [
X] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de conventionele procedure gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 500,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt van liquidatietarief 3, ad Afl. 500,-- per punt).
4.7
Nu er geen huurovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, ziet het geen grond voor toekenning van enige schadevergoeding aan [X]. Dit klemt temeer omdat het enkele gegeven dat [X] op het (beweerdelijke) verzoek van [Y] schilder- en elektrawerkzaamheden heeft laten verrichten en een binnentrap voor toegang tot de bovenverdieping van de woning heeft laten fabriceren en installeren nog niet met zich brengt dat sprake is van door [X] geleden schade. [X] heeft immers niet gesteld dat zij zonder bedoeld verzoek nooit die schilder- en elektrawerkzaamheden zou hebben laten verrichten en nooit een binnentrap voor toegang tot de bovenverdieping van de woning zou hebben laten fabriceren en installeren.
4.8
Vorenstaande leidt tot de slotsom dat de reconventionele vorderingen van [X] zullen worden afgewezen.
4.9 [
X] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de reconventionele proceskosten van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 3, ad
Afl. 500,-- per punt).

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in conventie
-verklaart [X] tot kwaad opposante;
-wijst af het door [X] verzochte;
-bevestigt het betalingsbevel waarvan verzet;
-veroordeelt [X] in de kosten van deze conventionele procedure gevallen aan de zijde van Coupling c.s., tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis tot zover en waar rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
-wijst af het door [X] verzochte;
-veroordeelt [X] in de reconventionele proceskosten gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart voormelde reconventionele proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.