ECLI:NL:OGEAA:2017:421

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
12 juni 2017
Zaaknummer
A.R. 2667 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekeningsvoorwaarden en procedurele aspecten in civiele rechtszaken onder het Haags Betekeningsverdrag

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 7 juni 2017 een vonnis uitgesproken in de zaak met nummer A.R. 2667 van 2016. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.R. Foy, hebben een verzoek ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een verzoekschrift, waarna de zaak naar de rol voor vonnis is verwezen. Het gerecht constateert dat de gedaagde is opgeroepen door betekening van het verzoekschrift aan de directeur van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ).

Uitspraak

Vonnis van 7 juni 2017
Behorend bij A.R. 2667 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser sub 1]
[Eiseres sub 2],
en
[Eiser sub 3],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eisers],
gemachtigde: de advocaat mr. C.R. Foy,
tegen:
[Gedaagde],
te [adres],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.AMBTSHALVE

2.1
Het gerecht constateert dat [gedaagde] is opgeroepen door betekening van het verzoekschrift overeenkomstig artikel 5 aanhef en onder 8 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) aan de directeur van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (verder: DWJZ).
2.2
Ingevolge artikel 5 aanhef en onder 8 Rv draagt de directeur DWJZ er zoveel mogelijk zorg voor dat het stuk de belanghebbenden ten spoedigste bereikt. Uit het dossier blijkt niet dat hieraan is voldaan. Het gerecht zal de griffier opdragen bij de directeur te informeren hoe aan dit voorschrift is voldaan.
2.3
Land Aruba is sinds 27 juli 1986 partij bij het Haags Betekeningsverdrag 1965, zoals ook de Verenigde Staten van Amerika dat zijn. Artikel 15 van het Haags Betekeningsverdrag, in de Nederlandse vertaling, luidt:
Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmede gelijk te stellen stuk ter betekening of kennisgeving overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag, naar het buitenland moest worden gezonden en de verweerder niet is verschenen, houdt de rechter de beslissing aan totdat is gebleken dat:a) hetzij van het stuk betekening of kennisgeving is gedaan met inachtneming van de vormen in de wetgeving van de aangezochte Staat voorgeschreven voor de betekening of de kennisgeving van stukken die in dat land zijn opgemaakt en bestemd zijn voor zich op het grondgebied van dat land bevindende personen,b) hetzij het stuk aan de verweerder in persoon of aan zijn woonplaats is afgegeven op een andere in dit Verdrag geregelde wijze, en dat de betekening of de kennisgeving, onderscheidenlijk de afgifte zo tijdig is geschied dat de verweerder gelegenheid heeft gehad verweer te voeren.
Iedere Verdragsluitende Staat is bevoegd te verklaren dat zijn rechters in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een beslissing kunnen geven, ook als geen bewijs, hetzij van betekening of kennisgeving, hetzij van afgifte is ontvangen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:a) het stuk is toegezonden op een van de in dit Verdrag geregelde wijzen,b) sedert het tijdstip van toezending van het stuk een termijn is verlopen die door de rechter voor elk afzonderlijk geval zal worden vastgesteld, doch die ten minste zes maanden zal bedragen,c) in weerwil van alle daartoe bij de bevoegde autoriteiten aangewende pogingen geen bewijs kon worden verkregen.Het bepaalde in dit artikel belet niet dat door de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of conservatoire maatregelen kunnen worden genomen.
2.4
Het is het gerecht niet gebleken dat Land Aruba, anders dan Nederland, van de mogelijkheid gebruik heeft gemaakt om de rechter de bevoegdheid te verlenen een beslissing te nemen, ook als geen bewijs van betekening of kennisgeving, hetzij van afgifte is ontvangen.
2.5
Het gerecht zal verder behandeling van het verzoek daarom aanhouden totdat
1) door middel van de griffier informatie is verkregen hoe door de directeur DWJZ is voldaan aan het voorschrift, dat zoveel mogelijk ervoor zorg is gedragen dat het stuk de belanghebbenden ten spoedigste bereikt;
2) is voldaan aan het voorschrift van artikel 15 Haags Betekeningsverdrag 1965.
2.6
De zaak zal naar de parkeerrol worden verwezen tot is gebleken dat aan bovenstaande betekeningsvoorwaarden is voldaan. Lewis c.s. kunnen verzoeken de zaak weer op de rol te brengen als hen gebleken is dat aan de betekeningsvoorschriften is voldaan of [gedaagde] te kennen heeft gegeven vrijwillig te zullen verschijnen.
2.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de parkeerrol van 13 december 2017;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 juni 2017 in aanwezigheid van de griffier.