ECLI:NL:OGEAA:2017:422

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
12 juni 2017
Zaaknummer
BB 2988 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering tussen NEW MILLENNIUM TELECOM SERVICES N.V. en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de naamloze vennootschap NEW MILLENNIUM TELECOM SERVICES N.V., handelend onder de naam DIGICEL ARUBA, betaling van een openstaand bedrag van Afl. 8.571,92 van de gedaagde. De procedure volgde op een eerdere schuldbekentenis die de gedaagde had ondertekend, waarin hij zich verbond tot betaling van een hoger bedrag van Afl. 11.347,25 in maandelijkse termijnen. De gedaagde had echter geen betalingen verricht, wat leidde tot de vordering van Digicel.

De gedaagde voerde verweer aan, stellende dat hij het geld aan een medewerker had gegeven om de rekening te betalen, maar pas na 10 maanden vernam dat de rekening nog openstond. Hij betoogde dat Digicel de telefoonlijn had moeten afsluiten om verdere kosten te voorkomen. De rechter oordeelde dat het verweer van de gedaagde tardief was, aangezien hij zich had verbonden tot terugbetaling door de ondertekening van de schuldbekentenis.

De rechter wees de vordering van Digicel grotendeels toe, met uitzondering van de 'Late Payment Fee', omdat dit niet voldoende was onderbouwd. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en ook in de proceskosten van Digicel. Het vonnis werd uitgesproken op 7 juni 2017 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis van 7 juni 2017
Behorend bij BB 2988 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
NEW MILLENNIUM TELECOM SERVICES N.V. h.o.d.n. DIGICEL ARUBA,
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Digicel,
gemachtigde: dhr. B.R. Roos,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit de tussenvonnis van 8 februari 2017 en de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 25 april 2017. De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen bestond een overeenkomst op grond waarvan Digicel tegen betaling telefonie- en dataverkeer leverde aan [gedaagde].
2.2
Op 8 januari 2015 is [gedaagde] bij deurwaardersexploot gesommeerd een bedrag ad Afl. 8.571,92 te voldoen.
2.3
Op 19 maart 2015 heeft [gedaagde] een schuldbekentenis ter waarde van Af. 11.347,25 met afbetalingsregeling getekend. [gedaagde] diende dit bedrag in maandeljkse termijnen van Afl. 100,00 af te lossen, ingaande 30 april 2015.
2.4 [
gedaagde] heeft geen betalingen verricht.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Digicel vordert [gedaagde] tot betaling van Afl. 8.571,92, te vermeerderen met ‘late fee’, de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
gedaagde] voert hiertegen verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of [gedaagde] gehouden is het gevorderde bedrag te voldoen.
4.2 [
gedaagde] voert aan als verweer dat hij het geld aan een medewerker van zijn bedrijf gaf om de openstaande rekening te betalen. Pas na verloop van 10 maanden vernam hij dat de betreffende rekening nog open staat. Naar zijn mening had Digicel, toen de openstaande factuur niet was betaald, de telefoonlijn moeten afsluiten teneinde de kosten niet verder te laten oplopen. [gedaagde] erkent dat hij in maart 2015 de schuldbekentenis heeft ondertekend.
4.3
Zoals reeds besproken ter zitting is het verweer van [gedaagde] tardief. Hij heeft zich immers door ondertekening van de schuldbekentenis verbonden tot terugbetaling van zijn schuld. Het gevorderde wordt dan ook toegewezen, uitgezonderd de ‘Late Payment Fee’, nu dit onderdeel van de vordering niet is onderbouwd.
4.4 [
gedaagde] wordt nu hij in het ongelijk is gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld.
4.4
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten wordt als volgt overwogen. Op grond van hoofdstuk III van het Procesreglement 2016 worden buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot 1,5 punt van het toepasselijke liquidatietarief.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] te betalen het bedrag Afl. 8.571,92 en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2015 tot de dag der voldoening, alsmede vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 750,-.
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Digicel begroot op Afl. 100,00 griffierrecht en Afl. 1.000,00 voor salaris gemachtigde.
5.3
wijst het meer of anders gevorderde af.
5.4
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.